‘Schuift dat nog wat, die ggz?

Redactie

 

Bij het afscheid van onze ‘Topinkomens in de ggz’ top-20

Sinds 2013 publiceren wij de top-20 van bestbetaalde bestuurders in de ggz, een traditie die we hadden overgenomen van onze illustere voorganger de Psy. Dat is vanaf nu verleden tijd. De belangrijkste reden daarvoor is simpel: sinds Minister Plasterk de Balkenende-norm invoerde, later overgegaan in de Wet Normering Topinkomens (WNT), zijn de grootste excessen in de inkomens van de bestuurders van grote ggz-instellingen verdwenen. Vorig jaar was daarom onze laatste top-20 (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3734209/nieuws/topsalarissen_in_de_zorg_gaan_langzaam_omlaag_ook_in_de_ggz.html?page=1).

Er zijn meer redenen om geen top-20 meer te publiceren. De ggz is allang niet meer het kenmerkende terrein van vijftig grote ggz-instellingen. De meeste zorginstellingen die ooit waren gespecialiseerd in mensen met een verstandelijke beperking (bijvoorbeeld Cordaan en ’s Heerenloo) of gespecialiseerd in thuiszorg (Evean) hebben de psychiatrie ontdekt. Soms als aanvullende dienstverlening voor al bestaande cliënten, soms als verdienmodel. De top-20 voor de ggz wordt daarmee te diffuus voor een lijst.

Een derde reden is het werk van ‘collega’s’ als Radio Reporter, Follow The money en Omroep Gelderland. In hun onderzoeken naar dubieuze verdienmodellen en opmerkelijk hoge winsten bij kleinere zorgaanbieders kwamen relatief veel ggz-aanbieders voor. Meestal haalden de bestuurders daarvan niet een inkomen van twee ton, maar wel waren de winsten onevenredig groot. De onderzoeken gingen over 2017 en 2018, en kwamen een jaar geleden naar buiten. Zeer waarschijnlijk worden dat de nieuwe top-20-ers, maar daarvoor is nog het nodige onderzoek nodig en de cijfers over 2019 zijn nog maar recent gepubliceerd.

Over de hoogte van de bestuurderssalarissen

De WNT komt er in het kort op neer, dat bestuurders in de (semi)publieke sector niet méér mogen verdienen dan een ministerssalaris: € 194.000,- Er zijn weliswaar nog steeds bestuurders die méér verdienen, maar het gaat niet meer om de excessen waar in 2013 en de jaren daarna sprake van was. De nummer één van 2018, Jeroen Muller van Arkin, kreeg over 2019 bijna €225.000,- euro, ruim twintigduizend euro minder dan het jaar ervóór. Muller stond in 2014 stond al op de eerste plaats, met een inkomen van 288.000 euro. Hoewel zijn inkomen nauwelijks omlaag ging, zakte hij in de jaren daarna naar de vierde plaats, om de lijst vanaf 2017 weer aan te voeren. Hij stopt per 1 november aanstaande bij Arkin om de nieuwe voorzitter te worden van de raad van bestuur van het Dijklander Ziekenhuis.

Ook John Kauffeld en Arthur Notermans, de bestuurders van Espria, waar GGZ Drenthe onder valt, ‘mochten’ meer verdienen dan de WNT-norm verdienen: tussen de 225 en 230 duizend euro. In deze en vele andere gevallen geldt het zogenoemde overgangsrecht: er moet langzaam afgebouwd worden naar de WNT-norm, die overigens elk jaar wat hoger wordt. Weinig bestuurders lijken daar haast mee te maken.

Dat deden wél de bestuurders van GGZ Friesland in 2015. In het jaarverslag van de instelling stond expliciet dat de Raad van Bestuur in dat jaar besloot geen gebruik te maken van het overgangsrecht en zich vanaf dat moment zou richten op de WNT-norm. Daarmee verdween GGZ Friesland voorgoed uit onze top-twintig. Terzijde maar pikant: voor bestuurders van zorgverzekeraars geldt een WNT-norm die bijna een ton hoger ligt.

