Is werken in de ggz nog leuk?

Door: Jeannet Appelo

 

Dat hangt er van af welk onderzoek je leest!

 

Hoe tevreden zijn werknemers in de GGZ eigenlijk over hun werk? Daarover wordt nogal verschillend gedacht. Op LinkedIn en Twitter vinden we talloze berichtjes, waaruit duidelijk wordt dat vooral de administratie en de bureaucratie een leegloop veroorzaken. Vooral psychiaters zouden stelselmatig voor zichzelf beginnen, zodat ze hun eigen weg kunnen gaan.
Er kwamen veel problemen in het nieuws geweest, die het werk er niet makkelijker of leuker op zouden maken. Wat te denken van agressie op de werkvloer, oplopende bureaucratie, regeldruk, personeelstekort en zo meer. Toch zijn er ook geluiden van mensen die hun werk ‘gewoon leuk’ vinden.

Er hebben de laatste jaren verschillende onderzoeken naar de werktevredenheid in de GGZ plaatsgevonden. Klopt het, dat werknemers in de GGZ zo ontevreden zijn?

Het imago van de ggz als werkgever is in ieder geval in orde

Het magazine Intermediair houdt jaarlijks een onderzoek naar het arbeidsimago van organisaties (voor liefhebbers hier (https://www.intermediair.nl/werkgever/p/whitepaper-intermediair-imago-onderzoek)te downloaden). In 2018 kwam de GGZ daar niet heel slecht uit: in de top 50 van favoriete werkgevers kwam de GGZ op een respectabele 12-de plaats uit, vóór bedrijven als Coolblue, een aantal Universiteiten en KPMG, ná onder andere de Politie, de ING en Philips. Binnen de zorg staat de ggz zelfs bovenaan, bij het onderwijs staat de ggz op de tweede plaats ná de politie (die bij ‘zorg’ op de tweede plaats staat).
Ondanks alles lijkt de GGZ dan ook nog steeds een gerespecteerde werkgever.
Die twaalfde plaats betekent opnieuw een lichte stijging na een dalende trend: de GGZ haalde in 2012 nog de tweede plek, om vervolgens af te zakken tot de 16-de plek n 2016. In het verdere verleden zette intermediair de GGZ zelfs op de 41-ste plek. Als favoriete werkgever gaat de GGZ dus vooruit.

Ziekteverzuim

Vernet is een kennisnetwerk en onderzoeksbureau gespecialiseerd in het verzamelen, benchmarken én interpreteren van gegevens over personeelszaken in de zorgsector. Sinds jaar en dag houdt de organisatie onder ander het ziekteverzuim in de zorg bij. De laatst bekende cijfers zijn van het tweede kwartaal van 2019 (https://www.oofggz.nl/nieuws/factsheet-ziekteverzuim-in-de-ggz-tweede-kwartaal-2019/). Daaruit blijkt dat het ziekteverzuim in de ggz, net als in de rest van de zorg, al jaren stijgt. Eind 2018 was er een lichte daling, maar het percentage steeg in het tweede kwartaal van 2019 weer naar 6,2%, een fractie boven het gemiddelde in de zorg. De ziekenhuizen scoorden voor de zorg het laagst (5,2), de verpleeg-en verzorgingshuizen het hoogst (6,9%).
(Het CBS hanteert iets andere cijfers: voor het tweede kwartaal van 2019 ziet zij in de zorg een ziekteverzuim van 5,7%, tegenover 4,3% voor alle bedrijfstakken samen. Daarbij ziet het CBS dat het ziekteverzuim bij grote bedrijven wel driemaal zo hoog is als bij kleine bedrijven.)

Vooral ggz-werknemers van 56 jaar en ouder scoorden hoog (8,2%), het langdurig ziekteverzuim neemt in de afgelopen jaren iets toe.

Overigens is het ziekteverzuim geen volledige indicatie voor plezier in het werk, het is slechts een deel van het antwoord op de vraag ‘Is werken in de ggz nog leuk?’.

