Verhalen en duiding over alledaags psychisch geweld.
In een blogreeks voor GGZ Totaal belicht Stichting Het Verdwenen Zelf alledaagse situaties die schijnbaar onschuldig lijken, maar voor slachtoffers van dwingende controle en psychisch geweld een dagelijkse realiteit van onderdrukking en angst vormen. Deze getuigenissen bieden een kijkje in de vaak verborgen wereld van huiselijk geweld, waar de controle zich uitstrekt tot de meest basale aspecten van het dagelijks leven.
“Het is uit onderzoek bekend dat de gevolgen ervan even ernstig, zo niet ernstiger, als andere vormen van kindermishandeling zijn”, zegt adviseur Iris Koops van Het Verdwenen Zelf. “En psychisch geweld tegen kinderen en jongeren krijgt zeker niet de aandacht die het verdient. De pleger onderwerpt het slachtoffer aan een vrijheidsbeperkend regime van dagelijks vernederen, isoleren, manipuleren, bedreigen, denigreren, lastigvallen, intimideren en controleren.”
Deze reeks is bedoeld om inzicht te geven in de destructieve, eenzijdige dynamiek van dwingende controle. Jonge slachtoffers kunnen niets anders dan ‘ondergaan’, wat Deni in haar getuigenissen pijnlijk blootlegt. Het doel is om bewustzijn te creëren en professionals aan te moedigen om de signalen te herkennen en slachtoffers te ondersteunen bij het vinden van hulp. Laten we samen deze verborgen vorm van geweld aan het licht brengen en een verschil maken in het leven van degenen die eronder lijden.
Deze vijfdelige serie is bedoeld om zowel slachtoffers als professionals inzicht te geven in de subtiele, maar destructieve, eenzijdige dynamiek van dwingende controle. We hopen dat het professionals helpt om de signalen te herkennen bij hun cliënten en slachtoffers aanmoedigt om hulp te zoeken. Lees vandaag deel 4.
---
Herkenbare huis-, tuin- en keukensituaties: Omdat ik het fijn had, werd ik gestraft!
In deze nieuwe, ogenschijnlijk alledaagse situatie wordt Deni genoodzaakt haar normale, menselijke behoefte aan warm en veilig contact verborgen te houden voor haar vader. Hij wordt jaloers als hij merkt dat ze fijne ervaringen hiermee heeft, en straft haar hierom. Om nog iets van haar eigenheid te behouden, moet Deni wel ondergronds gaan
Vakantie?!
Op vakantie gaan. We deden het elk jaar met ons gezin. Dat was vroeger wel anders. We gingen nooit op vakantie.
Mam wilde wel, maar pa wilde niet. Die wilde thuisblijven. Mam bleef dus ook thuis. Heel af en toe, wanneer een familie van vaders kant ons uitnodigde, mochten we kort op vakantie. Voor een of een paar nachtjes. Ik denk dat dit in onze jeugd hooguit een keer of drie gebeurde.
We logeerden die keren bij zijn broer en vrouw. Niemand van ons werd gek aangekeken. Er was aandacht, lekker eten, tijd, een spelletje, lekker buiten spelen zonder gemopper van pa, en zelfs af en toe er zelf op uit, en ontdekken. Ook mochten we weleens naar een pretpark. Maar alleen omdat de ander, oom dus, betaalde. Er was warmte. En er waren leuke grappen. Maar had ik het te leuk met mijn oom of tante, dan werd pa jaloers. Het resulteerde in ruzie. Dus dat deden we maar niet meer zo openlijk.
Op school schreef ik enthousiast over mijn vakantie in een opstel. Het was voor mij zo speciaal dat het echt heel wat was. Dit leek pa op de zenuwen te werken. Hij vond het overdreven.
Prompt het jaar erop bleven we thuis. Dit keer kon opa (zijn vader) wel bij ons komen logeren. Ook dat was eenmalig. Opa had een ‘gebruiksaanwijzing’. En hoewel wij kinderen het best gezellig vonden, was er geen sprake van dat die man ooit nog mocht logeren bij ons.
De jaren erna kwamen oom en tante af en toe bij ons logeren. Dat mocht alleen maar, als oom en tante iets voor ons deden. Deden als in: mam helpen met schoonmaken, pa helpen met een klus bijvoorbeeld schilderen, de trapleuning, kozijn maken tussen woonkamer en keuken, duivenhok timmeren voor pa. Altijd was er een klus. Met de afgemaakte klussen verdwenen ook de logeerpartijen met oom en tante.
