'Je moet niet bang zijn om door te vragen'

Door: José Hoekstra


Een traumabehandeling is meer dan alleen EMDR

 

Regelmatig hoort José Hoekstra van patiënten dat zij zich, soms na jaren in de ggz, bij doorverwijzing naar een specialistisch traumacentrum beter gezien en gehoord voelen. Dat maakt nieuwsgierig. In een gesprek vertelt Ellen Klaassens, klinisch psycholoog, over de werkwijze van ARQ Centrum’45 en ARQ Diagnostisch Centrum.

“Als er onvoldoende resultaat is door een behandeling in de specialistische ggz (sggz) of een behandeling stagneert, en er is (vermoedelijk) sprake van traumatische gebeurtenissen of PTSS, dan verwijst men vaak naar ons. Wat het ingewikkeld kan maken voor de reguliere ggz is dat patiënten met trauma in de voorgeschiedenis of met PTSS zich niet altijd presenteren met herbelevingen of verhoogde waakzaamheid, maar dat men zich meldt met klachten zoals somberheid en vermoeidheid. Er is vaak sprake van schaamte en men vindt het moeilijk om te praten over de ingrijpende gebeurtenissen die men heeft meegemaakt. Mensen denken vaak: de ander zal daar wel van schrikken of vindt het raar wat ik meegemaakt heb.
Voor ons geldt dat wij dingen niet snel raar vinden en dat wij zelden schrikken van de ervaringen die ons verteld worden omdat we al veel gehoord hebben. We zijn ook niet bang om direct te vragen naar de ingrijpende gebeurtenissen. We vragen bijvoorbeeld letterlijk: ben je verkracht? Natuurlijk raken de dingen die verteld worden je soms, daarom steunen wij elkaar ook als hulpverleners; we lopen bij elkaar binnen en hebben het er met elkaar over zodat we het blijven aankunnen. Daarnaast kunnen we denk ik, als hoog specialistische ggz-instelling met het TOP GGZ certificaat, iets meer tijd nemen voor onze patiënten dan in de sggz. Natuurlijk werken wij ook via de richtlijnen maar we hebben iets meer ruimte voor de patiënt, kunnen iets meer ‘op maat’ werken. We horen vaak dat mensen zich gehoord en gezien voelen bij ons. Ik denk dat al die factoren daarin meespelen.

Wat doe je als iemand nog niet toe is aan traumabehandeling?

Dat is een interessante vraag. Er is nog steeds wat discussie over of iedereen met PTSS direct een traumagerichte behandeling aan kan. Sommige collega’s in het land vinden dat je altijd direct met traumabehandeling moet en kan beginnen. Daar ben ik op zich een groot voorstander van en in veel gevallen kan het direct starten met traumagerichte behandeling prima.

In mijn ervaring is het echter niet altijd mogelijk. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de patiënten die ik in mijn werk zie. Ik werk als klinisch psycholoog onder andere in de kliniek van ARQ Centrum’45 en bij onze regulier opgenomen patiënten is het niet altijd mogelijk om direct met traumagerichte behandeling te starten. Als iemand continue onder zeer hoge spanning staat en heel snel dissocieert of een herbeleving krijgt, dan kun je op dat moment niet traumagericht behandelen. Maar een traumabehandeling is meer dan alleen EMDR, NET (Narratieve Exposure Therapie) of BEPP (Beknopte Eclectische Psychotherapie voor PTSS). De behandeling begint al met het geven van psychoeducatie: wat is PTSS, wat zijn triggers, wat is dissociatie en hoe ga je daar mee om. Bij de patiënten die wij in de kliniek zien en die vaak al een lange voorgeschiedenis van traumabehandeling hebben, richten we ons in eerste instantie wat meer op psychoeducatie en vaardigheidstraining. We leren iemand de vaardigheden aan om vanuit het hier en nu te gaan kijken naar vroeger, zonder steeds te dissociëren of te gaan herbeleven. Het begint met leren praten over trauma en het leren hanteren van de enorm heftige emoties, snappen wat dissociatie is, wat een trigger is en hoe je er mee om kunt gaan.

Soms is er sprake van chronische traumatisering bijvoorbeeld door emotionele verwaarlozing. Kunnen jullie daar ook mee werken?

Vaak is emotionele verwaarlozing een onderdeel van de traumatische voorgeschiedenis van iemand. Dit kan bijvoorbeeld zijn omdat iemand is opgegroeid in een gezin waar een of beide ouders psychische problemen had, of wanneer iemand niet thuis kon wonen door omstandigheden en in een instelling is opgegroeid. Wanneer er sprake is van langdurige emotionele verwaarlozing in de jeugd doet dit iets met iemand. Ik doe zelf veel intakes en second opinions en vaak is het heel complex en moet je heel ingewikkelde afwegingen maken: wat voor zorg gaat deze persoon helpen. Wanneer er duidelijk sprake is van PTSS is dat een traumabehandeling, maar als iemand door dit soort van gebeurtenissen vooral deuken in de persoonlijkheid heeft opgelopen, zich op een manier heeft ontwikkeld waardoor je als volwassene steeds in allerlei valkuilen loopt waardoor je telkens weer in de problemen komt, dan kan bijvoorbeeld schemagerichte therapie meer passend zijn.