Verpleegkundigen en verzorgenden:
ontevreden over hun loopbaanmogelijkheden, maar werkdruk valt mee

Het Nivel houdt eens in de twee jaar een onderzoek onder verpleegkundigen en verzorgenden (https://www.nivel.nl/nl/publicatie/de-aantrekkelijkheid-van-werken-de-zorg-2017-cijfers-en-trends-voor-verpleegkundigen) over de aantrekkelijkheid van werken in de zorg. In 2019 werd het laatste onderzoek gehouden, de resultaten worden in april verwacht. We beschikken dus over de cijfers van 2017.
Het Nivel concludeert: “Verpleegkundigen, verzorgenden, begeleiders en praktijkondersteuners huisartsenzorg geven hun baan een 7,5 als rapportcijfer. De ruime meerderheid is er trots op in de zorg te werken, gaat met plezier naar het werk en vindt het werk inhoudelijk leuk. Toch staat de aantrekkelijkheid van het werken in de zorg onder druk. Meer zorgverleners willen maatregelen die het werken in de zorg aantrekkelijker maken. Zij ervaren hun werk ook steeds vaker als te druk. In 2017 vindt ruim 18% het werk te druk, bijna een verdubbeling ten opzichte van 2011. De tevredenheid met de manier van leidinggeven en met kwaliteit van zorg neemt de laatste jaren af. Aandacht voor de aantrekkelijkheid van het werken in de zorg blijft dus van belang.”

Binnen de ggz vallen een paar dingen op. Het gebruik van aanvullende scholing springt er niet speciaal uit, maar de ggz loopt wel vooraan waar het de vergoeding betreft: in ruim 80% van de gevallen wordt de scholing volledig vergoed. De ggz-sector beoordeelt het aanbod wel vaker als onvoldoende (60%) dan alle andere deelsectoren.
Nog geen 30% is (zeer) tevreden over de loopbaanmogelijkheden, lager dan alle andere deelsectoren, die gemiddeld bijna 45% tevreden zijn. Bijna 25% is ronduit ontevreden (gemiddeld over alle sectoren 15,3%)

Ruim de helft (55%) van de ggz-verpleegkundigen en -verzorgenden vindt het werk ’te druk’ of in ieder geval ‘druk’. Bijna 45% is daar neutraal over of vindt het zelfs te rustig (!!). Gemiddeld zijn die cijfers resp. 71% (‘te druk’) en 29% (neutraal of ‘te rustig’).
Je kunt voorzichtig stellen dat verpleegkundigen en verzorgenden in de ggz minder werkdruk ervaren dan gemiddeld, maar minder tevreden zijn over de loopbaanmogelijkheden.

Psychiaters: geen actie ondernemen en zaken op hun beloop laten

In het tijdschrift voor psychiatrie (http://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/assets/articles/10-69_Koerselman_OA_web_2_.pdf) van juli 2011 - het is al weer een tijdje geleden - publiceerden Koerselmans e.a. een artikel over de arbeidstevredenheid van de Nederlandse psychiaters. Met enig voorbehoud durven de auteurs wel een aantal conclusies te trekken.
Hun eerste conclusie is dat de onderzochte psychiaters een “haast specifiek te noemen combinatie laten zien van een relatief hoge tevredenheid over het werk met het ervaren van forse werkstress.”

Meteen daarna stellen zij, dat “die tevredenheid specifiek wordt geschaad door stressbronnen in de organisatorische en administratieve sfeer en niet zozeer door andere factoren, zoals moeilijke patiënten of suïcides”. Een conclusie met voorspellende waarde, gezien het aantal psychiaters dat de GGZ nu, negen jaar later, lijkt te verlaten. De auteurs waarschuwen dan ook, dat het de vraag is hoe lang de hoge arbeidstevredenheid blijft bestaan en adviseren daarom de werkstress te verminderen. “Dat psychiaters in dienstverband minder tevreden zijn over hun werk dan vrij gevestigden, is in dat verband een relevante bevinding”, schrijven ze iets verderop.

Voor psychiaters die dit lezen en denken ‘zie je wel’, hebben de auteurs nog een prikkelende toevoeging. Over het verminderen van de werkstress schrijven ze: “Het is zeer de vraag of we dat alleen aan de psychiaters zelf kunnen overlaten, (….) omdat psychiaters geneigd zijn om stressfactoren met passieve copingstrategieën tegemoet te treden: er niet over praten, geen actie ondernemen en zaken op hun beloop laten in de hoop dat het wel beter zal worden.”
Waarvan acte.

 

Dit artikel is een geüpdatete versie van een artikel dat eerder, in 2018, in GGZ Totaal verscheen.

7.15 - werken 7.15 - werken