“De zorg moet zo goed als mogelijk doorgaan”

Willem Gotink

 

Hoe ggz-instellingen zich proberen aan te passen aan de corona-crisis

 

Thuiswerken, bellen en beeldbellen. Opeens is de ggz helemaal óm. De sector waar een maand geleden eHealth nog maar nauwelijks van de grond leek te komen, is in twee weken tijd bijna volledig overgestapt op hulp op afstand en vergaderen via Teams. Soms is er blijkbaar een crisis nodig om veranderingen te bewerkstelligen. De tijd zal leren welke voor- en nadelen die verandering oplevert.

Het is niet het enige dat verandert. Want thuiswerken en het vervangen van face-tot-face-contacten door contact op afstand is niet altijd mogelijk of voldoende. Een telefoonronde, een oproep in onze nieuwsbrief, op Facebook en op Twitter leverde een - absoluut niet volledig - beeld van de aanpassingen.

Meeste instellingen hebben een volledig bezoekverbod

“Gezien de grote mentale risico’s van vergaande beperkingen is een algehele bezoekersstop in de ggz niet gewenst”, schreef het Ministerie van VWS (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3769160/nieuws/vooralsnog_geen_bezoekersstop_in_ggz.html?page=2) vorige week. “Vooralsnog is van een algehele stop dus ook geen sprake. Voorlopig is er sprake van maatwerk. In principe geldt dat cliënten maximaal één persoon per dag gedurende één uur kunnen ontvangen.”
Voor verzorgings- en verpleeginstelling gold wel een bezoekverbod, voor de gehandicaptenzorg een ’nee, tenzij’.
Veel ggz-instellingen gaan verder dan het advies van het Ministerie en hebben een volledig bezoekverbod ingesteld. Uitzonderingen zijn soms mogelijk. Zo schrijft Mondriaan: “Indien de regiebehandelaar in het kader van de gezondheid van de patiënt het (beperkt in aantal en frequentie) ontvangen van bezoek noodzakelijk vindt, worden ook hier maatwerkafspraken gemaakt.” Andere instellingen hebben soortgelijke formuleringen, de meeste voegen toe dat “de bezoeker uiteraard klachtenvrij moet zijn”.
De ParnassiaGroep geeft als extra verklaring: “Onze patiënten die in klinieken en woonvoorzieningen verblijven zijn veelal ernstige psychiatrische patiënten (EPA). Hiervan heeft bijna 70 procent ook lichamelijke klachten en ongeveer een kwart van hen heeft al een longaandoening. Ook hart- en vaatziekten komen bovengemiddeld vaak voor. Naast ouderen vormt psychiatrische patiënten een zeer kwetsbare doelgroep die we willen beschermen tegen het virus.”
En de opgenomen cliënten? Die reageren meestal ‘gelaten’, soms ‘boos en opstandig’, maar ‘vrijwel altijd met begrip’, laten betrokkenen ons weten.

Aangepaste routes en ‘snoeihard werken’

Ook de crisisdiensten doen veel met beeldbellen en eventueel What’s App. “We hebben zo dagelijks contact met onze cliënten”, vertelt Nuran Varisli, manager bedrijfsvoering en SPV bij de crisisdienst van het Amsterdamse Arkin.
Net als veel andere instellingen heeft Arkin een instellings-brede corona-werkgroep. “We zijn ontzettend druk met het aanpassen van draaiboeken”, zegt Varisli. ”Onder andere moet duidelijk zijn wanneer consult op afstand onvoldoende is en een patiënt wél in persoon gezien moet worden; of die patiënt kan langskomen of dat een huisbezoek noodzakelijk is; bij een huisbezoek moeten er voldoende beschermende maatregelen worden genomen (zo zijn er noodsetjes met bril, handschoenen en mondkapjes); wanneer patiënten met de ambulance komen wordt door het ambulancepersoneel al een somatische screening gedaan, zodat bekend is of er mogelijk sprake is van corona; enzovoorts”.
“Binnen de instelling zijn er verschillende routes gemaakt”, aldus Varisli. “Een ‘schone’ route voor wie geen symptomen van het virus vertoont, een ‘vuile’ route voor wie die symptomen wel heeft.
Het is veel werk, maar het belangrijkste is dat de zorg zo goed als mogelijk doorgaat”.

Het is een beeld wat in het hele land opdoemt. Al vóór de corona was de druk op veel crisisdiensten hoog. Veel medewerkers in de reguliere zorg krijgen nu dan ook het verzoek er voor te zorgen dat crisisplannen up-to-date zijn, en zo nodig in het weekend in te springen als een cliënt van hen in crisis raakt: de eigen hulpverlener kan immers soms makkelijker iets bereiken dan een (onbekende) crisisdienstmedewerker. Van anderen horen we dat er dubbele diensten worden gedraaid. “Het is snoeihard werken, maar er moet even een tandje bij”.

