Al na vier maanden zijn gezondheidsverschillen te zien tussen baby’s uit arme gezinnen en baby’s uit rijke gezinnen. Vanaf een leeftijd van ongeveer twee jaar wordt de kloof nog groter. Het impactvolle onderzoek, waar de Volkskrant op vrijdag 23 juli 2021 over bericht, is uitgevoerd door onderzoekers Bastian Ravesteijn en Coen van de Kraats van Erasmus School of Economics. Zij keken onder meer naar gegevens over gewicht, taalontwikkeling en sociale en psychische problemen. Die niet-herleidbare gegevens van kinderen geboren tussen 1998 en 2017 zijn afkomstig van consultatiebureaus en schoolartsen in vier verschillende regio’s. Ook de NOS besteedde er uitgebreid aandacht aan.
De onderzoekers koppelden cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek over het inkomen van de ouders aan de gezondheidsgegevens van jonge kinderen. Daaruit blijkt dat ”kinderen van de rijkste ouders op alle fronten beter scoren dan kinderen van ouders met de laagste inkomens”. Onder meer leerproblemen en overgewicht zijn volgens de onderzoekers kenmerken van kinderen die in een kansarm milieu opgroeien. Kinderen met ADHD scoorden vergelijkbaar met die groep.
Overgewicht
De verschillen tussen arm en rijk worden al vroeg zichtbaar. Bij baby’s van vier maanden met arme ouders is bijvoorbeeld vaker overgewicht te zien. Onder 14-jarigen heeft een kwart van de kinderen uit een achterstandssituatie overgewicht, tegenover tien procent uit welvarender huishoudens.
Volgens deskundigen is dat te verklaren door de onverstandige keuzes die ouders uit arme gezinnen soms maken, vaak uit onwetendheid. Ouders met een hoger inkomen en vaak een hoger opleidingsniveau, stimuleren hun kroost juist vaker om bijvoorbeeld te lezen, te leren en te sporten.
”Als jonge mensen die hun leven niet op de rails krijgen, zelf kinderen krijgen, is dat behoorlijk pittig. De volgende generatie krijgt dan ook een lastiger start. Je moet mensen dus op het goede spoor zetten en helpen, om een domino-effect te voorkomen”, zegt Ravesteijn.
Kansen verbeteren.
Door al vanaf de geboorte de gezondheid van jonge kinderen te volgen, hopen de onderzoekers erachter te komen hoe een vroege achterstand van invloed is op de levensloop. Met die kennis kunnen in de toekomst mogelijk de kansen van kinderen uit zo’n achterstandssituatie verbeterd worden.
”Als je met een taal- of spraakachterstand aan school begint, kun je moeilijker meekomen en zet die achterstand zich voort. Voor kinderen die niet naar de opvang gaan, is een voorschool een goede interventie. Daar kunnen ze taal ontwikkelen en de achterstand wegwerken”, aldus Ravesteijn.
Kinderen krijgen taalonderwijs ANP
Er zijn bewezen interventies, zegt Ravesteijn, maar die worden vaak niet ingezet. ”Nederland heeft een uniek jeugdgezondheidszorgsysteem, nergens is dat zo goed ontwikkeld als in Nederland. Een probleem is dat elke gemeente het wiel wil uitvinden en daarom programma’s die werken links laten liggen. Dus je kunt het slecht treffen met de gemeente waar je woont. Daar valt wel wat aan te verbeteren.”
Ravesteijn verwacht niet dat de kansenongelijkheid deze generatie al verdwijnt, die ”zo oud is als de mensheid”. ”We kunnen het nog niet oplossen, maar het wel beter begrijpen. Als je er vroeg bij bent, is het mogelijk om de situatie nog om te buigen en te zorgen dat ook deze kinderen goed terechtkomen, waarbij ze niet worden tegengehouden door hun achtergrond.”
Bron: Erasmus Universiteit / NOS
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijffomulier, Opgeven van je mailadres is voldoende.
Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines.