”Iedere moeder wil in principe het beste voor haar kinderen. Niet alle moeders zijn echter in staat, als gevolg van hun problematiek, dit ’beste’ ook daadwerkelijk in praktijk te brengen. Deze moeders moet tegen zichzelf worden beschermd en ook het ongeboren kind verdient onze bescherming.” Dat zegt Sigrid van de Poel, bestuurder Jeugdbescherming regio Amsterdam, afgelopen week in de Volkskrant.
Van de Poel schrijft: ”Het rapport Prenatale Kinderbescherming en de rol van de overheid ligt nu bij staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie en zijn collega’s Schippers en Van Rijn van Volksgezondheid. Het is goed dat dit rapport is opgesteld en het onderwerp de aandacht van de landelijke media krijgt. De huidige wetgeving is namelijk niet expliciet genoeg over de rechten van ongeboren kinderen die beschermd moeten worden tegen hun moeder, wanneer die schadelijk gedrag vertoont voor het ongeboren kind. Hierbij moet je denken aan het gebruik van alcohol en roken, beiden gewoon legaal in Nederland. Toch wordt bij excessief gebruik de ongeboren vrucht geschaad.”
Jeugdbeschermers
”Je moet gezinsmanagers niet opzadelen met een verantwoordelijkheid die ze niet kunnen waarmaken”, aldus Van der Poel, ”In het rapport wordt vooral de nadruk gelegd op het oplossen van het probleem door de inzet van jeugdbeschermers van een gecertificeerde instelling. Jeugdbeschermers zijn er om de veiligheid van kinderen te garanderen, desnoods door de kinderen uit huis te plaatsen als ouders niet in staat zijn deze veiligheid te bieden.
Maar hoe haal je een ongeboren kind weg bij de moeder die een bedreiging vormt? Zie hier de valkuil waar we niet in moeten stappen. Je moet gezinsmanagers niet opzadelen met een verantwoordelijkheid die ze niet kunnen waarmaken. Zij hebben hier ten aanzien van de moeder nauwelijks bevoegdheden voor. Zij zijn onmachtig om iets aan het probleem te doen en kunnen alleen maar hopen dat de schade meevalt en het kind weghalen zodra het geboren is. Het kwaad in de vorm van verslaafd geboren worden of een foetaal alcoholsyndroom, wat blijvende schade kan geven, is dan al geschied.
De instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en gemeenten hebben deze bevoegdheid wel. Zij kunnen een zwangere vrouw opnemen indien zij een bedreiging is voor zichzelf of anderen (lees: haar ongeboren kind). Als die hun verantwoordelijkheid niet nemen, kan van bescherming van ongeboren kinderen geen sprake zijn.
Zwangere vrouwen moeten gedwongen opgenomen kunnen worden als hun gedrag bedreigend is voor het ongeboren kind.”
Bron en verder lezen:








