Het lukt huisartsen nauwelijks om patiënten door te verwijzen naar de specialistische ggz. Uit een enquête van huisartsenvereniging LHV blijkt dat 93 procent weinig tot geen mogelijkheden ziet. En twee derde van de huisartsen lukt het slecht om door te verwijzen naar de basis-ggz. De problemen komen niet alleen door de lange wachtlijsten, er is ook geen goede samenwerking, aldus de LHV.
De LHV heeft begin dit jaar een enquête gehouden onder haar leden. Er deden 1641 huisartsen mee. De resultaten zijn nu bekend. Grootste knelpunt zijn de wachttijden zegt (92 procent) en het afwijzen van verwijzingen (72 procent). Ook worden patiënten terugverwezen zonder enig overleg. Huisartsen klagen vooral over gebrek aan overleg- en consultatiemogelijkheden voor mensen met meervoudige, complexe problemen.
De mogelijkheden tot verwijzing zijn minimaal, zeker als er geen sprake is van spoed maar een patiënt wel op korte termijn moet worden gezien. Driekwart van de artsen is hier uiterst negatief over. De ervaringen met de crisisdienst zien iets beter. Meer dan een derde van de huisartsen is hier positief over.
Overbruggingszorg
Door de lange wachtlijsten zijn huisartsen gedwongen meer overbruggingszorg te bieden: gemiddeld zo’n 3,7 uur per week. In de meeste huisartsenpraktijken neemt de poh-ggz dit voor zijn of haar rekening. Mogelijkheden voor overbruggingszorg buiten de praktijk zijn niet altijd bekend: maar een kwart van de huisartsen zegt deze te kennen. Ook doen huisartsen regelmatig lab-aanvragen of herhalingen van medicatie voor patiënten die in zorg zijn bij de ggz. Veruit de meeste huisartsen vinden dit eigenlijk niet hun taak. Toch doen zij dit af en toe, zeker als er een goede overdracht ligt vanuit de ggz en zij bekend zijn met de patiënt.
Maatschappelijk probleem
Voorzitter Ruth Peetoom betreurt de harde resultaten van de enquête: “Huisartsen zijn belangrijke poortwachters in ons zorgsysteem. Zij en hun praktijkondersteuners vangen veel hulpvragen over mentale klachten maandenlang op totdat er specialistische hulp beschikbaar is. Het is daarom belangrijk om naast elkaar te blijven staan om onze capaciteit te benutten voor de meest kwetsbare mensen.” Het aantal mensen dat hulp zoekt bij mentale klachten groeit al jaren in hoog tempo. In 2021 verwezen huisartsen ruim 42 procent meer mensen door naar de ggz dan twee jaar daarvoor. Tegelijkertijd groeit het aantal gesprekken met praktijkondersteuners in de huisartsenpraktijk en de wachtlijst voor specialistische zorg. Peetoom merkt op dat achter een deel van deze hulpvragen een maatschappelijk probleem schuilgaat. “Onze samenleving is de laatste jaren harder geworden en dat zie je ook terug in bijvoorbeeld verzuimcijfers op het werk en een stijging in het aantal daklozen in ons land. Het komt steeds vaker voor dat mensen klachten ontwikkelen en dan aankloppen bij de zorg omdat alternatieven nog onvoldoende bekend zijn. En dan krijgt een maatschappelijk probleem een medische jas.”
Exclusiecriteria
MIND zegt de uitkomsten van het LHV-onderzoek te herkennen in signalen van haar achterban: “In ons eigen onderzoek naar de ontoegankelijkheid van de ggz in 2023 bleek ook de worsteling van mensen met exclusiecriteria, financiële drempels, lange wachttijden en onvoldoende passend aanbod voor mensen met complexe zorgvragen. We roepen aanbieders op om exclusiecriteria te schrappen en mensen niet meer terug te verwijzen naar de huisarts. En in plaats daarvan zelf de nodige ondersteuning te bieden of te verwijzen naar zorg die wel passend is.”
Wachttijdondersteuning
In onderzoek van MIND, Nivel en Trimbos uit april dit jaar, blijkt dat huisartsen en poh’s-ggz nog te weinig verwijzen naar wachttijdondersteuning buiten de eigen praktijk. Dit komt door onbekendheid en onvoldoende vertrouwen in het aanbod. Betere samenwerking tussen de huisartsenpraktijk, ggz, sociaal domein en informele zorg kan de werkdruk van huisartsen verlichten en helpt mensen sneller aan de nodige hulp.
Mentale gezondheidsnetwerken
De verhouding met de ggz is ook niet optimaal voor het vormen van mentale gezondheidsnetwerken. In de meeste regio’s zijn die nog niet of maar gedeeltelijk van start gegaan. Het is moeilijk om alle betrokken partijen bij elkaar te krijgen en zijn er soms onduidelijkheden rondom de financiering. Er is twijfel of een mentaal gezondheidsnetwerk het fundamentele probleem van beperkte capaciteit en lange wachttijden in de specialistische ggz zal oplossen. Toch zien huisartsen de samenwerking wel als de juiste richting.
Bekijk hier de resultaten van de LHV-enquête.
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.