Mensen in de ggz lopen soms jarenlang rond met psychoses zonder dat die ontdekt zijn. Terwijl zowel in de praktijk als in de wetenschap blijkt: hoe eerder er ingegrepen wordt, hoe beter valt bij te sturen of zelfs een psychose valt te voorkomen. Vroegsignalering van psychose werkt bij volwassenen. Maar hoe is dat bij jongeren? Daar werkt het eigenlijk hetzelfde, zo ontdekte klinisch psycholoog Yvonne de Jong. Op 11 september promoveert zij op het onderzoek Screenen op psychoserisico bij adolescenten.
Yvonne de Jong werkt als klinisch psycholoog bij TOPGGz EDIT in Den Haag, waar zij onder andere boegbeeld is van het vroegsignaleringsteam. Bij EDIT-Youz is ze projectcoördinator psychosezorg. Daarnaast is ze een van de drijvende krachten achter het Lerend Netwerk Vroege Psychose van Kenniscentrum Phrenos. Zij benadrukt het belang van vroege herkenning en behandeling van klachten. Haar onderzoek onderschrijft dat nog eens.
Score
“De methode die we bij volwassenen gebruiken is een korte screening aan de voordeur. Het is een vragenlijst met zestien items over het hebben van bijzondere ervaringen”, legt Yvonne de Jong uit. “Dan gaat het bijvoorbeeld om dingen horen, zien, voelen of ruiken wat niemand anders doet. Bij een bepaalde score volgt een interview om daar dieper op in te gaan. Dat noemen we CAARMS: Comprehensive Assessment of At Risk Mental States. Op basis daarvan kunnen we een zogenaamd Ultra-Hoog Risico status vaststellen, een UHR, en kijken welke behandeling nodig is.” Vanuit de praktijk weet Yvonne de Jong dat dit ook zo werkt bij adolescenten, maar daarvoor was tot nu toe geen wetenschappelijk bewijs. Voor haar promotieonderzoek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam keek ze naar jongeren in de leeftijd 12 tot 18 jaar.
Cut off
De conclusies zijn misschien niet zo verrassend: Screening op psychose bij adolescenten is haalbaar en effectief en levert vergelijkbare resultaten op als bij volwassenen. Maar voor de effectiviteit van preventieve interventies om psychoses te voorkomen bij adolescenten is meer onderzoek nodig. Yvonne de Jong: “We zien dat bijzondere ervaringen bij jongeren vaker voorkomen dan bij volwassenen. Dat betekent dat we de ‘cut off’ – de score op de vragenlijst om door te gaan voor een CAARMS-interview – ook iets hoger leggen. Bij volwassenen is dat 6, bij jongeren 7. Van alle jongeren die zich aanmelden bij de ggz haalt ongeveer 35 procent die score. Van die 35 procent zien we dat de .a de interviews 42 procent voldoet aan het risicoprofiel en dat 8 procent al psychotische klachten heeft. Het percentage psychotische klachten is 2 á 3 procent van de hele doelgroep.”
Dat is best een hoog percentage, constateert Yvonne de Jong. Veel hoger dan algemeen werd aangenomen. “Met de screening ontdekken we psychoses die in een intake of bij psychiatrisch onderzoek niet zijn gezien. Soms waren de klachten best heftig. Collega’s zijn vaak verbaasd dat die niet eerder waren opgevallen. Jongeren zitten bijvoorbeeld al in een ADHD-traject en krijgen Ritalin. Dan blijkt uit onze screening dat ze de hele dag door stemmen horen. Dan is het logisch dat iemand continu is afgeleid.”
Verbergen
Hulpverleners zijn zich er vaak niet bewust van dat er psychose kan spelen, omdat ze er vaak een klassiek beeld van hebben. Dat geldt ook voor mensen die ermee te maken krijgen. Vaak is er sprake van schaamte om het te vertellen. Yvonne de Jong: “Er wordt vaak gedacht aan verwarde personen op straat, mensen met moordneigingen of die naakt het verkeer staan te regelen. Dat doen de meeste mensen die psychotisch zijn nu eenmaal niet! Er zijn mensen die het heel goed kunnen verbergen. Wat dat betreft is er ook verschil in gender. Mannen hebben vaker negatieve symptomen: minder motivatie, slechte concentratie, geheugenproblemen. Vrouwen hebben meer positieve symptomen. Ze horen en zien dingen die erbij komen. Ze denken dat ze bepaalde krachten hebben of uitverkoren zijn. Maar dat gebeurt allemaal in het hoofd. Ze gaan vaak gewoon naar school of naar het werk. Dan wordt gedacht: ze functioneren nog, dan zullen ze niet psychotisch zijn.”
