Voor een dubbeltje geboren? Dan heb je het later een stuk lastiger.

Mensen die opgroeien in armoede hebben veel meer kans om later in hun leven een psychische stoornis te ontwikkelen dan mensen met een rijkere start. Bovendien zal meer dan de helft van de mensen die op 30-jarige leeftijd een laag opleidingsniveau heeft, 22 jaar later een diagnose van een psychische stoornis krijgen. Dat suggereert een Finse studie, recent online gepubliceerd in de Journal of Epidemiology & Community Health. (https://jech.bmj.com/content/early/2023/01/04/jech-2022-219674)

Het is niet de eerste studie dat een verband vindt tussen sociaaleconomische positie en de incidentie van psychische stoornissen, maar het belang van verschillende maatstaven voor sociaaleconomische positie is zelden vergeleken. Het is niet bekend in hoeverre de conclusies één op één op Nederland van toepassing zijn.

Het onderzoek

Onderzoekers van verschillende Finse universiteiten en gezondheidsinstellingen analyseerde officiële nationale gegevens van meer dan 1,2 miljoen mensen, die geboren waren tussen 1966 en 1986 en op hun 30-ste in Finland woonden.
Daarmee wilden ze het verband onderzoeken tussen de sociaaleconomische positie op 30-jarige leeftijd en het daaropvolgende risico op de meest voorkomende ernstige psychische stoornissen: middelenmisbruik, schizofrenie, stemmings- en angststoornissen. Daarbij gebruikten ze drie maatstaven: opleidingsniveau, arbeidsstatus en persoonlijk totaal inkomen. Ook hielden ze rekening met gedeelde gezinskenmerken die van invloed zouden kunnen zijn. Deze groep werd gevolgd tussen 1996 en 2017, iets meer dan een kwart (26,1%) van hen (331.657) werd gediagnosticeerd met een psychische stoornis tijdens de follow-upperiode van de studie.

Volgens de onderzoekers kan de conclusie worden getrokken dat een lagere sociaal-economische positie op 30-jarige leeftijd consistent geassocieerd is met een hoger risico om later gediagnosticeerd te worden met een psychische stoornis, zelfs na rekening te houden met gedeelde gezinskenmerken en een voorgeschiedenis van een psychische stoornis. De associatie met sommige specifieke diagnoses was nog veel sterker wanneer middelenmisbruik of een aan schizofrenie gelieerde diagnose als uitkomst werden gebruikt. Vergeleken met mensen die een baan en vast inkomen hadden, werd niet bij beroepsbevolking horen of werkloos zijn beide geassocieerd met een dubbel risico op een latere diagnose van een psychische stoornis.
De onderzoekers vonden daarbij ook dat bij 52-jarigen 58% van de mensen met een laag opleidingsniveau op 30-jarige leeftijd later een psychische stoornis kreeg, vergeleken met ’slechts’ 45% en 36% van de mensen die secundair of hoger onderwijs hadden voltooid.

Kanttekeningen

Belangrijk is om vast te stellen dat dit een zogeheten observationele studie betrof, de onderzoekers konden daarom niet zonder meer een oorzaak vaststellen.
Bovendien had het onderzoek enkele beperkingen, zoals het feit dat de registers langdurig ziekteverzuim en eerstelijnszorg pas in respectievelijk 2005 en 2011 begonnen, wat waarschijnlijk betekent dat psychische stoornissen van mensen met mildere symptomen, (die vóór 2005 bijvoorbeeld alleen door de huisarts werden behandeld of geen hulp zochten bij welke vorm van gezondheidszorg dan ook), niet zijn meegerekend.

De onderzoekers denken dan ook dat de gebruikte informatie over psychische stoornissen vóór het 30-ste levensjaar een onderschatting is van de onderliggende prevalentie van deze aandoeningen. Desondanks benadrukten ze het feit dat het gebruik van een landelijke onderzoekspopulatie met volledige follow-up, het meenemen van broers en zussen en zowel secundaire als eerstelijns psychiatrische registergegevens  sterke punten van hun onderzoek waren.

De onderzoekers concluderen: ”De bevindingen suggereren dat de last van psychische stoornissen veel groter is bij personen met een lage sociaaleconomische positie. Beleid dat de sociale mobiliteit verbetert of grotere hoeveelheden preventieve maatregelen beschikbaar stelt voor mensen met een lage sociaaleconomische positie, zou de ziektelast van mensen met een lage sociaaleconomische positie kunnen verminderen en daarmee de hoeveelheid psychische stoornissen in de samenleving.”

Voor het hele onderzoek: Socioeconomic position at the age of 30 and the later risk of a mental disorder: a nationwide population-based register study, Journal of Epidemiology & Community Health (2023). DOI: 10.1136/jech-2022-219674 (https://jech.bmj.com/content/early/2023/01/04/jech-2022-219674)

-----------------------------------------------------------------------------------------

Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.

Abonneren kan direct via het inschrijfformulier (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89775/pagina/abonneren.html), opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89779/pagina/e-magazine.html).

financien xx financien xx