De oplossing voor maatschappelijke problemen ligt niet bij de ggz

Door: Willem Gotnk

Een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer

 

“De enorme stijging van het aantal mensen met een psychische stoornis”, was de enigszins wonderlijke titel van het rondetafelgesprek in de tweede kamer van afgelopen woensdag (22 februari). Het is de vraag of de Kamerleden die aanwezig waren, na afloop beter dan ervóór wisten hoe ze de problemen in de ggz moeten oplossen. Dat er iets moet veranderen is duidelijk, maar net als met ‘ggz uit de knel (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-4181965/nieuws/Ggz_uit_de_knel_dat_we_nog_een_lange_weg_te_gaan_hebben_is_evident.html)’, het onderzoek van het Trimbos-instituut van enkele weken geleden, lijken mogelijke oplossingen geblokkeerd te worden door dezelfde maatschappelijke en politieke structuren die de problemen hebben veroorzaakt. Dat veel aanwezige deskundigen eigen stokpaardjes berijden, helpt daarbij niet.

Zowel in het Integraal Zorgakkoord (IZA) (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-4098580/nieuws/wat_betekent_een_integraal_zorgakkoord_voor_de_ggz.html) als in het Trimbos-rapport ‘Ggz uit de knel’, maar ook volgens een brede stroming in de ggz, moet een groot deel van de ggz-problematiek opgelost gaan worden in het sociale domein of met ervaringsdeskundigen, in ieder geval úit het medisch domein. Het is dan ook opmerkelijk dat van de tien genodigden er vijf psychiater waren, zonder twijfel een medische discipline.

Bauke Koekkoek, SPV in de crisisdienst en lector bij de HAN bracht als enige van de tien aanwezigen naar voren dat de verkeerde mensen aan tafel zaten, ieder met zijn eigen ggz-gerelateerde deelbelang. “Als u echt wil weten waarom zoveel mensen psychische nood ervaren, moet u anderen vragen. Mensen die wat minder smal bezig zijn met het vaststellen van psychische stoornissen, maar breder met ontwikkelingen in de maatschappij. Niet alleen officiële experts, maar ook mensen van de straat. Niet alleen mensen die werken bij publieke diensten, maar bijvoorbeeld ook ondernemers, van wie we zo vaak verwachten dat ze mensen met psychische problemen in dienst nemen.” De aanwezige Kamerleden sloegen niet aan op de opmerking van Koekkoek, en dat is een teken aan de wand.

Vragen

Vooraf waren een aantal vragen aan de gasten voorgelegd: ‘Wat valt wel en niet onder de geestelijke gezondheidszorg (ggz) en wat zou er wel en niet onder moeten vallen?’ ‘In hoeverre is er in de ggz sprake van een lerende cultuur, van ontschotting en van samenwerking?’ ‘Hoe kan de stijging van het aantal mensen met een psychische stoornis worden verklaard?’ ‘Hoe kan een verdere stijging van het aantal mensen met een psychische stoornis in de toekomst worden voorkomen?’ ‘Zijn er alternatieven voor de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM), en zo ja welke?’ ‘Hoe leren we voor de toekomst van elkaar om anders om te gaan met psychische klachten en wat is de rol van preventie daarin?’
Die vragen kwamen per spreker wisselend aan bod, in de begeleidende position papers (https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2022A10078), werd vaak wat dieper ingegaan op de antwoorden.


Ervaringsdeskundigen

De aftrap voor het gesprek werd gegeven door drie ervaringsdeskundigen. Juist de (toevallige?) combinatie van drie volkomen verschillende verhalen (en vooral behoeften) maakte duidelijk hoe ingewikkeld het organiseren van goede hulpverlening is, of eigenlijk moet zijn: waar de één een wantrouwen ontwikkelde tegen hulpverleners en veel meer steun ervaarde bij andere ervaringsdeskundigen, was de ander nooit hersteld zonder opname. Voor de derde waren veel problemen voorkomen als er op school wat soepeler op de belemmeringen was ingespeeld.
Denise Bosma (van Ixta Noa, namens MIND), Liv van der Horst (namens de D66 GGZ werkgroep) en  Linda van der Galiën (namens ‘Red de GGZ) konden hun verleden helder vertellen en waren tot zelfreflectie in staat. Ze konden ook, voor zover mogelijk, duidelijk maken wat ze in de hulpverlening gemist hadden, waar ze steun hadden ervaren of waar ze meer behoefte aan hadden gehad. Er is echter weinig fantasie voor nodig om je voor te stellen wat er van hen terecht zou zijn gekomen als ze minder intelligent, minder verbaal vaardig of minder assertief waren geweest. De rode draad in de drie verhalen was toch wel dat de hulp die ze kregen voor een groot gedeelte aan hun eigen inspanningen en zoektocht te danken was. Dát die professionele hulp nodig was en geholpen had, daarover was geen twijfel, maar het had eerder en vooral meer op maat gemoeten. Wie de pech heeft drie diagnoses te krijgen, kan in het huidige stelsel bij drie verschillende instellingen terecht moeten aankloppen voor hulp. En we weten dat juist mensen met complexe problemen vaak meerdere diagnoses heeft.

