Langs de verschillende grondsoorten en haar bewoners onderzoekt De laatste dagen van de dorpsgek hoe er in Friesland door de eeuwen heen is omgegaan met geestelijke gezondheid. Hoe kan het dat er relatief veel suïcides op het platteland voorkomen, in tegenstelling tot een relatief lage aanspraak op de ggz? Waar is de dorpsgek gebleven? En waar ligt de grens tussen ‘krankzinnig’ gedrag en ‘anders zijn’? Anne-Goaitske Breteler schreef er een boeiend boek over. Johan Atsma ging met haar in gesprek.
Anne-Goaitske Breteler heeft het druk. Er staat een in het Fries geschreven boekenweekgeschenk in de stijgers en met enige regelmaat geeft ze lezingen over de boeken die ze tot nu toe schreef. Maar op dit moment is het vooral haar zoontje van net een half jaar oud die alle aandacht vraagt. Het lukt niet om in slaap te vallen en dus stellen we ons gesprek nog even een kwartiertje uit.
Friezin en Fries
Anne-Goaitske is geboren en getogen Friezin. Haar zes studiejaren Culturele antropologie en Publieksgeschiedenis in Amsterdam waren een onderbreking in een verder Fries bestaan. Na haar studie lonkte Friesland en nu woont ze in het kleine en historierijke plaatsje Moddergat, vlak onder de waddendijk in Noord-Oost Friesland in een voormalig vissershuisje. Haar boek De laatste dagen van de dorpsgek, geestelijke gezondheid op het platteland heeft een voor mij verleidelijke titel. Toen ik ontdekte dat Friese dorpen daarin als voorbeeld worden gebruikt was ik om. In mijn familiegeschiedenis vloeit ook nog het nodige Friese dorpsbloed. Ik kan de namen Moddergat en buurtgemeente Paesens eigenlijk en als vanzelf alleen maar op zijn Fries uitspreken… Anne-Goaitske moet er om lachen. Haar thema hier in Moddergat is ‘ik wil blijven en ik wil hier ook weg’ en dat is in mijn familiegeschiedenis ook wel een thema geweest. Niet voor mij zelf, ik ben aan Amsterdam gebakken en omdat Moddergat wel erg aan het eind van de wereld ligt voor mij, spreken we elkaar online. De afstand is snel overbrugd.
Mondiger
Anne-Goaitske kwam op het idee om over het fenomeen ‘dorpsgek’ met een antropologische visie te gaan schrijven door haar contact met een bevriend psychiater. Die had werkervaring in zowel Den Haag, de grote stad als in het dorpse bestaan in Friesland. Hij zag grote verschillen. In de stad is men een stuk mondiger en in het dorpsleven in Friesland is het moeilijk om je gevoel te uiten. Een interessant gegeven dat om nadere studie vroeg. Niet in de laatste plaats omdat mijn broer als ex Amsterdammer al heel lang ook in een Fries dorp woont. Samen met zijn Friese ega raken we daar makkelijk over aan de praat en we kunnen stellen dat een zekere zwijgcultuur in het dorpse leven nog steeds aan de orde is.
Grasfalt
In De laatste dagen van de dorpsgek, dat een plezierig leesbaar boek is met een cultuurhistorische inslag, komt dat natuurlijk uitgebreid aan de orde. Die zwijgcultuur zorgt er zelfs voor dat de taal erdoor is beïnvloed. In de Friese taal heb je gewoonweg minder woorden beschikbaar om je te uiten over je zielenroerselen. In onze jaren van social media is er natuurlijk wel het een en ander aan het veranderen maar volgens Anne-Goaitske is die zwijgcultuur er nog wel degelijk. Maar de dorpscultuur is wel aan verandering onderhevig. Dat kan ook niet anders natuurlijk. We kunnen zien dat de secularisatie er voor zorgt dat de kerkgemeenschap steeds minder voor verbinding zorgt en zelfs het Friese landschap heeft steeds minder oog voor het verleden en is volgens velen gewoonweg saai aan het worden: denk aan de term ‘grasfalt’ dat daarvoor wordt gebruikt. Ook in het dorpsleven vindt net als elders in toenemende mate individualisering plaats. Kortom, veel verbindende factoren verdwijnen.
