Hoogleraar orthopedagogiek Laura Batstra zet zich in tegen stoornisdenken en overmedicalisatie. Dat doet ze onder andere door posts op social media. Hoewel het soms vechten tegen de bierkaai lijkt, gelooft Batstra dat een hoop kleine acties uiteindelijk tot grote veranderingen kunnen leiden. Dat schrijft de RijksUniversiteit Groningen (RUG)
“Publiceren in wetenschappelijke tijdschriften is leuk, maar als je wetenschappelijke kennis op Linkedin deelt dan gebeurt er tenminste ook écht iets”, vindt hoogleraar orthopedagogiek Laura Batstra. Of het nu gaat om misstanden in de farmaceutische industrie of onderzoekers die beweren dat ADHD een hersendefect is: Batstra laat online van zich horen. En met 7.500 LinkedIn volgers en honderden likes per post heeft ze een behoorlijk groot bereik.
Stoornisdenken
Volgens Batstra zijn we in de afgelopen jaren flink doorgeschoten in het stoornisdenken. “Als mensen klachten ervaren die eigenlijk gewoon bij het leven horen, dan denken we te snel dat er iets mis is. En dat er individuele medische hulp moet komen. Denk bijvoorbeeld aan een kind wat gewoon een beetje druk is, maar ADHD medicatie krijgt voorgeschreven. Of iemand die het label ‘complexe rouw’ opgeplakt krijgt omdat hij te lang verdriet om een overleden dierbare zou hebben. Het is niet dat ik deze klachten wil ontkennen of bagatelliseren maar ik vind dat we kritisch moeten zijn of ze wel thuishoren in de psychiatrie en of we ze met medicijnen moeten behandelen.”
Carrièreswitch
Dat er snel stoornisclassificaties gesteld worden en medicijnen voorgeschreven worden, merkte Batstra toen zij nog zelf in de psychiatrie werkzaam was. Omdat er binnen de GGZ-instelling waar zij werkte weinig ruimte was om dit aan de kaak te stellen, nam Batstra in 2010 ontslag en ging ze als onderzoeker en docent aan de slag bij de Rijksuniversiteit Groningen. Inmiddels is Batstra ruim drie jaar hoogleraar op de leerstoel ‘Medicalisation of behavioral, educational and societal problems’ en is het haar werk om (over)medicalisatie tegen te gaan. Het beïnvloeden van de informatiestroom over dit onderwerp ziet zij als een belangrijk én zingevend onderdeel van haar werk. “Ik prijs me regelmatig gelukkig dat ik dit werk mag doen.”
Vechten tegen de bierkaai
Een van de manieren waarop Batstra tegenwicht aan het dominante model van stoornisdenken probeert te bieden is door te posten op social media. “Ondanks dat we langzaam in de goede richting bewegen, blijft het ook een beetje vechten tegen de bierkaai. Er is een grote groep professionals die nog naar hartenlust met het medisch model werken en daarover posten. Die posts vallen erg goed in de smaak bij het grote publiek en krijgen ontzettend veel likes en aandacht. Daar worden mijn collega’s en ik weleens moedeloos van.”
Belangenverstrengeling
Zo stuitte Batstra een poos geleden op een post van een onderzoekster die vrouwen in de overgang met concentratieproblemen aanraadde om bepaalde ADHD medicatie te gebruiken. Ook als ze helemaal geen classificatie ADHD hebben. “Toen ik deze onderzoekster opzocht, zag ik dat ze aandelen in farmaceutische bedrijven had en dat deze bedrijven haar onderzoek ook hadden gesponsord. Mijn tegenbericht kreeg veel aandacht, maar niet zoveel als het originele bericht al had gehad”.
Hoopvol
Toch blijft Batstra strijdbaar. De hoogleraar is ervan overtuigd dat een hoop kleine acties uiteindelijk tot grotere veranderingen kunnen leiden en dat het stoornisdenken doorbroken kan worden. “De sociologen hebben daar een mooie term voor: de micromechanismen van de macht. Dat betekent dat een hoop kleine berichtjes, boodschapjes of prikjes samen één grote prikkel vormen. Als meer mensen zich laten horen dan geloof ik dat we echt iets kunnen veranderen.”
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.