Simpele antwoorden zijn onjuist

In het blok ‘de sector’ spraken Mariëlle Ploumen (de Nederlandse GGZ), Marja van ’t Spijker (NVvP) en Bauke Koekkoek (SPV en lector aan de HAN). Het blok werd gevolgd door een blok ‘wetenschap’: de psychiaters Christiaan Vinkers (Amsterdam UMC), Damiaan Denys (Amsterdam UMC) en Jim van Os (UMC Utrecht), gecompleteerd door Bert van der Hoek, voorzitter van de Raad van Bestuur van het Trimbos-instituut.
In de drie blokken (cliënten, sector en wetenschap) kwam een scala aan problemen en mogelijke oplossingen naar voren, waarvan de belangrijkste tien (vanwege de vele herhalingen gezamenlijk) hier uitgelicht worden.

* Er zijn de afgelopen jaren veel innovatieve projecten ontstaan die, zodra de pilotfase is afgelopen, een stille dood sterven door gebrek aan structurele subsidie. Tenzij er een groep enthousiastelingen is, vaak op vrijwillige basis, zijn er vaak geen middelen om een succesvol project in de lucht te houden, laat staan breed uit te rollen.

* Een pleidooi voor het uitbreiden van herstelcentra. Veel mensen met mentale problemen willen, kunnen of durven hun problemen niet voor te leggen aan een behandelaar. Dat kan komen door wantrouwen uit eerdere ervaringen, de aard van de problematiek of anderszins. Ervaringsdeskundigheid kan op zo’n moment behulpzaam en soms zelfs levensreddend zijn.

* Op meerdere momenten en manieren kwam het onderwerp preventie aan de orde: van het eerder ingrijpen door de jeugdzorg of jeugdbescherming, tot voorlichting op scholen en het aanpassen van les- of examenvormen voor kinderen met (bijvoorbeeld) autisme of ADHD. Veel psychische problematiek begint vóór het 20-ste levensjaar, zet daar dan ook op in.

* Versnippering en bureaucratie: veel instellingen zijn gespecialiseerd in één of enkele diagnoses, waardoor er veel heen-en-weer verwezen wordt, wat een kostbare tijd- en energieverspilling oplevert. Maar ook de geldstromen zijn versnipperd, waardoor instellingen buitenproportioneel veel tijd kwijt zijn aan het rondkrijgen van hun begroting of het opstarten van een nieuw project.

* “Laat de ggz niet opdraaien voor alle geëscaleerde problemen”. Bert van der Hoek (Trimbos) noemde als bizar voorbeeld hoe er veel geld wordt gestoken in de opvang van Groningers die psychische schade oplopen door de aardbevingsproblematiek, terwijl de problemen zelf niet worden opgelost. Dat geldt voor meer maatschappelijke problemen: los die op, in plaats van te wachten tot het escaleert en er een psychisch probleem ontstaat.

* De privatisering heeft een desastreuze uitwerking gehad op de ggz. Niet alleen moet alles verantwoord worden wat veel bureaucratie oplevert, maar ook hebben ‘cowboys in de ggz’ de mogelijkheid gekregen om veel te verdienen aan relatief eenvoudige problematiek, waardoor onvoldoende geld en zorg overbleef voor de complexere problemen.

* Vooral Jim van Os hield een pleidooi voor GEM: Ecosysteem Mentale Gezondheid (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-4181659/nieuws/we_bouwen_aan_een_omslag_in_de_ggz_de_samenleving_en_de_cultuur.html). GEM ‘verleidt’ in een regio tot samenwerking van alle bestaande existentiële, medische en sociale voorzieningen, inclusief bekende vernieuwingen zoals herstelondersteunde gesprekken, recovery colleges, groepsbehandelingen en E-communities tot één coherent geheel en biedt daar ook nog een wetenschappelijke onderbouwing bij. GEM bestaat momenteel in 5 regio’s.

* Benadrukt is nog eens hoe schadelijk het is als instellingen voor hooggespecialiseerde zorg sluiten of inkrimpen, zoals het afgelopen jaar enkele keren is gebeurd.

* Een oproep aan de politiek en de media om niet alleen de nadruk te leggen op wat er fout gaat in de ggz, maar óók op wat er wél goed gaat. Het deels onterecht slechte imago heeft onder andere zijn weerslag op het personeelstekort en werkt zo een vicieuze cirkel in de hand.

* Een psychiatrische ziekte is niet gelijk aan psychisch lijden. Het debat over de ggz is dan ook een debat dat overal in de samenleving gevoerd moet worden. Iedereen heeft een stukje van de puzzel in handen. Simpele antwoorden zijn er, maar die zijn bij voorbaat onjuist.


Je kunt het rondetafelgesprek hier terugkijken (https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/de-enorme-stijging-van-het-aantal-mensen-met-een-psychische-stoornis)

De position papers van de sprekers vind je hier (https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2022A10078)

rondetafelgesprek rondetafelgesprek

Reacties
Reactie: (Annette Plooy)
7-3-2023, 15:01
Wat mij bij het kijken vooral op is gevallen is dat commissieleden die concreet wilden weten wat er nou anders had gemoeten (bij de ervaringsverhalen) en welke vormen van ggz-zorg het meest cruciaal zijn om te behouden, hierop geen enkel antwoord kregen. Terwijl dat nu juist de hamvragen zijn, volgens mij. Juist niet nog meer filosofie, alsjeblieft!!

Reactie: (Leo Hollander)
27-2-2023, 17:00
Het was een boeiend gesprek. Helaas lijken de Commissieleden geneigd te gaan voor quick wins en leek men minder geïnteresseerd in een degelijke filosofie op het probleem. Zo tendeerde de Commissieleden mee te gaan in de vooronderstellingen van de vragen. Waardoor voorbijgegaan werd aan een hoofdvraag: wat is eigenlijk de taak van GGZ? Hoort geluk & zingeving daar wel toe?