Tuchtcollege: beroepsgeheim geldt ook voor wat anderen over je cliënt zeggen

Een vader die niet het gezag over zijn 14-jarige dochter heeft, ontdekt dat zij in therapie is. Hij schrijft de (mede-)behandelaar, GZ-psycholoog, een brief waarin hij vraagt om een gesprek. Hij denkt dat dat bijdraagt aan een goede behandeling. Hij vraagt ook zijn verzoek niet te delen met zijn dochter en haar moeder. Na  intern overleg besluit de psycholoog het verzoek toch voor te leggen aan de dochter en haar moeder. Ze schrijft daarna de vader terug dat er een gezamenlijk gesprek met de moeder, de dochter en twee behandelaren kan plaatsvinden.

Daarop dient de vader een klacht in tegen de psycholoog: volgens hem heeft ze haar beroepsgeheim heeft geschonden en een interventie gepleegd ten aanzien van de dochter en haar gezinsrelaties.

Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt die beslissing in eerste aanleg, verklaart het eerste klachtonderdeel alsnog geheel en het tweede klachtonderdeel gedeeltelijk gegrond, legt aan de GZ-psycholoog een waarschuwing op en gelast publicatie van de beslissing.

Beroepscode psychologen

Psychologen zijn volgens hun eigen beroepscode verplicht tot geheimhouding van informatie, als die  van vertrouwelijke aard is. In die beroepscode staat ook dat die vertrouwelijke relatie ook voor andere betrokkenen geldt. Volgens het Centraal Beroepscollege geldt de vader dus als zo’n betrokkene.

Volgens het college had de psycholoog eerst met de vader moeten overleggen onder welke voorwaarden  zij aan zijn verzoek zou kunnen voldoen. Met het inlichten van de dochter heeft de psycholoog bovendien een interventie gepleegd ten aanzien van de patiënte en haar gezinsrelaties. Deze interventie is onomkeerbaar en niet professioneel, zegt het Tuchtcollege, die de psycholoog een waarschuwing geeft.

Consequenties

De uitspraak betekent, dat een behandelaar niet alleen een vertrouwensrelatie met zijn patiënt(e) aangaat, maar ook met andere betrokkenen, zoals gezinsleden. Hulpverleners moeten er dus op bedacht zijn dat zij ook bij derden vertrouwelijk moeten omgaan met informatie, vragen en verzoeken. In dit geval had dus vooraf toestemming moeten worden gevraagd of het verzoek mocht worden gedeeld met de dochter en haar moeder.

Voor de hele uitspraak: Tuchtrecht (https://tuchtrecht.overheid.nl/uitspraak/2020/ECLI_NL_TGZCTG_2020_177)

----------------------------------------------------------------

Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.

Abonneren kan direct via het inschrijffomulier (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89775/pagina/abonneren.html), Opgeven van je mailadres is voldoende.
Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89779/pagina/e-magazine.html).

1 - Wvggz 2 1 - Wvggz 2