‘Een crisisopname is een snelkookpan, een enorme heksenketel van snel en heftig’

Door: Willem Gotink

 

De Wvggz als een kans om het beter te doen bij een psychische crisis

 

“Het ontwikkelen van zes tot acht klantprofielen van burgers met verward gedrag die in crisis raken, door ervaringskennis daarover op te halen, bij burgers en naastbetrokkenen die dit zelf hebben meegemaakt. Het doel is om burgemeesters en ambtenaren, OM-medewerkers en rechters concrete handvatten te geven om de Wvggz adequaat te kunnen uitvoeren.”

Gebrek aan ambitie kun je de projectgroep van ‘Klantprofielen van burgers in psychische crisis’ niet verwijten. Want het vergt nogal wat om dertig mensen die een psychiatrische crisis hebben meegemaakt en hun naastbetrokkenen bij elkaar te krijgen, te interviewen, al dat materiaal uit te werken, te analyseren en samen te voegen tot zes tot acht klantprofielen. En daar dan ook nog concrete handvatten van te maken voor allerlei gezagsdragers.
“Het oorspronkelijke doel is dan ook niet helemaal gehaald”, bekend Hans van Eeken, trekker en penvoerder van het project. Maar de ambitie blijft.

‘Alles weer bij het oude’

Van Eeken: “Halverwege 2019 was ik bij een congres met gemeenteambtenaren, in voorbereiding op de Wet Verplichte ggz. Voor mij viel daar plotseling een kwartje: die ambtenaren waren een beetje in paniek, die hadden geen idee wat ze moesten doen. Die dachten er over om alles weer door de ggz te gaan laten doen. Ik ben geen fan van de ggz en zag het gebeuren dat alles weer bij het oude zou blijven, dat het weer in het medisch circuit terecht zou komen, terwijl de Wvggz goede kansen biedt om het beter te gaan doen. Ik ben toen met de andere leden van de projectgroep (onderaan dit artikel, red.) gaan praten en we zijn gaan kijken hoe we burgemeesters, wethouders en ambtenaren handvatten konden aanreiken, handvatten gebaseerd op ervaringskennis.”

‘Inbreng van mensen met verward gedrag en omgeving’

Het lukte het projectteam om subsidie te krijgen van ZonMW, als onderdeel van het actieprogramma ‘Lokale initiatieven voor mensen met Verward Gedrag’, een uitvloeisel van de activiteiten van het Schakelteam en later Aanjaagteam verwarde personen. Dat actieprogramma moet bijdragen aan een goed werkende aanpak voor ondersteuning, opvang en zorg voor mensen met verward gedrag en hun omgeving. Negen samenhangende bouwstenen moeten de aanzet van het aanjaagteam vormgeven. Eén van die bouwstenen heet ‘inbreng van mensen met verward gedrag en omgeving’. En daar paste het project wonderwel. Want de inbreng van mensen die een crisis hadden meegemaakt, daar ontbreekt het nog wel wat aan.
Van Eeken: “We wilden de cliëntervaring naar de gemeenten brengen, duidelijk maken dat ze niet bang hoeven te zijn voor die psychiatrische patiënt. We wilden die Burgemeesters en ambtenaren toerusten, met handvatten om iets met die crisissen te doen, wat beter was dan de ggz bood.”

‘Zo dicht mogelijk bij de ervaring blijven’

De bedoeling was dertig mensen uit te nodigen. “Dat viel tegen”, vertelt van Eeken, “want niet iedereen wil er over praten. Het werden er uiteindelijk twintig. Tien naastbetrokkenen, en tien mensen die het echt hebben meegemaakt. In werkplaatsen werden die twintig mensen uitgenodigd om hun verhaal te vertellen. “Het is heel bijzonder wat daar dan gebeurt. Binnen tien minuten beginnen mensen te praten, er ontstaat een soort lotgenootschap, een verbondenheid, ‘we zijn hier onder elkaar’, herkenning, erkenning. We hebben dat allemaal uitgeschreven, om zo dicht mogelijk bij die ervaring te blijven. Mensen vertellen elkaar dingen die ze nooit eerder aan iemand hebben verteld. Er kwam veel meer informatie uit dan we gehoopt en verwacht hadden.”
En dan, dan zijn de verhalen verteld, de interviews (op audio opgenomen) uitgetypt, hoe dan verder? Van Eeken: “We hebben heel erg zitten zoeken. Wij, als ervaringswerkers wilden de verhalen héél houden. Anderen wilden het meer wetenschappelijk aanpakken. Uiteindelijk hebben we die klantprofielen losgelaten, en gezegd: dit is wat je tegenkomt, in de praktijk. Dit is hoe die mensen dit beleefd hebben.”

Zorgen dat die opnames minder traumatiserend zijn

Van Eeken is zich er van bewust dat hij een open deur intrapt, maar toch: “Eén van de dingen die in al die interviews naar voren kwamen, is dat opnames niet bepaald herstelbevorderend zijn. In de ggz is dat misschien bekend, maar in de politiek, de meeste burgers, denken toch nog steeds dat een opname dé oplossing kan zijn.”
Een voorbeeld: “Ik heb ontzettend veel mensen met een bipolaire stoornis gesproken en ik krijg steeds meer de indruk dat daar trauma’s aan ten grondslag liggen. Medici ontkennen dat overigens. Maar als je daar wel van uitgaat en innovatief bent, dan moet je toch alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat die opnames minder traumatiserend zijn? Je stapelt nu trauma op trauma. In de verhalen van ons onderzoek zit één grote rode draad: het moest allemaal snel, op een gegeven moment raakt iedereen geïrriteerd, en uiteindelijk gaat de spuit er in. Het is het tijdgebrek. Het is een snelkookpan, een enorme heksenketel van snel en heftig.”
“Uit ons onderzoek blijkt, heel eenvoudig, dat je heel veel ellende voorkomt als je de tijd neemt, liefst samen met een ervaringsdeskundige.” Van Eeken begrijpt best dat het soms onvermijdelijk is om gedwongen medicatie of andere dwangmaatregelen toe te passen. Maar: “Ik heb uit deze verhalen wel begrepen hoe ontzettend traumatiserend zo’n gebeuren is. Als we meer tijd kunnen organiseren en financieren, dan denk ik dat we minder opnames nodig hebben.”

Het traumatiserende van een opname is niet het enige knelpunt wat in de werkplaatsen en uit de interviews naar voren kwam. Een paar highlights:
* Over het algemeen voelde men zich niet of nauwelijks gezien en gehoord door de ggz- (medewerkers).
* De naastbetrokkenen ervaren de opname meestal als een opluchting omdat men vaak al langdurig geconfronteerd is geweest met een naaste die ernstig ontregeld is en zijn de uitputting nabij.
* Tijdens de opname gebeurt er vrij weinig. Inregelen van de medicatie was de hoofdactiviteit, verveling speelde vaak een rol op de gesloten opname-afdeling.
* Diverse deelnemers maken melding van gevaarlijke situaties tijdens de opnames vanwege destructief gedrag van medepatiënten. Suïcides en geweld blijken binnen de ggz-instellingen regelmatig voor te komen en werden als zeer ontregelend ervaren.

Aanzet tot theorievorming

Op basis van de werkplaatsen en de interviews geeft het eindverslag ook een aanzet tot theorievorming over wat ‘de reis naar een crisis’ genoemd wordt. Die rode lijn geeft op zich al aanwijzingen voor het voorkómen van crisissen.
De basis voor crisisgevoeligheid lijkt - aldus het eindverslag - veelal te liggen binnen de sociale context. Een jeugd binnen een meer of minder disfunctioneel gezin met vaak intergenerationele multiproblematiek. Het belemmert de ontwikkeling van voldoende gezonde levensvaardigheden. Onder andere trauma’s, gebrek aan levensvaardigheden bij (groot)ouders, (emotionele) verwaarlozing en/of mishandeling, gebrek aan voldoende gezonde gezinsstructuur en rolmodellen maakt kwetsbaar voor life-events. Daardoor is men vaak niet in staat om een adequate zelfregulatie, zelfwaarneming en reflectievermogen te ontwikkelen. Het resultaat is meerdere emotionele en psychische problemen die, bij gebrek aan een voldoende functioneel steunsysteem, gaan stapelen en elkaar gaan versterken. Dit leidt uiteindelijk tot onvoldoende grip op het leven, verlies van controle, versterking van angst en wantrouwen, om uiteindelijk te leiden tot verward gedrag en het uitageren van onmacht. In extreme gevallen kan dit leiden dit tot ernstige psychoses, depressies, paniek en agressie.

Tegenmacht

Van Eeken: “Wat we hopen, is dat we meer werkplaatsen kunnen doen en er een opleiding komt. Ik hoop ook dat we nog een keer de gelegenheid krijgen dit onderzoek in groter verband te herhalen. Er moet voor de gemeenten een soort geruststelling komen. Niet vanuit de medicus (‘wij lossen het wel op’), maar vanuit de ervaringsdeskundige kennis, zodat iemand in crisis op een herstel ondersteunende manier begeleid wordt.
We zien de gemeente ook als een tegenmacht tegenover de ggz, waarbij we hopen dat die gemeentes het gedachtengoed overneemt van empowerment, het ‘herstellen doe je zelf, maar niet alleen’. Wij hebben, als ervaringsdeskundigen, de legitimatie vanuit die leefwereld, maar we hebben niet de macht die daarbij hoort. Als wij met de gemeenten een tegenwicht kunnen bieden aan de ggz, heeft die herstelbeweging meer kans van slagen.”
Dat er een risico is dat het ene systeem eenvoudigweg het andere vervangt, ziet Van Eeken ook: “De gemeente is natuurlijk ook een log systeem, maar het zijn tenminste geen medici. De goede niet te na gesproken, maar we moeten af van dat biomedische systeem. Ik verwacht dat burgemeesters en ambtenaren minder medisch bezig gaan.”

 

De onderzoeksgroep ‘Klantprofielen van burgers in psychische crisis’ bestond uit Marcello van den Anker, ervaringsdeskundig projectadviseur; Susanne Boers, arts en antropologisch onderzoeker; Hannie Boumans, ervaringsdeskundig projectadviseur; Hans van Eeken, ervaringsdeskundig projectleider en penvoerder; Edda Heijting, onderwijskundig hoofdaanvrager en bestuurlijk verantwoordelijke; Bauke Koekkoek, crisis-verpleegkundige GGz en wetenschappelijk projectadviseur; Floortje Scheepers, psychiater en wetenschappelijk projectadviseur; Jeroen Zoeteman, psychiater en projectadviseur.


Het volledige onderzoeksverslag is hier te lezen. (https://heijtingweerts.nl/files/eindrapportage_klantprofielen_burgers_in_psychische_crisis-638019040.pdf)

Hans van Eeken maakte een vlog over het project ‘Klantprofielen van burgers in psychische crisis’. Die kun je hier vinden (https://www.youtube.com/watch?v=hIhBjXpIKa0&t=13s).

Meer over de Wvggz lees je op onze speciale pagina (https://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89784/pagina/wetgeving.html). Je vind er handreikingen voor en door diverse organisaties en een aantal artikelen.

2 - Klantprofielen 2 - Klantprofielen