Mijn ’bipo’-zus wil dood

Ervaringsverhaal van een wanhopige naaste, strijdend naar zowel de GGz als naar ‘Zussie’.

 

Anoniem

 

Het is Goede Vrijdag, de Corona-pandemie lijkt over zijn hoogtepunt. Ik schiet vol.

‘Zussie’ (58 j) is ingegaan op mijn aanbod aanwezig te zijn bij haar gesprek met haar spv-er. Nu komt het erop aan. Ze zit alweer vijf maanden, sinds haar intake, en haar vertrek bij een incompetente vrijgevestigde psychiater-psychotherapeut, weer in een diepe depressie. Nadat ze drie dagen haar bed niet was uitgekomen vroeg ze haar spv-er langs te komen.

“Wat moet ik hem vragen?”, vraagt ze mij. Die vraag maakt me net zo machteloos als haar dagelijkse wanhopige ‘ik wil dood’- appjes.  Het is haar leven en haar hulpverlening, dus speel ik de bal terug: ‘luister naar jezelf, wat heb je nu nodig?’. Maar van mijn eigen depressies weet ik: als je zo diep ontregeld bent, zijn gevoelens en verlangens ver weg. Je zit op slot.

Het gesprek met de spv-er was van een heel andere orde dan het eerdere door ons gevraagde gezinsgesprek een maand eerder met de psychiater erbij. Toen werd ons niets gevraagd. De spv-er bleek nu in staat ook te luisteren naar onze inbreng, zelfs als dat soms fel was, hij noemde dat sympathiek: ‘gepassioneerd’. We wilden méér dan de niet-effectieve dood-lopende symptoom-aanpak met pillen: een persoonsgerichte diagnostiek en op basis daarvan een persoonlijk herstel- of behandelplan. Hij leek het te begrijpen en beloofde naast een andere medicijn ook psychotherapie. Bovendien was mij bekend dat zijn GGZ-instelling uitdrukkelijk sinds 2 jaar werkte vanuit een persoons- en herstel-gerichte visie.

Z. heeft ruim 35 jaar de DSM-diagnose bipolaire stoornis-type 1. Ze kreeg alleen medicatie. Maar de pillen werken niet meer. Ze sukkelt al jaren van de ene depressieve periode via steeds kortere manische episoden met psychotische kanten naar de volgende depressie. Waarschijnlijk spelen er ook andere levens(fase)-vraagstukken, maar die krijgen in het GGz ziekte-denken en de eenzijdige medicatie-behandeling geen aandacht.

Haar leven is nu ondragelijk en uitzichtloos: ze wil dood. Ze heeft inmiddels contact gehad met het Expertisecentrum Euthanasie. We doen er alles aan om dat te voorkomen, al vinden we euthanasie een betere oplossing dan een eenzame suïcide.

We strijden op twee fronten. Z. is in die 35 jaar GGz-hulp geconditioneerd tot een volgzame, passieve, afwachtende patiënt, die net als de GGZ voornamelijk bezig is met het depressie-symptoom, en het geloof dat medicatie zaligmakend is. Ze weet ook niet beter.

Wij zien en denken dat een psychische aandoening geen hersen-ziekte is, maar een verstoring in de verhouding mens-omgeving, een disbalans, die om een herstel-benadering vraagt. Maar dat vraagt zowel een actief mee-werkende cliënt, alsook een GGz die in staat en bereid is samen met de cliënt gaat (uit)zoeken om die verstoring de baas te worden. Dat kan met medicatie, maar waarom krijgen mensen met ernstige psychische aandoeningen geen psychotherapie of andere actieve herstel-vormen als WRAPP niet standaard aangeboden?

15 - mijn bipo zus wil dood 15 - mijn bipo zus wil dood