The Hall of Fame: de top-20 in de afgelopen zeven jaar

Finest hours bij het samenstellers van de lijst zijn natuurlijk de momenten dat we een bizar hoog bedrag tegenkomen. Het hoogtepunt was ongetwijfeld onze eerste top-20, in 2013, toen Leen van Leersum bij Emergis een ontslagvergoeding kreeg van ruim een half miljoen euro, naast zijn normale salaris van meer dan anderhalve ton voor negen maanden werk. In datzelfde jaar nam Pieter Wester na twee jaar afscheid van het NPI. Zijn ontslagvergoeding was ‘slechts’ de helft van die van Leen van Leersum: ruim tweeëneenhalve ton. Zowel Emergis als Arkin (het moederbedrijf van het NPI) haastten zich om te verklaren dat het om oude afspraken ging. De ontslagvergoedingen werden vanwege de WNT gemaximaliseerd tot € 75.000,-, maar afspraken van vóór 2013 bleven bestaan.

De hoogte van de ontslagvergoedingen nam dan ook in snel tempo af. Rob van Breemen kreeg bij zijn afscheid van Mentaal Beter in 2015 nog een afscheidscadeau van € 188.000,-, maar daarna bleven de ontslagvergoedingen – voor zover wij ontdekten – beperkt tot de wettelijke € 75.000,-
Hoewel: het jaarverslag van het Leo Kannerhuis over 2014 werd pas begin 2016 gepubliceerd, een gevolg van het uitstel dat minister Schippers de ggz had verleend. Daardoor mistte directeur Egbert Reijnen in top 20 over 2014 een plaats in de top vijf: hij had in dat jaar van het Dr. Leo Kannerhuis een vertrekpremie van ruim 182.000 euro meegekregen.

Fraude of niet: topsalarissen in kleine zorgbedrijfjes

Tv-programma Pointer, Reporter Radio en nieuwssite Follow The Money Zestien doorzochten vorig jaar de jaarrekeningen van 2017 en 2018 van een groot aantal zorginstellingen in Brabant (https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/3074184/16-zorginstellingen-behalen-onverklaarbaar-hoge-winst-het-deugt-niet). Veel daarvan behaalden een onverklaarbaar hoge winst. Omroep Gelderland (https://www.omroepgelderland.nl/nieuws/2425295/Krankzinnig-hoge-winsten-bij-Gelderse-zorginstellingen) hield in Gelderland een soortgelijk onderzoek, samen met Reporter Radio. De uitkomsten waren soortgelijk.

In beide provincies was het aandeel van ggz-instellingen opvallend hoog. In Gelderland stond Psychologen Praktijk Putten B.V. aan kop: in 2017 zette de eigenaar 750.000 euro winstuitkering door naar de rekening van een andere bv op naam van hem en zijn vrouw.
Tegen de Gelderlander vertelde eigenaar Van Rooijen dat hij de winsten kon behalen door zelf ’80 uur per week te werken’ en scherp op de kosten te letten’. Maar dat is nu voorbij. ”Ik heb maatregelen genomen om meer taken uit te besteden, bijvoorbeeld een tuinman voor de tuin van de praktijk”. En: ”Ik ga mijn salaris aanpassen. Ja, verhogen. Daarmee wordt ook de winst van de praktijk beperkt.”

Van de zestien Brabantse bedrijven waren er acht actief in de geestelijke gezondheidszorg, de andere acht in de gehandicaptenzorg of thuiszorg. In die sectoren ligt de winstmarge gemiddeld rond de drie procent. De zestien bedrijven hebben twee jaar op rij minimaal tien tot ruim vijftig procent winst behaald.
GGZ-aanbieder KJ-Psychologen in Roosendaal stak er in Brabant met kop en schouder bovenuit, aldus omroep Brabant. Uit het onderzoek kwam een winst van 52,4 procent, bij een omzet van 1,4 miljoen euro boekte het bedrijf meer dan 730.000 euro winst. Het bedrijf ontkende dat overigens tegen Omroep Brabant en sprak van een vertekend beeld: ”Er zijn fouten gemaakt door onze oude accountant en er komt nog een correctie. Deze cijfers zijn niet de werkelijkheid.”

Minister De Jonge kondigde aan de mazen in de wet te gaan dichten waarmee zorginstellingen deze hoge winsten behalen. Volgens hem is het niet mogelijk om én de kwaliteit op orde te houden én tegelijkertijd zo veel geld over te houden aan het eind van het jaar. ’Dat is niet in de haak, je zit in de zorg om te dienen en niet om te verdienen’.
Er zou binnenkort zo maar weer eens een nieuwe top 20 kunnen komen.

Wie zelf wil achterhalen hoe hoog de inkomsten in de (semi-)publieke sector liggen, kan dat uitzoeken op Jaarverantwoording in de zorg (https://www.desan.nl/net/DoSearch/Search.aspx).

geld 1 geld 1