In een brief aan de Tweede Kamer heeft minister Blok uitgebreid antwoord gegeven op de zorgen van de Federatie Opvang, de RIBW Alliantie en GGZ Nederland over het gebrek aan betaalbare woningen. De branches stelden een viertal kwesties aan de orde, waaronder het gebrek aan uitstroom mogelijkheden voor cliënten, knellende regelgeving, onwenselijke huurharmonisatie bij het krijgen van een zelfstandig huurcontract, de administratieve lasten vanwege de inkomenstoets en de noodzaak tot inzet van langer durende begeleiding.
Minister Blok geeft aan dat hij in het komend bestuurlijk overleg Langer zelfstandig wonen van 17 november 2015 een aantal opties ter verlichting van de ervaren problemen bij intermediaire verhuur met de aanwezige partijen, waaronder de Federatie Opvang, GGZ Nederland en de RIBW Alliantie zal bespreken.
Over de krappe woningvoorraad stelt de minister dat voor de realisatie van huisvesting voor GGZ cliënten vooral de samenwerking op het lokale niveau tussen gemeenten, woningcorporaties en zorgaanbieders van groot belang is. In de herziene Woningwet is het maken van prestatieafspraken tussen gemeente, corporatie en huurderorganisaties van nog groter belang geworden dan in het verleden. In de regelgeving zijn verschillende artikelen opgenomen waardoor gemeenten (en huurders) meer bevoegdheden krijgen, meer informatie over de financiële polsstok van corporaties en meer tijd om goede afspraken te maken.
Om dit lokale proces te ondersteunen heeft de minister prioriteiten benoemd en daarmee nadrukkelijk aangegeven waarop dat decentrale beleid zich prioritair zou moeten richten. Eén van deze prioriteiten is wonen en zorg, waar ook GGZ cliënten onder vallen. Dat impliceert dat gemeenten in hun woonbeleid rekening zouden moeten houden met de vraagstukken op het terrein van wonen met zorg. Corporaties dienen in hun bod en in het maken van prestatieafspraken naar redelijkheid bij te dragen aan wat de gemeente in haar woonbeleid heeft vastgelegd. Het Rijk zal de voortgang van de prioriteiten monitoren en vastleggen in de jaarlijks op te stellen Staat van de Volkshuisvesting.
Bron: Federatie Opvang
Lees hier de hele brief