We hebben zeker aandacht voor emotionele verwaarlozing; mensen zijn daardoor vaak kwetsbaar. Voor de mensen bij wie sprake is van vroegkinderlijke traumatisering is er onvoldoende zorgaanbod. En zijn er lange wachtlijsten. De meeste zorg voor deze populatie wordt in de sggz geboden en het betreft vaak langer durende behandelingen die toch al gauw twee of drie jaar kunnen duren.

Bij ARQ proberen wij vooral onze hoogspecialistische expertise aan te bieden zodat patiënten weer verder kunnen bij hun eigen behandelaar. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een Hoog Intensieve Trauma Therapie (HITT) met gedurende één week tweemaal per dag een EMDR behandeling. Het is dan wel nodig dat iemand al ergens anders goed ingebed is in een behandeling en ook al klaar is om traumagericht te werken. Helaas zien we dat voor de reguliere behandeling vaak sprake is van zeer lange wachtlijsten, dat is echt schrijnend.

Soms is suïcidaliteit een reden om niet te behandelen. Hoe is dat te doorbreken?

Op zich zijn suïcidale gedachten voor ons geen reden om niet te behandelen. Daar hebben we het over als dat tijdens de behandeling opkomt of verergert. Maar als iemand acuut suïcidaal is, dan is het zaak om daar eerst bij stil te staan en over te praten en om niet op dat moment met de traumagerichte behandeling door te gaan. Het risico dat iemand bijvoorbeeld naar de trein loopt na een behandelsessie is dan gewoon te groot. Dan moet die acute suïcidaliteit eerst zijn afgenomen.
Datzelfde geldt voor psychosen en ernstig dissociëren. Iemand moet wel ‘op aarde zijn’ om aan traumagerichte behandeling te kunnen beginnen. Je moet kunnen pendelen: vanuit het veilige ‘hier-en-nu’ kunnen kijken naar en praten over het beangstigende ‘daar-en-toen’, en weer terug.
Hetzelfde geldt ook als iemand nog zwaar gedrogeerd is. Behandeling is dan weinig effectief want dan verwerkt iemand niets. Dan moet iemand eerst de medicatie afbouwen voordat traumagericht behandeling kan plaatsvinden. Dit doen wij soms in onze kliniek; daar werken we vervolgens zo snel mogelijk toe naar traumabehandeling.

Hoe gaat het op dit moment, in Coronatijd?

We hebben minder aanmeldingen dan normaal. Waardoor dat precies komt weten we niet, mogelijk hebben mensen angst om naar hun huisarts te gaan, durven zij niet met het openbaar vervoer of hebben zij angst voor besmetting.
We werken nu, zoals vele andere ggz-instellingen, vooral via beeldbellen. Bijna alle patiënten werden eigenlijk al heel snel bereikt met beeldbellen. In de kliniek moesten we kortdurend afschalen naar een kleiner aantal patiënten en hebben we de patiënten die naar huis gingen vanuit de kliniek intensief online begeleid en behandeld. Inmiddels zijn we weer aan het opschalen. We zijn elke dag bezig om na te denken hoe we de bestaande behandelingen het beste kunnen vormgeven; we moeten echt heel flexibel zijn en steeds weer dingen aanpassen. Voor mensen met PTSS is er veel onzekerheid en angst en dat is in deze tijden alleen maar meer. De ambulante behandelingen zijn voor het grootste deel gewoon doorgegaan via beeldbellen. Voor onze klinische patiënten is gebleken dat de traumagericht behandeling eigenlijk toch alleen maar in de kliniek kan.

Het trauma vak is een jong vak, het bestaat pas sinds de jaren 80 en is nog steeds in ontwikkeling. Wij kunnen als TOP GGZ instelling vaak wat meer de tijd nemen voor een patiënt om samen een goed beeld te krijgen van de ingrijpende gebeurtenissen en de klachten. We vragen dus echt naar wat iemand heeft meegemaakt. We helpen mensen begrijpen waar hun klachten vandaan komen en hoe een behandeling hen gaat helpen om van die klachten af te komen. Wanneer er veel trauma of verwaarlozing in de voorgeschiedenis is geweest dan gaan wij, samen met de patiënt, proberen te begrijpen hoe iemand geworden is zoals hij is; we kijken dan echt naar de persoon en diens context. Ik denk dat dit, samen met onze expertise, maakt dat mensen zich bij ons gezien en gehoord voelen.

 

Ellen Klaassens is klinisch psycholoog bij ARQ Centrum ‘45 en bij het ARQ Diagnostisch Centrum, onderdeel van ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum. Ze is expertiseteamleider screening en diagnostiek en hoofdredacteur van Impact Magazine.

Ellen Klaassens2 Ellen Klaassens2