Daarna mocht ik dan af en toe in de vakantie logeren bij een andere zus van pa. Ja, want zijn familie was beter dan die van mam. Bracht zijn zus me terug vol enthousiasme over dat ik zo gezellig was, goed luisterde enz, dan was pa boos. Boos op mij. Vriendelijk naar zijn zus en haar man. Zodra de deur dicht ging kreeg ik straf. Want “had ik maar niet zo leuk moeten zijn daar. En waarom was ik daar wel spraakzaam en thuis niet?” Hoe ik ook uitleg gaf, het had geen enkele zin. Op het einde volgde altijd wel een straf.
Vaak moest mam dan nog met me praten. Een herhaling van het verhaal dat pa al verteld had. Ik kon er niks mee. En voelde me alleen. Daar leek geen boodschap aan.
Toen ik ouder was, mocht ik na heel lang overleggen mee op vakantie met een vriendinnetje. Ik was inmiddels al een jaar of 13.
Ik had echter een vriendje gekregen op vakantie. Pa ontplofte. Ik mocht hem niet bellen. Ik deed dit dus stiekem vanuit een telefooncel tijdens het hond uitlaten. Tot een buurman dit zei tegen pa waardoor hij het ontdekte. Daarna belde ik stiekem in onbekende telefooncellen waar absoluut geen bekenden konden komen. Pa bleef over het uiterlijk van dit vriendje schertsen en bleef onaardige liedjes zingen die toen in waren, waarop hij hard lachte als ik rood kleurde, me ongemakkelijk voelde, boos werd of verdrietig. Ik sprak er dus niet meer over. Voor hen had ik geen vriendje meer.
Af en toe mocht ik van de moeder van het vriendinnetje bij hen thuis mailen of bellen. Na een tijdje bleek het toch lastig voor mijn vriendje. Dus het ging uit.
Vakantie met die vriendin met die ouders? Nee, dat kon ik wel op mijn buik schrijven. Dat ging nooit meer gebeuren. En zo was het.
Met 13 jaar waren de vakanties verleden tijd.
Deni
---
Duiding door Gebi Rodenburg: Psycholoog NIP, staflid stichting Het Verdwenen Zelf
Dankzij een zeldzame keer dat het gezin op vakantie gaat, krijgt de jonge Deni de kans om een normale, wederkerige en warme gezinssituatie mee te maken. Uniek en belangrijk voor haar. Haar stiefvader lijkt het echter niet te kunnen verdragen dat ze hiervan geniet en dat er een band ontstaat tussen Deni en haar oom en tante. Het is bekend dat plegers van dwingende controle het moeilijk vinden als gezinsleden normale, menselijke connecties hebben met anderen buiten het gezin. Ze beschouwen de gezinsleden als hun eigendom, die gericht moeten blijven op de behoeften van de pleger – ten koste van de normale ontwikkeling naar een autonoom zelf.
Deni’s eigenheid en eigen ervaringen worden letterlijk afgestraft. Door de obsessieve controle van haar stiefvader wordt ze steeds meer geïsoleerd van normale, wederkerige menselijkheid in de buitenwereld. In het bijzijn van tante doet hij aardig, maar zodra tante weg is, slaat hij volledig om naar kwaadaardigheid achter de voordeur. De pleger lijkt bewust van gedaante te veranderen – een manipulatievorm die ‘shapeshifting’ wordt genoemd. Zo isoleert hij zijn stiefdochter van familieleden waar ze een fijne band mee heeft. Deze contacten worden per direct verleden tijd. Stiefvader geeft letterlijk als reden voor de straf: “Had je maar niet zo leuk moeten zijn daar! En waarom was je wel spraakzaam daar en thuis niet?” Het wordt Deni onmogelijk gemaakt voor zichzelf op te komen. “Het heeft geen enkele zin, op het einde volgt altijd straf,” zegt ze wanhopig. Moeder wordt vervolgens ook ingezet als verlengstuk van vaders straf. Deni moet gericht blijven op haar vader die alle touwtjes in handen houdt – 24/7 beschikbaar voor zijn behoeften en grillen, als zijn voeding en voorraad. De controle reikt nog verder buiten het gezin, waar ze ook in de gaten wordt gehouden door omstanders.
Gezelligheid en genieten zijn verboden. Het licht moet gedoofd.
