In twee jaar tijd is de psychische ongezondheid onder Syrische statushouders licht gedaald. Het aandeel Syrische statushouders dat in de categorie ‘psychisch ongezond’ valt, is gedaald van 42% in 2017 naar 38% in 2019. Het aandeel is tussen 2017 en 2019 het sterkst gedaald in de jongste groep (15-24 jaar): van 46% naar 35%. Bij de opleidingsgroepen valt op dat het aandeel Syrische statushouders dat psychisch ongezond is, niet is afgenomen bij de hoogst opgeleide Syriërs (43% in 2017 en 42% in 2019). Dat blijkt uit een monitor van het RIVM.
Tussen 2017 en 2019 laat de psychische gezondheid van Syrische statushouders met aankomstjaar 2014 of eerder een lichte verbetering zien (van 45% psychisch ongezond in 2017 naar 39% in 2019). Het aandeel Syrische statushouders dat psychisch ongezond is onder degenen met aankomstjaar 2016 neemt juist toe (van 37% in 2017 naar 44% in 2019).
Voor deze tegenstelling zijn volgens de onderzoekers verschillende verklaringen mogelijk. Ten eerste kan het te maken hebben met het feit dat voor de Syrische statushouders met de langste verblijfsduur de ontberingen van de oorlog en de vlucht langer achter hen liggen. Het is ook mogelijk dat het verschil wordt verklaard door het grotere aandeel met een betaalde baan in de groep Syrische statushouders met de langste verblijfsduur (zie kaart Werk en werkloosheid). Een andere verklaring is dat in de groep met de langste verblijfsduur veel mannen zitten. De psychische gezondheid van mannen was al in 2017 beter dan die van vrouwen en is ook iets sterker verbeterd in 2019 (zie figuur 1). De groep Syrische statushouders met aankomstjaar 2016 is een relatief kleine groep (n=124) waarin zich relatief veel vrouwen en nareizigers bevinden.
Oudste Syrische statushouders slapen het slechtst
Het percentage Syriërs dat meestal niet goed slaapt is niet veranderd tussen 2017 en 2019 (36% versus 35%) (figuur 2). Niet goed slapen wordt vaak beschouwd als indicator voor zorgen hebben en piekeren. De Syrische statushouders van 45 jaar en ouder slapen het vaakst niet goed, zowel in 2017 als in 2019.
We zien hier hetzelfde beeld als bij psychische ongezondheid. Bij Syriërs die in 2014 of eerder in Nederland zijn komen wonen, is het aandeel dat niet goed slaapt licht afgenomen (van 39% tot 34%). En tegelijkertijd zien we een kleine stijging (van 32% naar 37%) bij degenen die in 2016 in Nederland aankwamen. Voor mannen en vrouwen en voor statushouders met verschillende opleidingsniveaus zijn geen noemenswaardige veranderingen te zien tussen 2017 en 2019 in het aandeel dat niet goed slaapt.
Geen verschil in eenzaamheid tussen mannen en vrouwen, wel tussen leeftijdsgroepen
In 2019 voelt 27% van de Syrische statushouders zich (heel) vaak eenzaam (figuur 3). Voor mannen en vrouwen is dit percentage ongeveer gelijk: 27% van de mannen en 26% van de vrouwen voelt zich in 2019 (heel) vaak eenzaam. Ook naar jaar van aankomst zien we geen noemenswaardige verschillen in het aandeel Syriërs dat zich (heel) vaak eenzaam voelt.
Eenzaamheid komt meer voor bij Syrische statushouders van 25-34 jaar (32%) dan bij Syrische statushouders van 35 jaar en ouder: rond de 23% voor zowel 35-44-jarigen als 45-plussers (figuur 3). In de Nederlandse bevolking van 35-49 jaar voelt 40% van de mannen en vrouwen zich eenzaam en voelt 10% zich (zeer) ernstig eenzaam (RIVM 2020). De gegevens over eenzaamheid van de Syrische statushouders en de Nederlandse bevolking zijn niet direct vergelijkbaar, omdat ze gebaseerd zijn op een heel andere vragenlijst.
Laagopgeleide statushouders minder vaak eenzaam dan hogeropgeleiden
Wat eenzaamheid betreft lijken de Syrische statushouders die maximaal basisonderwijs of lager middelbaar onderwijs hebben gevolgd op elkaar: in beide groepen ligt het aandeel dat zich (heel) vaak eenzaam voelt rond de 23%. Bij Syrische statushouders die hoger middelbaar en beroepsonderwijs of hoger onderwijs hebben gevolgd liggen die percentages wat hoger. In deze groepen voelt 28% respectievelijk 32% zich (heel) vaak eenzaam.
Bijna 8% van de statushouders ontvangt hulp bij psychische problemen
Van alle Syrische statushouders ontvangt bijna 8% in 2019 hulp of begeleiding bij het omgaan met stress, somberheid of angst (voor 2017 is hierover geen informatie beschikbaar). Syrische vrouwen ontvangen in 2019 iets vaker hulp bij het omgaan met stress, somberheid of angst dan Syrische mannen (10% versus 7%). Bijna 5% van de Syriërs heeft in het verleden hulp ontvangen, maar nu niet meer. Een kleine groep (2%) heeft wel geprobeerd hulp te vinden, maar is daar niet in geslaagd.
Ontvangen hulp is in een derde van de gevallen geen professionele hulp
Van de subgroep Syrische statushouders die hulp ontvangt, krijgt bijna een derde (31%) deze hulp uitsluitend van familie of vrienden en niet van een professional. De anderen uit deze subgroep krijgen (ook) hulp van een professional zoals een psycholoog of psychiater of de (praktijkondersteuner van de huisarts). Syrische vrouwen ontvangen vaker alleen hulp van familie en vrienden (38%) dan Syrische mannen (27%). Meer Syrische mannen ontvangen (ook) hulp van een psycholoog of psychiater (56%) dan Syrische vrouwen (42%).
Van de Syrische statushouders die geen hulp ontvangen, heeft 8% daar wel behoefte aan
Van de Syrische statushouders die geen hulp ontvangen, geeft 8% aan wel behoefte te hebben aan hulp of begeleiding. Een derde van zowel de mannen als de vrouwen noemt taalproblemen als reden dat ze desondanks geen hulp krijgen. Vrouwen noemen daarnaast als meest voorkomende reden dat ze het moeilijk vinden om over angst, somberheid of stress te praten of dat ze verwachten dat het niet gaat helpen. Mannen noemen het vaakst de kosten.
Bron: RIVM
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijffomulier, Opgeven van je mailadres is voldoende.
Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.