De miljoenennota: er wordt in ieder geval niet bezuinigd op de ggz

Door: Willem Gotink

Prinsjesdag 2019 en de gevolgen voor de ggz van 2020

 

Afgelopen dinsdag was Prinsjesdag. Wij maakten de dag zelf een korte scan van de gevolgen van de miljoenennota voor de ggz. Hieronder een uitgebreider overzicht en de reacties van een aantal belangenverenigingen.

In tegenstelling tot wat veel mensen denken wordt er niet bezuinigd op de ggz. Integendeel, de ggz krijgt er jaarlijks nog steeds geld bij. In 2020 staat de totale ggz voor 7,6 miljard euro op de begroting. Dat is 0,1 miljard méér dan waar het ministerie voor 2019 denkt uit te komen, en 0,3 miljard meer dan vorig jaar voor 2019 werd begroot. In 2018 was dat bedrag 7,0 miljard. De mythe van bezuinigingen is waarschijnlijk ontstaan door andere problemen: geld dat opgaat aan bureaucratisering, personeelsgebrek, faillissementen, inefficiënt werkende organisaties en wachtlijsten. 

Van die 7,6 miljard zal de geneeskundige ggz (dus de basis- en de specialistische ggz, inclusief de poh-ggz) het grootste deel voor haar rekening nemen: 4,1 miljard. Naar de intramurale langdurige ggz gaat 0,6 miljard, de jeugd-ggz krijgt één miljard euro en beschermd wonen krijgt acht miljard euro.
De totale zorgkosten in Nederland liggen, afhankelijk van wat je er onder verstaat, tussen de 70 en 85 miljard euro. Daarvan is dus ongeveer tien procent voor de ggz. 

De gemeenten en de Jeugdzorg
“In de afgelopen jaren is het stelsel voor de jeugdzorg flink gewijzigd. Gemeenten zijn nu primair verantwoordelijk voor goede zorg voor de jeugd”, schrijft het Ministerie. “Uit onderzoek is gebleken dat de gewenste transformatie van de jeugdzorg nog niet goed op gang is gekomen. Gemeenten lopen aan tegen tekorten op het budget voor jeugdhulp onder meer doordat meer kinderen en ouders in beeld komen die hulp nodig hebben. We investeren daarom 1 miljard euro in 2019, 2020 en 2021 extra in de jeugdzorg om gemeenten in staat te stellen om goede zorg te blijven leveren.”
Het Ministerie merkt daarbij op dat geld alleen onvoldoende is. Ze wil daarom afspraken maken om de jeugdhulp te verbeteren. Die afspraken moeten gaan over een ‘betere ordening van het jeugdhulplandschap’. Zo is het de vraag op welk niveau (lokaal, regionaal, bovenregionaal en landelijk) jeugdhulp het best kan worden georganiseerd en moeten de administratieve lasten omlaag. Ook vraagt het Ministerie zich af wat hoort bij normaal opvoeden en waar de jeugdhulpplicht begint? 

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Jeugdzorg Nederland reageren teleurgesteld. Het miljard was in mei al toegezegd, en de beide organisaties hoopten op méér. Hans Spigt, voorzitter van Jeugdzorg Nederland: “Gemeenten luiden massaal de noodklok over de grote jeugdzorgtekorten, maar het kabinet schuift een structurele oplossing door naar de volgende kabinetsformatie. We moeten nu haast hopen op nieuwe verkiezingen, want de sector kan helemaal niet nog jaren wachten.”
Spigt vraagt zich ook af of het geld inderdaad naar Jeugdzorg zal gaan. “Het kabinet presenteert de tijdelijke extra middelen als geld voor de jeugdzorg. Maar het geld is voor de gemeenten. Ook in 2019 kregen de gemeenten eenmalig 400 miljoen euro extra, maar die lijken ze vooral gebruikt te hebben om hun eigen bestaande tekorten af te dekken.”
Hij vervolgt: “Van veel jeugdzorgorganisaties in het land, onze leden, hoor ik dat gemeenten aangeven dat er helemaal geen ruimte is voor eerlijkere en kostendekkende tarieven of het doorberekenen van inflatie en loonstijgingen. Dit extra geld voor gemeenten leidt dus niet automatisch tot betere jeugdzorg of ruimte om iets te doen aan de hoge werkdruk in de sector.”