Een normale, liefdevolle ouder zou juist blij zijn als het kind iets leuks heeft meegemaakt: ‘Vertel! Hoe was je dag? Wat heb je allemaal gedaan? Wat fijn voor je dat het zo leuk was!’
Zondebok-kinderen zoals Deni hebben iets krachtigs en eigens – een lijntje met hun authentieke ik dat, hoe dun ook, blijft bestaan als innerlijk houvast. Plegers die leven vanuit macht en controle lijken het moeilijk te verdragen dat deze kinderen deze eigenheid hebben en houden. Doordat ze contact houden met hun innerlijke morele kompas, voelen en weten ze of iets rechtvaardig is of niet. Ze worden het afvoerputje van de uitbestede woede van de pleger-ouder, vastgezet in een doolhof zonder uitgang, gedwongen zichzelf op te geven. Een pijnlijke en ongemakkelijke waarheid voor omstanders.
De gevolgen voor zondebok-kinderen zijn onder andere hechtingstrauma met ernstige traumasymptomen op latere leeftijd. Ze hebben diepe negatieve overtuigingen over zichzelf, doordat de pleger-ouder die negatieve boodschappen letterlijk heeft ingeprent. Het kind is emotioneel en psychisch dermate mishandeld dat het (deels) is gaan geloven dat het een slecht kind moet zijn – een onbewuste, schrijnende conclusie.
Net als in eerdere delen van deze blogreeks mag de jonge Deni van haar stiefvader niet gericht zijn op haar eigen behoeften. Ze moet zich volledig richten op zijn behoeften – hij is de dwingende spil waarop dit gezinssysteem draait. Zij vormt als het ware zijn voeding en voorraad. Het meisje moet zich in allerhande bochten wringen. Het is nooit goed genoeg. Het wordt haar actief bemoeilijkt haar eigen autonome ontwikkeling te gaan en haar eigen weg te vinden.
In mijn praktijk vraag ik cliënten die als zondebok moesten opgroeien, of er iemand is geweest die hen oprecht zag en begreep – iemand die veilig en oprecht geïnteresseerd was in hen, al was het maar voor een kort moment. Zo’n veilig contact, ook al is het met een huisdier, blijkt van onschatbare waarde voor het verwerkings- en helingsproces. De herinnering eraan blijft voor altijd een anker en houvast.
Wij van Stichting Het Verdwenen Zelf willen een lans breken voor deze zondebok-kinderen. We willen ze een stem geven die hen is ontnomen. We hopen dat deze eenzame, geïsoleerde kinderen meer in beeld komen bij de hulpverlening. Heb als professional de moed door te vragen en echt te luisteren naar hun verhaal, om vroegtijdig verdere schade te voorkomen. In het boek ‘Je leven in eigen hand’ van Iris Koops staat meer over deze specifieke vorm van betrayal trauma (Freyd) – een aanrader om dit beter te leren herkennen en deze slachtoffers te ondersteunen in hun herstel.
Wees als professional dat ene anker, die houvast geeft voor de rest van het leven van dit kind.
In ons laatste deel vertelt Deni ons hoe het haar is gelukt haar weg uit het doolhof te vinden en met grote innerlijke veerkracht zichzelf te herontdekken en een vervuld leven te leiden. Het getuigt van een bijzondere kracht en authenticiteit dat haar dit uiteindelijk is gelukt.
---
Lees ook deel 1 en 2 (in één blog) en deel 3 in de reeks Herkenbare huis-, tuin- en keukensituaties: Verhalen en duiding over alledaags psychisch geweld.
---
Vooruitblik naar de volgende delen
In deze reeks zal Het Verdwenen Zelf verder ingaan op verschillende dagelijkse situaties die door de lens van dwingende controle worden vervormd. Elke blogpost zal de dynamiek van controle en manipulatie binnen verschillende contexten belichten, en hoe deze de psyche van het slachtoffer beïnvloeden. “Elke beschreven situatie in deze reeks is een oproep tot bewustwording en actie. Voor professionals hopen we dat deze getuigenissen inzicht bieden in de subtiele maar ernstige aard van psychisch geweld. Voor verdere verdieping bieden we trainingen aan voor professionals en de boeken van Iris Koops voor waardevolle inzichten voor het herkennen en aanpakken van deze problematiek.”
Kijk ook op de website van Het Verdwenen Zelf: https://verdwenenzelf.org/
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.