Wat gebeurt er als mensen zonder geheugenproblemen te horen krijgen of een verhoogd risico lopen op het krijgen van de ziekte van Alzheimer? Nieuw onderzoek laat zien dat het meedelen van amyloïdstatus – een belangrijke biomarker voor Alzheimer – niet leidt tot psychische problemen, maar wel de motivatie kan verlagen om gezonder te gaan leven.
Vroege signalen van Alzheimer in beeld
Alzheimer begint vaak sluipend, met veranderingen in de hersenen die al jaren aanwezig kunnen zijn voordat de eerste klachten optreden. Eén van de vroegste en meest onderzochte signalen is de ophoping van amyloïd bèta (Aβ) in de hersenen. Dankzij beeldvormingstechnieken zoals PET-scans is het tegenwoordig mogelijk om deze eiwitophopingen bij levende mensen te detecteren, nog voordat ze symptomen ervaren.
Volgens nieuwe wetenschappelijke criteria is een verhoogd amyloïdniveau zelfs voldoende voor een ’biologische’ diagnose van de ziekte van Alzheimer. Maar wat doet die kennis met mensen zónder klachten?
Het onderzoek: hoe reageren mensen op de uitslag?
In dit onderzoek werden 199 gezonde volwassenen zonder cognitieve klachten geïnformeerd over hun Aβ-status. Voorafgaand én zes maanden na het delen van de uitslag vulden zij vragenlijsten in over angst, depressie, geheugenklachten en hun motivatie om hun leefstijl aan te passen.
De resultaten zijn opvallend geruststellend: deelnemers die een niet-verhoogde amyloïdstatus kregen, voelden zich nadien minder angstig, minder somber en maakten zich minder zorgen over hun geheugen. Degenen met een verhoogde amyloïdstatus ervaarden géén toename van depressieve gevoelens of geheugenklachten en rapporteerden zelfs een lichte afname in angst.
Minder motivatie tot actie
Toch was er ook een onverwachte uitkomst: na het ontvangen van hun amyloïduitslag—of die nu verhoogd was of niet—daalde bij beide groepen de motivatie om hun leefstijl aan te passen. Denk aan gedragsveranderingen zoals meer bewegen, gezonder eten of beter slapen om het risico op cognitieve achteruitgang te verkleinen.
Voor onderzoekers is dit een belangrijk signaal. De wetenschap legt al jaren de link tussen een gezonde leefstijl en een lager risico op dementie. Maar als het ontvangen van informatie over je biomarkerstatus juist leidt tot passiviteit, dan is er werk aan de winkel.
Persoonlijke aanpak nodig
Een ander inzicht uit het onderzoek is dat mensen met een lager opleidingsniveau gevoeliger zijn voor een ’ongunstige’ reactie op het horen van een niet-verhoogde amyloïdstatus—mogelijk omdat zij de informatie anders interpreteren of minder vertrouwen op hun eigen kennis.
Daarom pleiten de onderzoekers voor een meer persoonlijke benadering bij het delen van dit soort medische informatie. Het gesprek moet niet alleen feitelijk juist zijn, maar ook afgestemd op iemands achtergrond, zorgen en mogelijkheden.
En dus...
Het goede nieuws: mensen schrikken niet massaal van het horen dat ze een verhoogde kans hebben op Alzheimer. Maar het mindere nieuws is dat deze kennis niet automatisch aanzet tot gezonder gedrag. Dat roept vragen op over hoe we informatie over toekomstige gezondheidsrisico’s het beste kunnen communiceren—zodat mensen zich niet alleen geïnformeerd, maar ook gemotiveerd voelen om in actie te komen.
Goswami S, Hartz SM, Oliver A, et al. Research Participant Interest in Learning Results of Biomarker Tests for Alzheimer Disease.
JAMA Netw Open. 2025;8(5):e252919.
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.