Een nieuwe grootschalige klinische studie in de VS laat zien dat zowel kortdurende traumagerichte psychotherapie als behandeling met antidepressiva effectieve opties zijn voor patiënten met posttraumatische stressstoornis (PTSS) in de eerste lijn. Wel blijkt dat veel patiënten moeite hebben om een behandeling vol te houden, en dat extra ondersteuning nodig kan zijn om betrokkenheid te verbeteren.
Evenveel baat bij therapie als bij medicatie
Onderzoekers vergeleken in een gerandomiseerde klinische trial de effectiviteit van een korte traumagerichte psychotherapie, de Written Exposure Therapy (WET), met drie veelgebruikte selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s): sertraline, fluoxetine en paroxetine.
In totaal namen 700 patiënten met PTSS deel, afkomstig uit huisartsenpraktijken en veteranenzorgcentra in de Verenigde Staten. De gemiddelde leeftijd was 45 jaar, en ruim 60 procent was man. De studie liep van april 2021 tot juni 2024.
Na vier maanden bleken beide behandelingen een klinisch betekenisvolle afname van PTSS-symptomen te geven. Patiënten die een SSRI gebruikten, rapporteerden een gemiddelde daling van 14 punten op de DSM-5 PTSD Checklist (PCL-5), terwijl de groep die WET volgde een daling van 12,1 punten liet zien. Het verschil tussen de groepen was niet statistisch significant.
Moeilijke behandeltrouw
Een belangrijk knelpunt bleek de behandeltrouw. Slechts 52 procent van de patiënten in de SSRI-groep gebruikte hun medicatie zoals voorgeschreven, en slechts 32 procent van de WET-deelnemers voltooide alle therapiesessies.
Volgens de onderzoekers wijst dit erop dat het niet de effectiviteit van de methode zelf is die de uitkomst beperkt, maar de moeilijkheid voor veel patiënten om de behandeling vol te houden.
Wat werkt bij onvoldoende respons?
Voor patiënten die niet reageerden op een SSRI, werden twee vervolgopties onderzocht: overschakelen op een serotonine-noradrenalineheropnameremmer (SNRI; venlafaxine) of het toevoegen van WET.
De resultaten waren duidelijk: patiënten die overstapten naar venlafaxine verbeterden gemiddeld met 9,2 punten op de PCL-5, tegenover slechts 2,3 punten verbetering bij degenen die WET als aanvulling kregen. Dit verschil was statistisch significant.
Betrokkenheid is sleutel
De onderzoekers concluderen dat behandeling van PTSS in de huisartsenpraktijk zowel met medicatie als met korte traumagerichte psychotherapie goed mogelijk is. Beide strategieën leiden tot betekenisvolle verbeteringen in symptomen.
Wel is extra aandacht nodig voor motivatie en ondersteuning, zodat patiënten hun behandeling daadwerkelijk afronden. Voor wie onvoldoende baat heeft bij een SSRI, lijkt overschakelen naar een SNRI effectiever dan het toevoegen van een psychotherapeutische interventie.
John C. Fortney et al.: Pragmatic Comparative Effectiveness of Primary Care Treatments for Posttraumatic Stress DisorderA Randomized Clinical Trial.
JAMA Psychiatry, Published Online: October 15, 2025. doi: 10.1001/jamapsychiatry.2025.2962
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.








