'Wat we hebben geleerd, is dat het er toe doet wie de therapeut is'

Zorgvuldig matchen van therapeut en patiënt werpt zijn vruchten af

 

Patiënten die worden gekoppeld aan een psychotherapeut die eerder goede resultaten heeft geboekt in het behandelen van soortgelijke problemen, hebben meer resultaat van een therapie dan patenten die een willekeurige therapeut krijgen toegewezen. Het lijkt een open deur, maar onderzoekers van de University of Massachusetts Amherst tonen aan dat het de moeite loont om aandacht te besteden aan het matchen van therapeut en patiënt. Het ‘match-effect’ valt nog gunstiger uit voor patiënten met ernstigere problemen en voor degenen die zich identificeren als raciale of etnische minderheden.
Het onderzoek - het eerste onderzoek in zijn soort, aldus de onderzoekers - is gepubliceerd gepubliceerd in JAMA Psychiatry en het Journal of Consulting and Clinical Psychology.

”Een van de dingen die we in ons vakgebied hebben geleerd, is dat het er toe doet wie de therapeut is”, zegt onderzoeker Michael Constantino. hoogleraar klinische psychologie. Constantino, is ook directeur van het Psychotherapy Research Lab, waar men de variatie in resultaten van therapieën probeert te begrijpen. ”We zijn erg geïnteresseerd geraakt in dit zogenaamde therapeutisch effect. Vroeger werd er meer nadruk gelegd op wat de behandeling was in plaats van op wie het uitvoerde.”

Zo ontdekten Constantino en zijn collega’s bijvoorbeeld dat psychotherapeuten relatief sterke en zwakke punten hebben bij het behandelen van verschillende soorten psychische problemen. Dergelijke ‘prestatierapporten’ zijn veelbelovend voor het personaliseren van de behandeling en het matchen van therapeut en patiënt.

Over het onderzoek

De onderzoekers voerden een gerandomiseerde klinische studie uit met 48 therapeuten en 218 poliklinische patiënten in Cleveland, Ohio. Ze gebruikten een matchingsysteem op basis van de resultaten in het verleden van een therapeut bij patiënten met dezelfde. De matching was gebaseerd op een multidimensionaal uitkomstinstrument, het zogeheten Treatment Outcome Package (TOP), dat 12 symptomatische of functionele domeinen beoordeelt: depressie, kwaliteit van leven, manie, paniek of somatische angst, psychose, middelenmisbruik, sociaal conflict, seksueel functioneren, slaap, suïcidaliteit, geweld en functioneren op het werk. De gematchte groep werd vergeleken met een groep patiënten die op de gebruikelijke manier aan een therapeut werd gekoppeld, zoals de beschikbaarheid van de therapeut of de locatie van het kantoor.

”Door TOP-gegevens te verzamelen van voldoende patiënten die door een bepaalde therapeut zijn behandeld, kan deze uitkomsttool de domeinen vaststellen waarin die therapeut stabiel effectief is, neutraal of niet effectief,’ aldus het artikel.

Effect kan nog sterker worden

Om voor matching in aanmerking te komen, moesten de therapeuten minimaal 15 casussen hebben afgerond met patiënten die voor en na de behandeling de TOP hadden afgerond. Voor het onderzoek wisten noch de patiënten, noch de therapeuten of ze waren gematcht of zoals gewoonlijk waren toegewezen.
De evaluatie van de therapie liet zien dat de klachten van degenen in de gematchte groep significant meer waren afgenomen dan degenen die willekeurig een therapeut kregen toegewezen. Volgens Constantino heeft het onderzoek laten zien dat er met dit matchingsysteem een ​​flinke boost in verbeteringspercentages te krijgen is. Dat therapie in de gematchte groep nog effectiever was bij mensen die zich identificeerden als raciale of etnische minderheden, kan een manier zijn om de toegang en kwaliteit van de ggz te verbeteren in traditioneel achtergestelde bevolkingsgroepen.

Constantino: ”We denken dat de positieve impact nog sterker zou zijn geweest als de patiënten hadden geweten dat ze aan een specifieke therapeut waren gekoppeld in plaats van door toeval toegewezen. Zulke kennis genereert positieve verwachtingen, die over het algemeen worden geassocieerd met betere therapieresultaten.”

Lees hier het hele artikel (https://psycnet.apa.org/record/2021-53710-001)

Lees ook:

* Belang van een goede therapeutische relatie nog steeds onomstreden (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3800385/nieuws/belang_van_een_goede_therapeutische_relatie_nog_steeds_onomstreden.html?page=12)

matchen matchen

Reacties
Reactie: (angelo sijbel)
31-7-2021, 16:41
Maar....... In mijn optiek doet het er wel degelijk toe of er een klik is met de therapeut of niet. Gebaseerd op mijn eigen ervaringen in het medisch circuit kan ik wel zeggen dat de therapeute waarmee ik mij het meest verbonden voelde, een beter en meer fundamenteler resultaat behaalde dan degene waar ik later attendeerde en die enkel irritatie en verzet in mij opriep. Er was totaal geen sprake van een goede intermenselijke verhouding tussen mij en deze therapeut die mij willekeurig was toegewezen. Ik vond het een pedante kwast (wellicht een subjectieve interpretatie maar toch...) die te zeer ingenomen was door zijn eigen "kundigheid"... Het spreekt vanzelf dat ik al na 2 sessies daar niet meer naar toe ging. In dit geval overschatte de hulpverlener zichzelf inderdaad....

Reactie: (Thijs)
28-7-2021, 16:59
Weer een mooi staaltje Amerikaans maakbaarheidsdenken en een enorme overschatting van het effect van de hulpverlener.

Reactie: (Vraagteken)
26-7-2021, 17:31
Wanneer ik dit lees word ik al DEPRESSIEF

Reactie: (Tansingh Partiman)
26-7-2021, 14:57
Wat een bijzonder teleurstellende studie. Onderzoekers die niet helder kunnen denken en zaken door elkaar halen. Als je mensen wilt matchen, ongeacht of het therapie is of een anderssoortige relatie, dan moet je tenminste kijken naar (objectiveerbare en intersubjectieve) relationele criteria en behoeften van zowel cliënt als hulpverlener. Waarbij iedere hulpverlener weet dat dat in de loop van je leven verandert. Je ontdekt steeds meer met wat voor soort mensen en/of problemen goed uit de voeten kunt (man/vrouw, oud/jong, talig/niet-talig, Marokkaanse man/Marokkaanse vrouw etc). We weten dat 'vroeger' de zogenaamde YAVIS patient het meest in trek was. Maar niets van dit alles in deze studie (althan wat ik in de samenvatting lees). En dan wordt tot mijn verbazing match van de etniciteit van de therapeut en de cliënt niet onderzocht, terwijl er wel uitspraken over worden gedaan! Wat wel wordt onderzocht, succesvol zijn in bepaalde behandelcategorieën, heeft daarmee geen enkele directe relatie. Een studie die nergens aan bijdraagt. Want dat je beter bent/wordt in het een dan in het ander, ja, daar hebben we nou niet echt onderzoek voor nodig.