Nieuw onderzoek laat zien hoe het zit
Het aantal mensen met psychische klachten neemt toe. De ggz gaat te snel over op (beeld)bellen. Dit soort berichten over de ggz in coronatijd volgen elkaar in hoog tempo op. Tot nu toe moesten we het vooral doen met vermoedens, meningen en ervaringen, maar nu zijn de eerste onderzoeksresultaten bekend.
Stel je voor: je hebt psychische klachten en je hoort bij de 97% van de cliënten die hulp krijgt buiten een ggz-instelling. Van de een op de andere dag stopt je behandeling of moet je gaan beeldbellen. Terwijl je geen geld hebt voor een computer en je mobiele telefoon uit het jaar nul stamt. Of terwijl je – door de crisissituatie nog meer dan anders – op een knuffel, oogcontact en lijfelijke aanwezigheid zit te wachten. Over de zorgen rond beeldbellen, waarbij veel ggz-collega’s in coronatijd zweren, schreven we al eerder uitgebreid.
Zijn die zorgen terecht? Zowel cliëntenorganisatie MIND als het Trimbos-instituut (onafhankelijk kenniscentrum voor de ggz), deden er onderzoek naar. En dat niet alleen. Ze wierpen ook meer licht op een aantal andere vragen waarover veel wordt bericht, maar waarop tot nu toe niemand het antwoord zeker wist. Zijn cliënten inderdaad ontevreden over de psychische hulp in coronatijd? Is er echt zo weinig face-to-face-contact? En neemt het aantal psychische klachten werkelijk toe? Kortom: wat zijn de feiten over de gevolgen van de coronacrisis voor de ggz?
Nieuw onderzoek MIND en Trimbos
Om de feiten boven tafel te krijgen, zette MIND op 23 maart 2020 een eerste corona-vragenlijst uit onder haar ggz-panel. Dit panel bestaat uit 4.000 mensen met uiteenlopende psychische klachten. Een maand later bevroeg de koepel voor cliënten- en familieorganisaties het opnieuw. Tot 9 mei reageerden in totaal 1.162 cliënten en hun naasten.
Tegelijkertijd stuurde het Trimbos Instituut een enquête naar zijn panel Psychisch Gezien. Via dit panel laten zo’n 2.000 volwassenen, die langere tijd last hebben van ernstige psychische klachten, hun stem horen. Bijvoorbeeld aan politici, media en zorgverzekeraars. Zo’n 600 leden deden mee: vanwege de systematische opzet van het onderzoek is dat representatief.
Het Trimbos Instituut voerde daarnaast een enquête uit onder mensen die eerder meededen aan onderzoek over cannabisgebruik. Tot 21 april 2020 waren er 588 deelnemers.
Bevestigen of weerleggen deze onderzoeken de zorgen over de geestelijke gezondheid in coronatijd?
Schiet de hulpverlening inderdaad tekort?
Dat hangt ervan af hoe je het bekijkt. Van de deelnemers aan het MIND-onderzoek krijgt een kwart sinds de crisis geen behandeling. Dat is beter dan een maand eerder: toen was dat 60%. De dagbesteding ligt voor 80% van de cliënten nog steeds stil. Maar ondanks dat verandert de waardering voor de hulpverlening niet. Het rapportcijfer is nog altijd een 6,9. Ook vindt driekwart van de cliënten dat professionals hun best doen om de benodigde hulp te geven: dat blijkt uit het onderzoek onder het panel Psychisch Gezien. Het onderzoek van MIND bevestigt dat. Meer dan de helft van de deelnemers vindt dat hulpverleners er alles aan doen om cliënten zo goed mogelijk te helpen in deze crisistijd. Maar hoe ziet die hulp eruit?
Is er echt zo weinig face-to-face-contact?
De Richtlijn ggz en corona is volgens de onderzoeken in ieder geval nog geen dagelijkse praktijk. Daarin wordt geadviseerd om de zorg te geven die nodig is: face-to-face-contact niet uitgezonderd (mits het veilig kan). Toch ziet driekwart van de Trimbos-panelleden nog altijd geen hulpverlener(s) in levenden lijve. Het aantal cliënten dat thuis hulp krijgt, daalde sinds de crisis van 38% naar 9%. Bovendien nam de hoeveelheid hulp af bij 56% van hen.