Corona-centrum

Meerdere ggz-instellingen openen een aparte afdeling om coronapatiënten op te vangen, of overwegen een dergelijke afdeling op te zetten. In de regio Nijmegen is dat bijvoorbeeld een coronacentrum, een gezamenlijk initiatief van IrisZorg, Pro Persona en de RIBW-en. Een gebouw van Pro Persona dat in februari naar het Radboudumc werd afgestoten, wordt hiervoor in gebruik genomen. In het centrum worden patiënten opgevangen die niet in staat zijn om zich aan de geldende regels te houden, ter voorkoming van de verspreiding van het virus. Het gaat om enkele tientallen bedden.
Woordvoerder Ronald Florisson en psychiater Harm Gijsman kunnen er nog weinig over zeggen over de ervaringen met het centrum, het moet nog in gebruik worden genomen. Het is in die zin een preventieve voorziening. “Het uitgangspunt moet zijn de zorg ‘zo normaal als mogelijk’ te organiseren, tegelijkertijd moeten zowel de burger als de ggz-patiënt tegen het virus beschermd worden.”
“De High Intensive Care unit (HIC) bereidt zich er ook op voor dat misschien mensen geïsoleerd moeten worden. Maar dat kunnen er maximaal twee zijn”, zegt Gijsman, “het centrum zou dan uitkomst bieden”. Ook daklozen met psychiatrische problemen en corona zouden er terecht kunnen.
De vraag ligt voor of er juridische problemen ontstaan, als mensen vanwege de corona meer met dwang te maken krijgen. Gijsman: “Tot nu toe zijn daar geen problemen mee geweest, veruit de meeste mensen zijn coöperatief”.

Sommige cliënten zijn nog wat huiverig voor beeldbellen

Uiteindelijke blijven thuiswerken, bellen en beeldbellen de meest voor de hand liggende en meest voorkomende oplossingen. Al is het niet helemaal zonder ‘uitdagingen’. Het Helen Dowling Instituut, een ggz-instelling voor mensen met kanker en hun naasten, schrijft ons: “Sommige cliënten zijn nog wat huiverig voor beeldbellen, of vinden de techniek te veel gedoe. Maar volgens ons biedt het echt een toegevoegde waarde boven telefoneren. Je krijgt non-verbale signalen mee, je zíet wanneer iemand het moeilijk heeft. Bovendien leer je via beeldbellen de thuissituatie kennen en hoe dat eventueel de klachten van cliënten beïnvloedt.” Voordelen zijn er dus blijkbaar ook.
Het Helen Dowling Instituut gebruikte Karify, veel mensen mailen ons dat ze gebruik van videobellen via what’s app. Maar ook zijn er mensen die deze mogelijkheden missen. Niet iedereen is behendig met de computer en het internet.
--------------------------------------------------------------------

Diverse organisaties hebben een telefonische hulpdienst, al dan niet speciaal ingesteld voor de corona-crisis. De belangrijkste:

Het Rode Kruis: 070-4455888
Hulplijn voor mensen die in quarantaine of thuisisolatie zitten.
De Luisterlijn: 0900-0767
Voor wie behoefte heeft aan een luisterend oor.
113 zelfmoordpreventie: 0900-0113
Voor wie denkt aan zelfmoord of met iemand te maken heeft die daaraan denkt.
Mind-Korrelatie: 0900-1450
Voor hulp bij psychische of mentale problemen.

--------------------------------------------------------------------

Een derde denkt het niet te redden

Gesprekken op afstand, beschermende kleding, speciale afdelingen, aparte routes, het kan niet voorkómen dat er veel wegvalt en dat mensen daar last van hebben. Groepsgesprekken en dagbehandelingen gaan niet door als het niet met beeldbellen mogelijk is, opnames worden waar mogelijk uitgesteld, soms willen cliënten zelf geen contact uit angst voor het virus.
Via het programma Kassa (https://www.bnnvara.nl/kassa/artikelen/ggz-en-corona-derde-van-psychiatrische-patinten-loopt-vast) brengt MIND de eerste uitkomsten van haar onderzoek naar buiten. Van het door MIND ondervraagde panel (750 respondenten, de uitkomst moet nog verder geanalyseerd) meldt de helft een toename van klachten als angst, depressiviteit, paniek en slecht slapen. Bijna de helft van hen denkt het de komende tijd zelf wel te kunnen redden, maar ongeveer een derde (30%) denkt van niet. “Een opvallend aantal mensen vindt zelf of in eigen netwerk oplossingen”, schrijft Kassa, “bijvoorbeeld mensen die weer tijdelijk bij familie in huis gaan wonen. Die familieleden worden dan ook weer extra belast.”

1 - ervaringen 1 - ervaringen