Onderzoekers van de University of Portsmouth hebben nu voor het eerst in kaart gebracht wat er in de hersenen gebeurt tijdens dit soort ‘no-win’-situaties: problemen waarbij elke oplossing leidt tot een situatie die je wilt vermijden. Dat beklemmende gevoel van vastzitten tussen twee kwaden is het zogeheten avoid-avoid conflict — en het blijkt nauw samen te hangen met angst.
De studie, recent gepubliceerd in het International Journal of Psychophysiology (https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0167876025007330), laat zien dat specifieke hersengolven kunnen dienen als meetbare biologische merktekens van angstverwerking.
Een videospel voor de wetenschap
Benjamin Stocker ontwikkelde een computertaak die lijkt op een eenvoudig videospel. Veertig jongvolwassenen (tussen 18 en 24 jaar) bestuurden met een joystick een figuurtje dat moest ontsnappen aan dreigende objecten op een scherm. Soms was de taak makkelijk – de obstakels waren goed te ontwijken. In andere gevallen werden de spelers gedwongen om te kiezen tussen twee even vervelende uitkomsten.
Terwijl de deelnemers speelden, werd hun hersenactiviteit gemeten met EEG. Om te voorkomen dat verschillen in motorische bewegingen de resultaten beïnvloedden, gebruikten de onderzoekers een Trial Calibration System dat de taak moeilijkheid en joystickbewegingen per deelnemer gelijk hield.
De gedragsgegevens bevestigden dat het experiment werkte zoals bedoeld: tijdens de moeilijke ‘hoog-conflict’-situaties reageerden deelnemers trager, maakten ze meer bewegingen met de joystick en haalden ze een gemiddelde nauwkeurigheid van 52 procent – precies wat je zou verwachten als er echt sprake is van innerlijk conflict.
Primeur
Di is de eerste studie die EEG combineert met een avoid-avoid-conflict, een scenario dat beter aansluit bij echte angstervaringen dan eerdere ‘approach-avoid’-taken. Ook het gebruik van een gekalibreerde joysticktaak, zodat motorische activiteit tussen deelnemers gelijk bleef - is een primeur in dit onderzoeksveld.
De hersenen in conflict
De EEG-metingen leverden opvallende patronen op. Tijdens hoge conflicten nam de activiteit in het rechter voorhoofdsgedeelte van de hersenen toe, vooral in het theta-frequentiegebied. Deze hersengolven worden al langer in verband gebracht met de Behavioural Inhibition System (BIS), een netwerk in de hersenen dat waarschuwt voor gevaar en onzekerheid – en sterk betrokken is bij angst.
Daarnaast zagen de onderzoekers meer coherentie tussen hersengebieden in de theta-band tijdens hoog conflict, wat erop wijst dat grotere hersennetwerken actief samenwerken om de dreiging te verwerken. Bij lage conflictcondities daarentegen was er juist meer alpha-activiteit aan de linkerkant van de hersenen, een patroon dat duidt op ontspanning en controle. Ook in de pariëto-occipitale gebieden nam de alpha-activiteit toe bij hoog conflict, wat volgens de onderzoekers mogelijk te maken heeft met vroege dreigingsdetectie en visuele integratie.
Een stap dichter bij objectieve angstmeting
Volgens Stocker zijn deze hersenpatronen mogelijk een biologische handtekening van angst: je kunt het zien als een manier om angst letterlijk zichtbaar te maken in de hersenen, in plaats van alleen af te gaan op wat iemand vertelt.
De resultaten sluiten aan bij bestaande theorieën over het BIS-systeem (zoals beschreven door onderzoekers als Levita, McNaughton en Moore), maar laten ook nieuwe nuances zien: de bron van de theta-coherentie lijkt vooral in de rechter frontale hersenregio te liggen, wat niet eerder zo duidelijk was aangetoond.
De effectgroottes van het onderzoek waren bovendien groot - een teken dat de gevonden verschillen tussen lage en hoge conflictcondities niet op toeval berusten.
Van lab naar behandelkamer
De onderzoeker benadrukt de maatschappelijke relevantie van dit werk. Bij fysieke ziekten krijg je snel een diagnose en behandeling, maar bij mentale klachten kan het maanden duren voordat de juiste aanpak wordt gevonden, Als deze hersenpatronen te gebruiken zijn als betrouwbare biomarkers, kunnen angststoornissen misschien sneller en objectiever vastgesteld worden. Daarmee komt een individuele, biologisch gefundeerde diagnose van angst een stap dichterbij, en opent de deur naar nieuwe, niet-medicamenteuze behandelingen.”
De volgende stap voor het team is onderzoek bij mensen met gediagnosticeerde angststoornissen en experimenten met angstremmende medicatie. Daarmee hopen ze vast te stellen of deze hersenpatronen daadwerkelijk gebruikt kunnen worden als diagnostisch hulpmiddel.
B. Stocker et al.: EEG theta and alpha biomarkers during an avoid-avoid conflict task: Links to anxiety, (https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0167876025007330)
International Journal of Psychophysiology, Volume 215, 2025, 113237,
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89775/pagina/abonneren.html), opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89779/pagina/e-magazine.html).
5 - Wetenschap hersenen