Taakverdeling politie en ggz weer op scherp dankzij Wvggz
Door de invoering van de Wvggz zijn regels en taakverdelingen die er al waren weer op scherp gesteld, zegt Alwin Vissink. Binnen het Basisteam Gooi en Vechtstreek-Zuid van de politie is hij verantwoordelijk voor de portefeuille ‘Verwarde personen’. “Het is ons werk om de rust en veiligheid terug te brengen. Daarna bepalen de zorgprofessionals welke behandeling nodig is. Die twee rollen zijn nu beter gescheiden.”
Puur kijkend naar de cijfers lijkt de problematiek rond verwarde personen met 5 tot 10 procent van het aantal meldingen in Gooi en Vechtstreek beheersbaar. Toch vraagt het overleg met de ketenpartners over deze groep veel tijd, merkt Vissink in de praktijk. “Ik ben de helft van mijn werktijd op straat. Mijn overige uren gaan op aan overleggen, het begeleiden van studenten en het bijhouden van nieuwe wetgeving in het kader van mijn portefeuille, zoals de Wvggz.” De lijnen met de ketenpartners zijn wel kort en helder, stelt de politiefunctionaris. “Wij praten elkaar elke twee weken bij.”
Beroepsvaardigheidstraining
Binnen de politieorganisatie zijn volgens Vissink de meeste surveillanten goed op de hoogte van de nieuwe wetgeving. “Elke agent volgt ieder kwartaal een integrale beroepsvaardigheidstraining”, legt hij uit. “In het eerste kwartaal van dit jaar was de Wvggz één van de onderwerpen die aan de orde kwam. Behalve in theorie, hebben agenten ook aan de hand van praktijkcasussen geleerd hoe zij volgens de wet moeten handelen.”
Vervoer
In principe verandert er door de nieuwe wet niet gek veel voor de politie. Vooral de taakverdeling is geherdefinieerd, meent Vissink. “Verwarde personen zijn geen verdachten”, legt hij uit. “Dit betekent dat wij ze niet zomaar kunnen insluiten of vervoeren. Ook onder de Bopz was dit al zo, maar in de praktijk namen we bijvoorbeeld met regelmaat het vervoer op ons. Het is toch sneller om iemand even zelf naar een instelling te brengen. Binnen de Wvggz is dit echt niet de bedoeling. De rolverdeling is nu duidelijker: als politie halen wij de angel eruit, daarna is de zorg aan zet. Wij wachten daarom nu op het vervoer van de zorginstellingen.”
Administratie
Uit de berichten die Vissink als lid van het basisteam krijgt, maakt hij op dat deze samenwerking meestal goed gaat. Soms duurt het lang voordat vervoer is geregeld. Of dit komt door de extra administratie die de wet veroorzaakt voor de instellingen, durft hij niet te zeggen. “Ik weet wel dat de ggz kampt met tekorten en dat merken wij ook. We zien dat mensen minder snel worden opgenomen. Als een situatie niet levensbedreigend is, kijken zorgprofessionals eerst naar de mogelijkheden om iemand thuis te behandelen. De politie kan dan natuurlijk wel ondersteunen bij het binnentreden van de woning.”
Het is de vraag of de keuze om mensen ook thuis te laten blijven op termijn meer meldingen uit de buurt en dus meer politiewerk oplevert. Vissink: “Dat moet nog blijken. Het is wel zo dat naarmate er meer onrust is in een appartementencomplex, het tolerantieniveau daalt. Buren bellen de politie dan eerder. We hebben nu nog geen aanwijzingen in die richting, maar we sluiten het niet uit.”
Terminologie
Dat de lead in de Wvggz bij de zorg ligt, wordt ook duidelijk door de namen die in deze wet zijn veranderd, is zijn verdere analyse. “De rechterlijke machtiging heet nu een zorgmachtiging”, geeft hij als voorbeeld. “Ook deze terminologie geeft aan dat het zwaartepunt bij de zorg ligt en de politie ondersteunend is. Binnen onze organisatie moeten we dat bij de collega’s nog tussen de oren krijgen. Dat kost tijd, maar het is belangrijk dat wij niet vasthouden aan de bekende oude situatie.”
Alcohol en Drugs
Vissink ziet tot slot nog wel een verbeterpunt voor beleidsmakers, want ook onder de Wvggz is de zorg voor mensen zonder acute problematiek nog steeds niet sluitend geregeld, wat het werk voor de politie lastig maakt. Het gaat volgens de portefeuillehouder ‘Verwarde personen’ dan vooral over de mensen die alcohol en drugs gebruiken. “Bij acute psychische problematiek kunnen wij buiten kantooruren de crisisdienst bellen”, legt hij uit. “Voor gebruikers van middelen die vaak psychisch lijden, is er geen instelling waaraan we hen kunnen overdragen. Wie vangt deze mensen ’s avonds en ’s nachts op? Daar lopen wij als politie echt tegenaan. Het zou goed zijn als ook voor hen er een vorm van opvang zou zijn.”