Buurman
Te lang heerste er de vrees om jongeren te stigmatiseren of misschien wel een psychose aan te praten. Daarom werd de screening niet standaard ingezet.. Terwijl dat wel zou moeten, zo betoogt Yvonne de Jong. “Het hoeft helemaal niet zo ingewikkeld te zijn. Je stelt gewoon wat vragen aan een jongere. Ik vergelijk het weleens met het bevolkingsonderzoek onder vrouwen om borstkanker te detecteren. Dat is best ingrijpend. Bij circa 0,75 procent wordt een diagnose gesteld. Met onze eenvoudige screening halen we er 35 procent uit en daarvan heeft de helft psychose of hoog risico.” Er wordt ook vaak geopperd dat klachten bij kinderen of jongeren ‘randpsychotisch’ zijn of dat er sprake is van ‘pseudohallucinaties’. Maar ook dat benadrukt het belang van vroeg ingrijpen, zo stelt Yvonne de Jong. “Dan moet je juist aan de slag, want het is allemaal nog niet zo ‘hard’. De klachten zijn nog makkelijk te beïnvloeden of op te lossen.” Sowieso is dat bij kinderen of jongeren makkelijker dan bij volwassenen. Zij staan er meer open in. Als voorbeeld vertelt de klinisch psycholoog over een meisje van 14 dat de stem van haar buurman in haar hoofd hoorde. Ze ging niet meer naar buiten en niet meer naar school. De buurman in haar hoofd hield haar continu in de gaten. Tijdens het interview na de vragenlijst vertelde Yvonne de Jong haar dat het om een psychose ging en dat dat niet abnormaal was. Het meisje schrok er niet van. Ze was eerder opgelucht. Toen kon ze gewoon in behandeling. In die zin kunnen die interviews al therapeutisch werken, legt Yvonne de Jong uit. “Ik zit tegenover ze met een lijst vragen op de computer. Zij zien de onderwerpen en denken dan: ‘Hee, ik ben dus niet de enige die dit heeft’.”
Labelprinter
Vanwege die algemene huiver kon de onderzoekster nog niet aan de slag met het wetenschappelijk toetsen van interventies. Maar op basis van praktijkervaringen ontwikkelde de klinisch psycholoog samen met collega’s een Werkboek Bijzondere Ervaringen Jeugd. (Dat is gratis te downloaden via de website Gedachten Uitpluizen (https://www.gedachtenuitpluizen.nl/klachtgebieden/bijzondere-ervaringen-bij-jeugd/ ).) De basis voor de interventie is psycho-educatie. Yvonne de Jong: “Als we met die interventie werken, horen we vaak van jongeren: ‘O, het zit in mijn hoofd, wat fijn om te weten.’ En: ’Ik ben dus niet de enige.’ Het werkboek geeft taal aan jongeren en hun ouders om bijvoorbeeld te praten over dopamine of stress. We hebben bijvoorbeeld de ‘labelprinter’ als metafoor. Die geeft labeltjes aan gedachten: komen ze van buiten of van binnen? Als dat door elkaar gaat lopen, kun je zeggen: ‘Mijn labelprinter doet het even niet.’ Het werkboek geeft allemaal handvatten voor hoe je met bijzondere ervaringen om kunt gaan.” Zo is ook de term ‘bijzondere ervaringen’ bewust gekozen en spreken de hulpverleners niet over ‘psychotische ervaringen’. Ze zeggen: ‘Heb jij last van die bijzondere ervaringen? Dan gaan we daar wat mee doen.’
Andere toon
Als psycho-educatie niet voldoende is, wordt CGT-UHR ingezet: cognitieve gedragstherapie gericht op het risico van psychose. Die is vergelijkbaar met de therapie voor volwassenen, legt Yvonne de Jong uit. “Het enige is dat we rekening houden met de leeftijdsfase. Tegen pubers moet je een andere toon aanslaan. Het is niet handig om te zeggen: ‘Je moet geen drugs gebruiken.’ Dat werkt niet. Je kunt beter zeggen: ‘Als je als je die enge dingen wil blijven zien of horen, dan moet je vooral door blijven blowen.’ Daar reageren ze beter op.”
Boodschap
In haar proefschrift Screenen op psychoserisico bij adolescenten heeft Yvonne de Jong een boodschap aan de ggz-praktijk. Ze houdt een pleidooi om alle hulpzoekende jongeren binnen de ggz te screenen, te spreken en als het nodig is direct te behandelen. Hoe en wat verwoordt ze in enkele honderden pagina’s stevige wetenschappelijke onderbouwing, maar de boodschap zou je kunnen samenvatten in zeven woorden... ‘Waarom wachten tot het te laat is?”
Op donderdag 11 september 2025 verdedigt Yvonne de Jong om 15:30 uur het proefschrift ‘Screening for Psychosis Risk in Adolescence’ bij de Erasmus Universiteit. De verdediging is online te volgen via deze link (https://eur.cloud.panopto.eu/Panopto/Pages/Viewer.aspx?id=3ba24428-69cf-4c13-91be-b32c00728ad4). Het proefschrift is per e-mail op te vragen bij Yvonne de Jong: y.dejong@parnassiagroep.nl (mailto:y.dejong@parnassiagroep.nl).
-----------------------------------------------------------------------------------------
Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.
Abonneren kan direct via het inschrijfformulier (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89775/pagina/abonneren.html), opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89779/pagina/e-magazine.html).
Yvonne de Jong