De gemeenten en de ambulantisering
“De gemeenten hebben zich recent gecommitteerd aan de ambulantisering in het ggz-domein, zodat mensen hun ggz-zorg zoveel mogelijk in hun eigen woonomgeving kunnen krijgen en zoveel mogelijk mee kunnen doen in de maatschappij”, schrijft het Ministerie.  Het ministerie wil hiermee belangrijke stappen zetten in het verbeteren van de kwaliteit, toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de zorg. In de akkoorden hebben de betrokken partijen bovendien de ambitie afgesproken de zorguitgaven op termijn niet sneller te laten stijgen dan de economische groei.
Het geld dat met deze ambulantisering gepaard gaat is over verschillende posten verdeeld, waarvan de al genoemde acht miljard voor Beschermd Wonen er één is. 

Voor de sluitende aanpak voor personen met verward gedrag is ‘een samenhangend pakket aan maatregelen’ genomen. In 2020 trekt het kabinet daar € 41 miljoen en vanaf 2021 jaarlijks ruim € 30 miljoen voor uit. 
Per 1 januari 2020 treedt de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) in werking. Samen met de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd) is dit de opvolger van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). Voor de invoering van de Wvggz is jaarlijks twintig miljoen euro begroot – maar dat is niet allemaal voor de gemeenten.

De VNG reageert (nog) niet specifiek over de ggz, maar wel in algemene zin over de begroting: “Het is onverteerbaar dat het Rijk geld als water lijkt te hebben, maar dat gemeenten sinds de start van het kabinet honderden miljoenen minder hebben gekregen dan was afgesproken. Het is nu al het derde jaar op rij dat het kabinet het geld niet uitgegeven krijgt. Gevolg: gemeenten krijgen hun begroting niet rond en kampen met gigantische tekorten. Het water staat gemeenten aan de lippen. (…) Er ligt een grote opgave voor Nederland en daarmee voor de gemeenten op diverse domeinen: energietransitie, sociaal, zorg, mobiliteit, veiligheid, participatie etc. Gemeenten hebben ruimte nodig om dat goed te kunnen doen. Qua regelgeving, qua bestuurlijke kracht maar zeker ook qua financiën.”

Wachtlijsten
Het Ministerie komt nog terug op de wachtlijsten en het tekort aan behandelplaatsen. Ze schrijft: “Zorgverzekeraars moeten voldoende zorg inkopen” en ook “in de contractering met zorgaanbieders afspraken maken over het aanpakken van wachttijden en mensen die wachten op een behandeling bemiddelen naar een andere hulpverlener.”
De Nederlandse Zorgautoriteit moet er op toezien dat zorgverzekeraars hun verantwoordelijkheid daarin nemen. Voor die diagnosegroepen waar de wachttijden hardnekkig het langst zijn gebleken, zoals pervasieve stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen, gaat het ministerie met de sector meer gerichte acties ondernemen.

Op hun beurt moeten de ggz-aanbieders Ggz-aanbieders informatie over hun wachttijden aanleveren en patiënten eventueel doorverwijzen naar een andere ggz-instelling. Die informatie wordt onder andere gepubliceerd op www.kiezenindeggz.nl (http://www.kiezenindeggz.nl). De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd neemt wachttijden mee in haar reguliere toezicht op ggz-aanbieders. 

Suïcidepreventie
Voor suïcidepreventie is in 2020 in totaal € 8,2 miljoen beschikbaar: voor het verlenen van concrete hulp en interventies; de verspreiding van kennis via voorlichting, bewustwording en advisering over het terugdringen van suïcide; de coördinatie en het aanjagen van de uitvoering van de landelijke agenda suïcidepreventie; het realiseren van een lokale aanpak binnen zeven regio’s om het aantal suïcides terug te dringen.

Vertrouwenspersonen in de ggz
Voor vertrouwenspersonen in de ggz (pvp) is er in 2020 € 7 miljoen beschikbaar. Dit geld maakt het mogelijk dat er in de ggz een beroep kan worden gedaan op de pvp en de familievertrouwenspersoon (fvp).
Met ingang van 2020 (de invoering van de Wvggz) hebben de werkzaamheden van de pvp en fvp hun wettelijke basis in de Wet verplichte ggz.

