‘Poëzie snijdt iets anders aan dan het functionele, het schept ruimte voor de hele mens'

Joanne van Rossum

Poëzie als middel tot herstel, deel 2

 

Poëzie is voor Angelique, geestelijk verzorger van beroep, bij uitstek een taal waarmee een diepere laag van de mens wordt aangesproken en waarmee uitdrukking wordt gegeven aan het diepste mens-zijn. Dat veel cliënten én medewerkers hier naar op zoek zijn, bleek wel tijdens de grote hoeveelheid ingezonden gedichten tijdens het poëziefestival dat in 2017 en 2019 werd georganiseerd. In het tweede deel van dit tweeluik een interview met Angelique Rijlaarsdam, om hier verder op door te praten en te horen op welke manier zij poëzie betrekt bij haar werk. Het eerste deel, Poëzie als middel tot herstel (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3840524/nieuws/met_een_gedicht_kom_je_verder.html?page=1), verscheen twee weken geleden.

Al zo’n dertien jaar is Angelique geestelijk verzorger bij ggz instelling Parnassia Noord-Holland. Het werkveld van geestelijk verzorger ziet ze als een vrij vak, omdat het ruimte biedt om over zingeving en te spreken. Ze studeerde Theologie en Nederlands en is predikant. In het vak van geestelijk verzorger komt de liefde voor taal en zingeving samen. ‘In groepen gebruik ik regelmatig poëzie en verhalen om een gesprek mee te beginnen. Ik gebruik het als spiegel en om cliënten door een woord te laten raken en daarover in gesprek te gaan.’ Ook in individuele gesprekken komt poëzie terug: het snijdt namelijk iets anders aan dan het functionele. Het probeert te zoeken naar iets wat dat ontstijgt. ‘Je bent zoveel meer wat je mens maakt, buiten je psychische kwetsbaarheid om’, vertelt Angelique. ‘Poëzie biedt andere openingen voor gesprek.’

Poëzie als katalysator

Hoe merk je nu eigenlijk dat poëzie bij cliënten aansluit? Angelique: ‘Ik merk dat ik het fijn vind dat ik verhalen en poëzie tot mijn beschikking heb. Als iemand vertelt waar hij mee aan het worstelen is, dan breng ik soms een frase van een gedicht in tijdens het gesprek. Soms kan het iemand op andere gedachten en perspectieven brengen of tot troost zijn om te weten dat hij niet de enige is.’
Ze ziet dat poëzie eigenlijk werkt als een katalysator om bij iemands drijfveren en eigenheid te komen. Het is taal die recht wil doen aan wat de mens tot mens maakt, met en voorbij de kwetsbaarheid en verstoring waar iemand last van heeft. Dat gaat soms over wezenlijk iets anders dan wat cliënten over het algemeen met hun behandelaren bespreken. ‘Mensen ontdekken bijvoorbeeld in een zingevingsgroep vaak dat anderen met vergelijkbare dingen bezig zijn en veel van elkaar kunnen leren als het gaat om thema’s als eenzaamheid, veerkracht, schaamte en vertrouwen.’ Door de ogen van een dichter wil Angelique ze meenemen en onderzoeken hoe deze thema’s er voor hen kunnen uitzien. Taal is dan een instrument om iets tot uiting te kunnen brengen.

‘Ik denk zelf veel na over het begrip ‘innerlijke ruimte’, vertelt Angelique. ‘Daar gaat het voor mij om. Of je die ruimte, figuurlijk in jezelf, kunt vinden wanneer je opgenomen wordt of in behandeling bent. Kan ik mijn eigen verhaal weer maken en betekenis geven, ondanks en met de inbreuk die ziekte soms kan doen?’ De rol die poëzie hierin speelt is die van het zoeken en vergroten van die innerlijke ruimte. Een ruimte die soms letterlijk ademruimte geeft om de vraag te stellen: wat is er nu allemaal gaande, en wat betekent dit voor mij?

