Patiënten in de vroege fase van psychose reageren vaak anders op behandelingen dan mensen met een chronische vorm van de aandoening. Begrijpen hoe de hersenen veranderen tijdens deze overgang is cruciaal voor het ontwikkelen van gerichte behandelings- en preventiestrategieën. Toch is nog weinig bekend over hoe de symptomen zich precies ontwikkelen en welke rol het brein hierin speelt.
Onderzoekers van de Yale School of Medicine (YSM) brachten hier recent verandering in. Zij onderzochten patiënten met vroege én chronische psychose om de evolutie van symptomen te volgen en betrokken hersennetwerken in kaart te brengen. Hun bevindingen verschenen in het vakblad Neuropsychopharmacology.
In het onderzoek werd gekeken naar onderliggende hersennetwerken – gebieden die functioneel met elkaar verbonden zijn – om symptomen te koppelen aan specifieke hersenregio’s bij patiënten met vroege of chronische psychose.
Vroege versus chronische psychose: een verschil in behandeling
De oorzaak van psychosesymptomen is nog niet volledig duidelijk, maar algemeen wordt aangenomen dat ze voortkomen uit verstoorde of veranderde hersenactiviteit.
Psychosesymptomen worden vaak onderverdeeld in ‘positieve’ symptomen, zoals hallucinaties en wanen (ervaringen die bij gezonde personen niet voorkomen), en ‘negatieve’ symptomen, zoals geheugenproblemen, chaotisch denken, gebrek aan motivatie en het verlies van plezier.
Opvallend is dat negatieve symptomen meestal als eerste optreden. Naarmate de psychose verergert, ontwikkelen zich positieve symptomen.
Hoewel patiënten met vroege en chronische psychose soortgelijke symptomen ervaren, reageren zij verschillend op behandelingen. Volgens de onderzoekers blijkt dat patiënten betere vooruitzichten hebben wanneer ze vroegtijdig behandeld worden. ”Chronische psychose gaat vaker gepaard met terugval, en de bestaande behandelingen zijn dan minder effectief.”
Tot nu toe zijn er weinig langlopende studies uitgevoerd die patiënten volgen tijdens de overgang van vroege naar chronische psychose. Meer inzicht hierin zou kunnen helpen om behandelingen beter af te stemmen op het verloop van de aandoening.
Hersennetwerken gekoppeld aan symptomen
Om dit kennisgat te dichten, werden twee grootschalige openbare datasets onderzocht, die gegevens bevatten van patiënten bij wie de symptomen binnen vijf jaar na dataverzameling begonnen. Vervolgens werd informatie geanalyseerd van 107 vroege psychosepatiënten en vergeleken die met 57 gezonde deelnemers, en daarnaast gegevens van 123 patiënten en 99 gezonde deelnemers.
Door gebruik te maken van machine learning trainden de onderzoekers een model dat op basis van functionele MRI-beelden en symptoomgegevens kon voorspellen welke symptomen patiënten ervoeren.
De uitkomsten waren opvallend: het model kon positieve én negatieve symptomen in beide patiëntengroepen voorspellen. De voorspellende kracht was sterker bij chronische patiënten, waarschijnlijk omdat hun symptomen ernstiger zijn.
Hoewel psychose ontstaat door verstoringen in het gehele brein, bleek één netwerk in het bijzonder een centrale rol te spelen: het frontoparietale netwerk. Dit gebied is belangrijk voor cognitieve flexibiliteit, controle over gedrag en het coördineren van handelingen.
Volgens Foster zijn vooral negatieve symptomen, zoals geheugen- en motivatiestoornissen, mogelijk gelinkt aan verstoringen in dit netwerk.
Hoop voor betere behandeling
De onderzoekers zien hun bevindingen als een belangrijke stap in het beter begrijpen van de neurobiologie van psychose. ”Als we hersenverschillen kunnen karakteriseren in relatie tot symptomen, kunnen we mogelijk biomarkers of aanknopingspunten voor behandeling identificeren,” stellen zij. ”Met verder onderzoek zouden we zelfs overgangspunten kunnen voorspellen om patiënten tijdens hun behandeling nauwkeuriger te monitoren.”
Toekomstig onderzoek moet patiënten langere tijd volgen om te bekijken hoe deze hersennetwerken veranderen gedurende de levensloop van psychose. Die inzichten kunnen leiden tot nieuwe behandelopties en mogelijk voorkomen dat symptomen verergeren.
Maya L. Foster et al, Connectome-based predictive modeling of early and chronic psychosis symptoms,
Gepubliceerd in Neuropsychopharmacology (2025).
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.