Ondanks dat is een kleine meerderheid (55%) van de cliënten tevreden met alternatieve vormen van hulp. Ook de afgenomen hoeveelheid hulp vindt 62% nog voldoende, zo blijkt uit het Trimbos-onderzoek. Maar de meerderheid van de MIND-panelleden geeft aan dat beeldbellen, whatsapp en mails voor hen minder goed werken dan face-to-face-contact.
Leidt dit, bovenop de crisis, werkelijk tot meer psychische klachten?
Niet alleen hulpverleners, ook naasten van cliënten maken zich hierover grote zorgen. Van de familie en andere naasten die de vragenlijst van MIND invulden, is 86% erg bezorgd, driekwart voelt zich machteloos en 20% weet niet goed voor zichzelf te zorgen. De onderzoeksresultaten ondersteunen dat deels.
Uit de enquête onder het panel Psychisch Gezien – met cliënten die langdurig ernstige psychische klachten hebben – blijkt dat 40% meer klachten ervaart dan voorheen. De kwaliteit van leven daalde iets: van een 6+ naar een 6-. Opvallend is dat mensen met psychosen zich juist beter voelen: ze ervaren meer rust, minder prikkels en minder (sociale) stress. De coronacrisis valt vooral zwaar voor wie somber is.
Het onderzoek van MIND – waaraan mensen met een grote diversiteit aan psychische klachten deelnamen – toont een negatiever beeld. Bij 65% van de mensen die al psychische klachten hadden voor de coronacrisis, namen hun klachten toe. Daarbij gaat het vooral om spanning en stress. Eind maart had nog de helft van de cliënten meer klachten en toen ging het vooral om angst en paniek. Maar een derde heeft dusdanige klachten dat ze niet weten hoe ze de komende tijd moeten doorkomen.
Hoe zit het met middelengebruik in coronatijd? Tussentijdse resultaten van het Trimbos-onderzoek laten zien dat 42% van de cannabisgebruikers vaker hasj of wiet gebruikt. Het gaat vooral om meer gebruik op een dag. Verveling is de belangrijkste reden om meer te gaan gebruiken. Nog onbekend is wat de korte- en lange termijn gevolgen van de coronacrisis zijn op het alcoholgebruik in Nederland.
Waar hopen cliënten met psychische problemen op?
Sinds begin april van dit jaar gaat er een vragenlijst rond op LinkedIn van het lectoraat Onbegrepen gedrag, zorg en samenleving (een kennisinstituut van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen). Doel is – net als de eerder genoemde onderzoeken – om de psychische effecten van corona beter in beeld te brengen. En vooral de kansen om daar veerkrachtig mee om te gaan. Tot nu toe deelden 145 hulpverleners, naasten en cliënten ervaringen en tips. Ze staan samengevat op de tijdelijke website www.veerkrachtanderhalf.nl. Uit de inhoud kun je de genoemde wensen en mogelijkheden afleiden. Projectleider Jessy Berkvens: “We hopen dat we via deze leerloep mooie initiatieven kunnen verduurzamen, want de crisis is helaas voorlopig nog niet voorbij. Er is vooral behoefte aan een zo gelijkwaardig mogelijke samenwerking tussen cliënten en professionals.” Daarom vind je op de website bijvoorbeeld een gespreksstructuur voor betere afspraken tussen hulpverlener en cliënt. En een afwegingskader voor face-to-face-contact of alternatieven.
Volgend rapport beter?
Ook uit de onderzoeken van MIND en het Trimbos Instituut blijkt dat het voor cliënten veel uitmaakt of hulpverleners met hen overleggen over de manier waarop het contact tijdens de pandemie het beste kan plaatsvinden. Volgens beide onderzoeken vond dat overleg in de helft van de gevallen niet plaats, terwijl de ggz-richtlijn dat wel voorschrijft. Als het aan de cliënten ligt, hebben ze ook vaker face-to-face-contact en spreken ze liever in de buitenlucht af dan via beeldbellen.
En hulpverleners die wel overleggen over alternatieve manieren van hulp? Die krijgen van panel Psychisch Gezien geen 6,9 maar een 7,6 op hun rapport.
Over twee maanden herhalen MIND en het Trimbos Instituut hun onderzoeken om de voortgang te meten. De onderzoeksresultaten over cannabisgebruik werkt het Trimbos Instituut periodiek bij op www.trimbos.nl. Op de website www.veerkrachtanderhalf.nl van het lectoraat Onbegrepen gedrag, zorg en samenleving vind je wekelijks nieuwe informatie.