Met poëzie wordt het echt

Ook zijn er veel cliënten zelf die gedichten schrijven. In eerste instantie doen ze dat vaak voor zichzelf en pas in tweede instantie ook voor anderen. ‘Taal’, vertelt Angelique, ‘geeft je de onmetelijke vrijheid je uit te drukken zoals jij dat wilt.’ Veel cliënten die schrijven, proberen daarom ook op de een of andere manier uit te drukken wat er van binnen gaande is. ‘En bij poëzie hoeft het niet te kloppen om precies te zeggen wat je bedoelt. Er zijn geen conventies of regels, je mag zeggen wat je wilt. Het is een instrument om grip te krijgen op je werkelijkheid, je kunt duiden wat er gebeurt en je komt je gevoelens op het spoor.’

Eén van de van de deelnemers van het poëziefestival in 2019 laat zien wat er ontstaat als conventies worden doorbroken:

Mag ik een slak op mijn hoofd,

Zodat ik trager kan denken?

Mag ik een ijsvogel bovenop mijn hoofd,

Zodat het stil wordt in mijn pan?

Mag ik een poesje in mijn hart,

Om mijn muizenissen te beperken?

Mag ik een paard op mijn voeten,

Zodat ik rechtop kan blijven staan?  

(uit de bundel: Leeg is het, mijn ziel)

Soms lezen mensen hun eigen tekst terug en zien ineens dat het hun emoties en gedachten daarmee ook echt worden. Het is niet langer meer in jou, maar je hebt het in de wereld gebracht. ‘En daarmee bestaat het ook en mag het genoemd worden.’

Poëziefestival

Dat er inderdaad heel veel cliënten en medewerkers zijn die zelf gedichten schrijven, bleek wel uit de grote hoeveelheid ingezonden gedichten op beide poëziefestivals van Parnassia. Met een werkgroep, bestaande uit sociaal psychiatrisch verpleegkundige Ed Bras, ervaringsdeskundige Desiree Peters en dichter Gisele Vranckx (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3840524/nieuws/met_een_gedicht_kom_je_verder.html?page=1) en een afgevaardigde uit de cliëntenraad, Ellen Taats, organiseerde Angelique in zowel 2017 en 2019 het poëziefestival gecombineerd met een poëziewedstrijd. Angelique: ‘We waren zelf enorm verrast door de hoeveelheid reacties, het enthousiasme en de opkomst. We hebben hier blijkbaar ook een snaar geraakt waar veel mensen iets mee hebben.’ Gedurende drie maanden konden cliënten, medewerkers en betrokkenen binnen Parnassia hun gedichten insturen, waarna deze door de jury werden beoordeeld. Ruim honderd gedichten werden ingestuurd. Hierbij kwamen vijf winnaars uit de bus.

Het festival bestond uit een middag met een voordrachten van dichters en er werd een open podium gecreëerd voor deelnemers en geïnteresseerden. Het mooiste vond Angelique de moed die deelnemers opbrachten om hun gedicht voor te dragen. Vaak beklommen ze het podium met knikkende knieën en veel zenuwen, waarbij na het voordragen van hun gedicht een daverend applaus volgde. Angelique herinnert zich een cliënt die ze al een tijd had begeleid. ‘Ze had ook een gedicht geschreven dat ze na veel moed verzamelen durfde voor te dragen. Vanachter het podium keek ik de zaal in en zag het stralende gezicht van haar zoon die ze naar dit festival had meegenomen. Hij was apetrots op zijn moeder.’ Ze vertelt dat je er ook een andere kant van jezelf ontdekt en kunt laten zien. Veel cliënten hadden familieleden meegenomen en sommigen ook hun hulpverleners. Er heerste kortom een luchtige en vrolijke feeststemming.

Mw. Schrijftaal

Het hoogtepunt was de bundel die werd uitgereikt waarin van alle deelnemers een gedicht was opgenomen. Ook plaatselijke boekhandels verkochten ze. ‘Een resultaat om trots op te zijn’, vertelt Angelique enthousiast.