E-health
Om e-health in de ggz te stimuleren en te investeren in informatievoorziening zoals een verbeterde uitwisseling tussen zorgverleners en hun patiënten is in de periode 2018–2020 in totaal € 50 miljoen beschikbaar. Het gaat daarbij zowel om privacy-bescherming en lichte interventies. .

Opleidingen: 
De regeling ‘Opleiding in een jeugd-ggz-instelling’ is verlengd tot 2022. Doel is te borgen dat zorgverleners in de jeugd ggz tijdens hun opleiding ook praktijkervaring in deze sector kunnen opdoen. In 2020 is voor de regeling € 1,5 miljoen beschikbaar.
In het hoofdlijnenakkoord ggz is € 0,9 miljoen beschikbaar gesteld voor het opleiden van negen verslavingsartsen. In verband met de startdatum van de opleiding in september 2019 is hiervan € 0,6 miljoen voor 2020 gereserveerd.

Niet gecontracteerde zorg
Het blijkt dat (vooral) in de wijkverpleging en (deelsectoren van) de ggz het aandeel niet-gecontracteerde zorg stijgt. Het ministerie vindt dit zorgelijk omdat contractering hèt vehikel is om de kwaliteit van de zorg te verbeteren, de betaalbaarheid te vergroten en de toegankelijkheid te waarborgen. In de hoofdlijnenakkoorden (HLA) ggz en wijkverpleging hebben partijen diverse maatregelen afgesproken om de contractering te bevorderen.

...en dan nog de zorg als geheel…
Uiteraard is er ook één en ander gezegd dat niet specifiek over de ggz gaat, maar over de zorg als geheel. Dat heeft wel gevolgen voor de ggz.  

Het kabinet bevestigde dinsdag nog eens dat het eigen risico in 2020 opnieuw € 385,- zal bedragen. Dat was voor de jaren 2017-2021 al vastgelegd, dus een verrassing is dat niet.  De gemiddelde maandpremie zal naar verwachting met iets meer dan € 3,- toenemen tot ongeveer €118,50. Maar: de zorgverzekeraars bepalen de uiteindelijke premies en daar hebben ze tot 12 november de tijd voor.
Een collectieve zorgverzekering mag voortaan maximaal 5% korting opleveren (was 10% in 2019. De maximale zorgtoeslag stijgt met € 67,- voor alleenstaanden en met € 95,- voor meerpersoonshuishoudens. 

Voor het zomerreces in 2020 wil het kabinet een zogenaamde contourennota uitbrengen. Gebaseerd op de inzichten en ontwikkelingen uit ‘De Juiste Zorg Op de Juiste Plek’ (https://www.dejuistezorgopdejuisteplek.nl), beschrijft de nota wat er bestuurlijk nodig is om de zorg organiseerbaar en betaalbaar te houden en welke aanpassingen in wet- en regelgeving hiervoor nodig zijn. Prinsjesdag 2020 zal veel nieuws opleveren.

Reacties van de beroepsgroepen en belangenverenigingen

GGZ Nederland (https://www.ggznederland.nl/actueel/persbericht-ggz-nederland-prinsjesdag-2019---neerwaartse-spiraal-moet-gekeerd-): ‘Neerwaartse spiraal moet gekeerd’

Nederlands Instituut Psychologen (NIP) (https://www.psynip.nl/actueel/nieuws/2019/miljoenennota-rutte-iii-in-2020-herbezinning-op-het-zorgstelsel/): “Het is nu hét moment om weer te investeren in de mensen die werkzaam zijn in de zorg”

Nederlands Jeugdinstituut (https://www.nji.nl/nl/Actueel/Nieuws-uit-het-jeugdveld/2019/Rijk,-investeer-in-sociale-infrastructuur): “Rijk, investeer in sociale infrastructuur! De toenemende kosten van jeugdzorg brengen gemeenten in financiële problemen, maar die kosten kunnen ze alleen terugdringen als de basisvoorzieningen op orde zijn.”

ad 1 ad 1