Psychiatrische ziekenhuizen kunnen zonder isoleercel, zo bewijzen twee instellingen voor geestelijke gezondheidszorg. Psychotische, agressieve of suïcidale patiënten worden daar niet meer in hun eentje opgesloten, maar intensief begeleid. Hulpverleners houden contact met de patiënt, ook als die gevaarlijk is. Loopt de spanning hoog op, dan wordt de patiënt naar een Intensive Care Unit gebracht: een kamer waar hij verblijft met zijn behandelaar. Dat staat vandaag in dagblad Trouw.
Deze zogeheten High & Intensive Care (HIC) wordt op dit moment ingevoerd bij 24 ggz-instellingen. ”Het is een revolutie in de psychiatrie”, volgens Bouke Bijnsdorp, afdelingsmanager van de gesloten kliniek van GGz InGeest in Haarlem, een van de twee koplopers. ”We kozen vroeger altijd voor veiligheid, geen risico nemen. Was iemand agressief of suïcidaal, dan was het in Nederland heel gewoon om diegene achter een grote dikke deur op te sluiten.”
Maar van een verblijf in de isoleercel worden patiënten bepaald niet beter, is inmiddels bekend: sommigen houden er een jarenlang trauma aan over. Daarom proberen de overheid en ggz-instellingen de eenzame opsluiting sinds begin deze eeuw terug te dringen.
Menselijker aanpak
Hun inspanningen lonen: in 2008 belandde nog 11,8 procent van de psychiatrische patiënten in de isoleercel, vier jaar later 6,5 procent. Toch is de daling nog niet scherp genoeg: het ideaal ligt tegen de 0 procent. Mogelijk brengt de nieuwe, menselijker aanpak de nul dichterbij; op Bijnsdorps afdeling wordt nu 95 procent minder gedwongen afgezonderd dan vier jaar geleden.
”Bij vrouwen, 60-plussers en suïcidale patiënten hebben we dat al heel lang niet gedaan. We zoeken soms nog een oplossing voor heel grote, sterke en agressieve gasten die ’s nachts, stijf van de coke, door de politie worden binnengebracht.” Tegen hen zijn verpleegkundigen niet altijd opgewassen.
De aanpak is ook een succes bij GGz Breburg in Tilburg, de andere koploper in Nederland. Daar werd sinds de opening van de nieuwe HIC-afdeling in februari slechts één keer iemand ”in afzondering behandeld”.
Bron en verder lezen: Trouw, Iris Pronk