Naast het wedstrijdelement konden deelnemers ook deelnemen aan diverse schrijfworkshops van Mw. Schrijftaal (http://www.schrijftaal.org).‘Dat begon heel basic, waarbij met elkaar oefeningen werd maakt waarin deelnemers kennismaakten met verschillende werkvormen. Aan het einde van zo’n workshop had iedereen een gedicht gemaakt.’ Deelnemers droegen het aan elkaar voor en kregen ter plekke feedback. ‘Je ontdekt er taal mee’, vertelt Angelique. ‘dat je met een eenvoudig begin iets kan maken en dat dit dus echt kan.’ Een van de deelnemers schreef:

Teksten halen me weer tot leven, ze zeiden jij haalt het niet,’

ze zeiden rook iets en dan word je weer beter. Maar nee nee

nee geloof in jezelf als je aller aller eerst en je komt er wel.

(uit de bundel: Leeg is het, mijn ziel)

Vanwege het grote succes, wordt er dit jaar opnieuw een poëziefestival georganiseerd. Angelique vermoedt dat een ‘live’ poëziefestival er dit jaar vanwege de corona-maatregelen niet inzit, maar denkt samen met de werkgroep na over alternatieven. Bijvoorbeeld het idee van een poëzieplatform waarop alle ingezonden gedichten te lezen zijn en wellicht opnieuw een dichtbundel met een selectie van ingezonden gedichten. Weliswaar dus een corona-versie, maar met een online plek waar je teksten kan delen en lezen, en zo even door de ogen van anderen naar het leven kijkt.

Meerwaarde voor de ggz

Dat poëzie een meerwaarde voor de ggz heeft, is Angelique wel duidelijk. Maar het is moeilijk om nu precies onder woorden te brengen in welk opzicht poëzie nu concreet iets kan betekenen voor de ggz. Ze herinnert zich het gedicht ‘Poëzie’ van Herman de Coninck:

Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt:

mijn miniatuurmensje, mijn zelfgemaakt

verdrietje, en het helpt niet;

zoals je een hand op haar hete voorhoofdje

legt, zo dun als sneeuw gaat liggen,

en het helpt niet:

zo helpt poëzie


Ze is wat huiverig om de directe toepassing van poëzie al te concreet te maken. ‘Poëzie is vaak vluchtig en ongrijpbaar, en dat is juist waar de meerwaarde in schuilt’, vertelt ze. Ze denkt opnieuw aan het beeld van ‘innerlijke ruimte’. Als ze dan toch probeert te zeggen wat de meerwaarde van poëzie is, dan is het misschien wel dat poëzie bijdraagt aan het vergroten van die innerlijke ruimte. ‘Psychische klachten kunnen je innerlijke ruimte heel klein maken, maar poëzie kan een plek geven waar mensen weer kunnen wonen.’ Alweer een gedicht dat bij haar opkomt, dit keer van de Vlaamse Bruno-Paul de Roeck, genaamd ‘Scintilla animae/zielevonkje’. Woorden waar Angelique zich erg in kan vinden:

Innerlijke waakvlam,

het putteke van mijn ziel.   

Een stille kamer

met ramen die open staan

naar alles wat bestaat.

Een plek

die niemand of niets

je kan afpakken.

Vanuit dat putteke

zien de wereld en de mensen

er anders uit..

 

Ook hulpverleners hebben wat aan poëzie in hun werk. Dat zit hem niet zozeer in het volgen van opleidingen of workshops op gebied van poëzie, maar het gaat dan vooral om het ontwikkelen van een gevoeligheid voor taal – voor je eigen taal en die van een ander. ‘Het is belangrijk goed te luisteren naar wat iemand zegt. Of als iemand iets schrijft, dit bijvoorbeeld samen te lezen als de cliënt hiervoor open staat.’ Ook kan een hulpverlener poëzie en teksten aanreiken als bron. Op die manier kan het ook een rol spelen in herstel, omdat het de innerlijke ruimte vergroot.

Hoe beziet Angelique de toekomst? Ze voelt, samen met haar werkgroep, een grote drive om door te gaan. De eerdere poëziefestivals hebben laten zien dat er veel mensen op de een of andere manier bezig zijn met poëzie en dat het de moeite waard is dit met elkaar te delen. ‘Mensen vragen waar de volgende editie blijft.’

Klik hier voor de website (https://www.parnassia.nl/poezie-festival) over het poëziefestival van Parnassia

 

Joanne van Rossum studeerde filosofie en werkt als SPV in de ambulante specialistische ggz voor volwassenzorg.

2 - poezie 2 - poezie