Nieuw onderzoek wijst uit dat kinderen met een gedragsstoornis duidelijke verschillen in hersenstructuur vertonen, afhankelijk van of zij in hun jeugd zijn mishandeld.
Een internationale groep onderzoekers, onder leiding van de Universiteit van Bath, heeft aangetoond dat de hersenen van jongeren met een gedragsstoornis (Conduct Disorder, of CD) er anders uitzien naargelang hun mishandelingsverleden. Dit werpt nieuw licht op hoe deze complexe aandoening ontstaat en zich ontwikkelt — en wat dat betekent voor diagnose en behandeling.
Twee soorten gedragsstoornis?
Tot nu toe werd er geen onderscheid gemaakt tussen jongeren met een gedragsstoornis die zijn mishandeld en zij die dat niet zijn. Toch blijkt nu dat er mogelijk twee verschillende ‘routes’ zijn die kunnen leiden tot dezelfde diagnose. De onderzoekers: “Onze bevindingen wijzen erop dat er bij jongeren met een gedragsstoornis structurele hersenverschillen zijn, afhankelijk van hun mishandelingsgeschiedenis. Dit suggereert dat mishandeling een unieke rol kan spelen in het ontstaan van deze stoornis.”
Als vervolgonderzoek deze resultaten bevestigt, zou het betekenen dat de medische wereld beter moet differentiëren tussen jongeren met én zonder mishandelingsverleden bij het stellen van een diagnose of het bepalen van een behandeltraject.
Wat is conduct disorder?
Een gedragsstoornis (’conduct disorder’) is een ernstige psychiatrische stoornis waarbij jongeren aanhoudend agressief en antisociaal gedrag vertonen. Denk aan vechten, liegen, pesten of het overtreden van regels. Naar schatting heeft 3% van de jeugd wereldwijd hiermee te maken. Een gedragsstoornis verhoogt de kans op latere problemen, zoals middelenmisbruik, psychische stoornissen en zelfs crimineel gedrag op volwassen leeftijd.
Hoewel de symptomen duidelijk zijn, was de biologische basis van een gedragsstoornis lange tijd onduidelijk. Dankzij nieuwe technieken, zoals hersenscans via MRI, begint hier nu verandering in te komen.
Wit en grijs: een kwestie van hersenmassa
Eerder onderzoek van dezelfde onderzoeksgroep liet zien dat jongeren met CD opvallende veranderingen vertonen in het zogenaamde grijze hersenweefsel — dat zijn hersengebieden rijk aan zenuwcellen, betrokken bij onder andere emotieverwerking en besluitvorming.
In het nieuwste onderzoek richtten de wetenschappers zich op wit hersenweefsel, dat vooral uit zenuwbanen bestaat die verschillende hersendelen met elkaar verbinden. Wat bleek? Jongeren met een gedragsstoornis die niet zijn mishandeld, vertonen afwijkingen in dit witte weefsel ten opzichte van gezonde leeftijdsgenoten. Jongeren met een gedragsstoornis én een verleden van mishandeling daarentegen, tonen geen afwijkingen in dit witte weefsel, maar wél in het grijze hersenweefsel. Dat lijkt te wijzen op twee verschillende oorzaken voor dezelfde stoornis. De onderzoekers: “Sommige jongeren ontwikkelen een gedragsstoornis mogelijk vanwege genetische aanleg, wat leidt tot veranderingen in witte stof. Bij anderen zorgt mishandeling in de kindertijd juist voor structurele veranderingen in grijze stof.”
Belangrijke hersenverbindingen aangetast
Er werd nog een opmerkelijk verschil gevonden: jongeren met een verleden van mishandeling vertonen veranderingen in een specifieke witte stofbaan — de superior longitudinal fasciculus. Deze baan speelt een cruciale rol in emoties, leren en sociale vaardigheden.
Volgens de onderzoekers onderstreept dit het belang van het vroeg herkennen én begrijpen van de impact van mishandeling op de hersenontwikkeling. De onderzoekers: “We hebben nog geen direct oorzakelijk verband bewezen tussen mishandeling en een gedragsstoornis, maar dit onderzoek ondersteunt wel sterk het idee dat de ervaring van mishandeling diepgaande gevolgen heeft voor het brein.”
Meer inzicht, betere behandeling
In het onderzoek werden hersenscans van 100 jongeren met een gedragsstoornis (waarvan 39 met mishandelingservaringen) vergeleken met die van 169 gezonde jongeren. Ouders werden bevraagd over mogelijke fysieke of seksuele mishandeling, maar er was ook ruimte voor andere vormen van negatieve jeugdervaringen.
De onderzoekers hopen dat hun bevindingen leiden tot verfijning van behandelingen. Als mishandelde en niet-mishandelde jongeren met een gedragsstoornis daadwerkelijk fundamenteel verschillen in hersenstructuur, zou dat kunnen betekenen dat ze ook verschillend reageren op therapieën.
Tot slot
Dit onderzoek is een belangrijke stap in de richting van een beter begrip van een gedragsstoornis. De boodschap is duidelijk: kindermishandeling laat niet alleen emotionele littekens achter, maar verandert daadwerkelijk de structuur van het zich ontwikkelende brein.
Meer onderzoek is nodig, aldus de onderzoekers, maar de hoop is dat deze inzichten uiteindelijk zullen bijdragen aan meer effectieve en gerichte behandelingen voor jongeren met gedragsproblemen.
Townend S, Staginnus M, Rogers J, et al. Testing the ecophenotype hypothesis: Differences in white matter microstructure in youth with conduct disorder with versus without a history of childhood abuse. Development and Psychopathology. Published online 2025:1-15. doi:10.1017/S0954579425000367
Dit artikel is gebaseerd op een artikel van de University of Bath
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.