'Waarom een psychose niet zo gek is, het verhaal achter hoop en herstel'

Johan Atsma recenseert het boek van Stijn Vanheule

 

Weet ik na het lezen van dit boek waarom een psychose niet zo gek is? Ik twijfel. Stijn Vanheule, hoogleraar psychologie en psychoanalyse aan Universiteit Gent doet een poging om mij en andere lezers uit te leggen wat een psychose nu echt is. Dat is sowieso een ambitieus plan maar van deze expert op het vlak van psychoses, zoals de achterflap laat weten, mag je natuurlijk wel wat verwachten. En, het moet gezegd “Waarom een psychose niet zo gek is” heeft veel te bieden en zet zeker aan tot nadenken. Vanheule probeert in dit boek een verschijnsel te beschrijven en te verklaren dat in zichzelf door een niet ervaringsdeskundige erg moeilijk te vatten valt. Woorden, zeker woorden op papier kennen natuurlijk hun beperkingen. In de poëzie wordt weleens een poging gedaan om het onzegbare te verwoorden en ook hier wordt een manhaftige poging gedaan. Dat zorgt er voor dat de tekst niet zozeer poëtisch is maar met enige regelmaat wel van een niet altijd even makkelijk te volgen abstractieniveau. Dat geldt in ieder geval voor mij. Vanheule weet wel een aantal interessante gedachten over psychose onder woorden te brengen en taal speelt daarin een hoofdrol. Want, aldus Vanheule taal is zeker bij degene die een psychose ondergaat te kort geschoten en de psychose is een manier om daar mee om te gaan.

“Het klinkt eenvoudig: door te werken met woorden en zinnen ervaren we zin en betekenis. Lukt dat helemaal niet, dan kantelt de menselijke vrijheid in de richting van een gekmakende grondeloosheid. Zonder woorden is er geen zin. Een psychose is op die manier een geloofscrisis. Iemand kan dan niet langer meer vasthouden aan de invulling van de werkelijkheid die hij voor waar aannam. Juist om daar niet onder te bezwijken, is de mens in staat om in zijn hoofd te switchen naar een modus van waanzin. (…) Wanneer verhalen ontploffen en woorden uit hun voegen barsten, worden de meest waanzinnige scenario’s echt, en wordt de realiteit uitzinnig.”

Het woord ‘zin’ komt in bovenstaand citaat in verschillende vormen terug en dat geeft de logica van de titel van het boek inhoud, een psychose is niet zo gek, als wel een parallel spoor dat je kunt betreden als de werkelijkheid niet langer te vatten is. Dat spoor en daar zijn in dit boek voldoende voorbeelden van, is voor de buitenstaander, de hulpverlener, vervolgens niet of nauwelijks te volgen. Het boek is dan ook, dat mag duidelijk zijn, een pleidooi om een psychose te zien als een reactie die van enige dagelijkse logica gespeend is maar wel vraagt om een zoektocht naar begrip en het kweken van vaardigheden om doormiddel van spreken en luisteren de waanzin een menselijk gezicht te geven en van daaruit hulp te verlenen.

De kracht van het boek ervaar ik tegelijkertijd ook als zwakte. Soms zijn de zinnen niet goed te pakken en leveren voor mij als lezer geen concrete beelden op. Niet toevallig is de Franse psychoanalyticus Jacques Lacan een regelmatig aangehaalde inspiratiebron, ook hij stond niet te boek als helder schrijver en is inmiddels omstreden, zoals Freud die regelmatig wordt genoemd eveneens nauwelijks meer meetelt. Ook Jung krijgt de nodige ruimte. Deze iconen maar misschien ook wel dinosauriers zijn overduidelijk als inspiratiebron aanwezig en mij verbaast dat toch wel enigszins. Dat doet uiteindelijk niet af aan de boodschap van het boek:  “Ook al is iemands realiteitszin af en toe zoek, het is cruciaal om hem te blijven benaderen als een mens die zijn eigen leven actief beleeft en kiest.” Dat wordt in dit boek klip en klaar bedongen en met voldoende theorie en inzicht omkleed.

 

Stijn Vanheule: “Waarom een psychose niet zo gek is, het verhaal achter hoop en herstel”
Uitgeverij LannooCampus; 160 pagina’s incl. eindnoten; prijs: 25,99 euro; ISBN 978 94 014 7767

***--

waarom psychose waarom psychose