Twee sessies psychotherapie per week bij depressie: effectiever en minder uitval

Een frequentie van twee sessies in plaats van één sessie per week leidt tot betere behandeluitkomsten in psychotherapie voor depressie. Het reorganiseren van Cognitieve Gedragstherapie (CGT) en Interpersoonlijke Therapie (IPT) voor depressie naar een frequentie van twee sessies per week zal drop-out, response en uitkomsten van de behandeling kunnen verbeteren. Daarnaast lijkt het individuele leervermogen van de patiënt een belangrijke rol te spelen in het voorspellen van behandeluitkomst, en blijken verschillende patiënten te profiteren van verschillende psychotherapieën. Dit blijkt uit het onderzoek van Sanne Bruijniks, waarop ze 30 april zal promoveren aan de VU in Amsterdam.

Verbeteren effecten psychotherapie

Bruijniks onderzocht voor haar promotieonderzoek verschillende manieren om de effecten van psychotherapie voor depressie te verbeteren. Resultaten van een groot Nederlands onderzoek in de specialistische GGZ lieten zien dat het verhogen van de sessiefrequentie leidt tot minder uitval tijdens therapie en snellere en betere behandeluitkomsten direct na behandeling. Andere studies in haar proefschrift richtten zich op de implementatie en kwaliteit van therapie in Nederland en lieten zien dat beide in Nederland mogelijk suboptimaal zijn.

Verschillende sessiefrequenties per patiënt

Een ander belangrijk onderwerp in Bruijniks’ onderzoek was de rol van het leervermogen van de patiënt in de uitkomsten van psychotherapie voor depressie. Bruijniks: “In meerdere studies bleek dat werkgeheugen een belangrijke rol kan spelen in het voorspellen van therapie-uitkomst. Een aantal van die studies in mijn onderzoek was gericht op het voorspellen van voor welke patiënt welke behandeling het beste werkt. Hieruit bleek onder andere dat voor verschillende patiënten verschillende sessiefrequenties optimaal lijken te zijn, en dat patiënten verschillen in de mate waarin therapeutische processen belangrijk zijn in het voorspellen van de therapie-uitkomst. Vervolgonderzoek is wel nodig voordat variabelen zoals leervermogen en modellen die voorspellen voor wie welke sessiefrequentie het beste werkt in de klinische praktijk kunnen gebruiken.”

Bron: VU (https://www.vu.nl/nl/nieuws-agenda/agenda/2021/apr-jun/30april_sje-bruijniks.aspx)

-----------------------------------------------------------------------------------------

Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.

Abonneren kan direct via het inschrijffomulier (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89775/pagina/abonneren.html), Opgeven van je mailadres is voldoende.
Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89779/pagina/e-magazine.html).

psycholoog psycholoog