Geïnternaliseerde vrijheidsbeperking
Ooit was er ook duidelijk sprake van het keurslijf van de vrouw in een boerengemeenschap. Ook daar wordt in het boek expliciet aandacht aan besteed. Je had als vrouw een duidelijke vastgestelde rol en daar ging je je ook naar gedragen. Je kon spreken van een geïnternaliseerde vrijheidsbeperking. Inmiddels is er wel degelijk veel meer ruimte voor andere keuzes, er is ook veel meer mogelijk. Je ziet die geïnternaliseerde vrijheidsbeperking overigens nog wel in meer orthodoxe delen van de islamitische en christelijke gemeenschap in Nederland.
Bijzondere figuren
Al pratend kunnen we samen vaststellen dat het erop lijkt dat tegenwoordig veel mannen juist dorps gebonden zijn en de vrouwen daarentegen meer hun eigen gang willen gaan. We zien ook in eigen omgeving dat vrouwen keuzes maken in het leven en de mannen geneigd zijn te volgen.
Maar is er nou eigenlijk nog sprake van dé dorpsgek? Bestaat die nog? Dat was per slot van rekening de aanleiding tot dit gesprek. In Moddergat kan Anne-Goaitske als zodanig niemand aanwijzen. In het dorp van mijn broer is dat volgens hem wel het geval, inclusief de bijnaam die daar bij hoort. Die term ‘dorpsgek’ is natuurlijk sowieso niet meer gebruikelijk maar bijzondere figuren zijn er nog wel degelijk, ook in Moddergat. Dat is in de grote stad natuurlijk niet anders maar daar is het meer een integraal deel van diversiteit in de gemeenschap. In een dorpsgemeenschap valt afwijken veel sneller op. Zo ook kun je stellen dat de landloper niet meer bestaat op het platteland maar in de stad wel degelijk valt aan te wijzen.
Sociale controle
Als vanzelf komt ons gesprek op het gebied van de sociale controle, een fenomeen dat nog steeds een integraal onderdeel uitmaakt van de hedendaagse dorpscultuur. Die sociale controle zorgt voor een vangnet, je wordt in de gaten gehouden maar het kan ook een fuik worden waar de ander hardvochtig en oordelend kan zijn. Dat kan zelfs de vorm van pesten aannemen. Wat dat betreft is er in de grote stad meer ruimte voor acceptatie van onaangepast gedrag.
Zo ook vindt suïcide een plek in de zwijgcultuur. In je eigen kring naar hulp zoeken, daar is nauwelijks plaats voor. Dorpscultuur vormt zo ook een eiland met eigen regels waar je niet zo makkelijk vanaf komt.
Vangnet
En zo vraag ik aan Anne-Goaitske of zij zelf in het dorpscollectief van Moddergat thuis hoort… tja, hoe zit dat eigenlijk? Anne-Goaitske stelt na enig overpeinzen met een glimlach vast dat ze er nooit helemaal bij zal horen want ze komt ergens anders vandaan, ook al is haar geboortedorp Nes niet eens zo ver weg.
“Maar ik praat en ik schrijf er wel veel over en toen mijn vader nog niet zo lang geleden overleed voelde ik wel degelijk een vangnet tijdens het dorpsfeest hier”. En zo eindigen we met een optimistische noot van Anne-Goaitske. “Al die beschreven dorpsprocessen, ik zie er de schoonheid van in!”
Anne-Goaitske Breteler - De laatste dagen van de dorpsgek, geestelijke gezondheidszorg op het platteland
Uitgeverij Prometheus
250 pagina’s
prijs: € 23,50
ISBN 978 90 446 4481 4
website Anne-Goaitske Breteler
Lees ook andere interviews van Johan Atsma
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier, opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.