Mens, durf te lijden 

Door: Stijn Ekkers 

 

Het GGZ-landschap kent vele gedaanten en stromingen. En zit vol vreemde paradoxen. Neem de lang bestaande ambulantisering en beddenafbouw - hoe kan het dat nog altijd 60% van het GGZ-budget wordt besteed aan intramurale zorg en beschermd wonen? Of kijk naar psychofarmaca. Waarom blijft ondanks de vele bijwerkingen, in het gunstigste geval leidend tot symptoomreductie, dit de meest ingezette interventie? Het zijn zaken, waar ik vanaf nu, in deze column, mijn licht op probeer te schijnen. In deze speciale editie over suïcide, richt ik mij eerst op een andere paradox: over het maar niet dalende suïcidecijfer in Nederland.  

 

’Zero’ blijkt onhaalbaar

De laatste jaren zijn in ons land vele ggz-organisaties, gemeenten, scholen en tal van sleutelfiguren zoals huisartsen, zogeheten gatekeepers, getraind in het herkennen en bespreekbaar maken van suïcidaliteit. Er zijn mediacampagnes. Speciale folders ontwikkeld voor suïcidepogers die op de SEH belanden. Bij tal van risicovolle spoorwegtrajecten hebben ProRail en 113 ‘Ik luister’-borden geplaatst. Velerlei strategieën, kortom, om het aantal suïcides terug te dringen. Maar de uitkomst? In 2017 maakten 1.917 mensen een einde aan hun leven. Het hoogste aantal ooit!  

Weliswaar is met dit cijfer het aantal suïcides relatief gelijk gebleven sinds 2013. Een afname, of zoals 113-oprichter Jan Mokkenstorm zelfs ambieerde, een daling naar ‘zero’, blijkt er verre van in te zitten. Alle professionalisering ten spijt, werden zij die de fuik van de zelfgekozen dood in zijn gezwommen niet meer bereikt.  

 

Een geleidelijk proces van bewustzijnsvernauwing 

Over die onbereikbaarheid: wat nogal eens wordt vergeten, zo staat te lezen in Eigenlijk zegt u dat u dood wilt?!, een uitstekend boek van Paul van Hoek en Frans Brinkman over gespreksvoering rondom suïcide, is dat er geen directe relatie hoeft te zijn tussen ernstige problemen en de doodswens. De aantrekkelijkheid van de dood kent een eigen negatieve dynamiek. “Mensen kunnen langdurig straatarm zijn, in meervoudige pijnlijke of onvolkomen situaties verkeren of plotselinge verliezen voor hun kiezen krijgen zonder dat er suïcidaliteit ontstaat; in ieder geval niet meteen.” Vaak is het een geleidelijk proces van bewustzijnsvernauwing, waarbij uiteindelijk de balans tussen stress, kwetsbaarheid en draagkracht gevaarlijk doorslaat en de ultieme optie de enige optie is geworden.  

Maar dat verklaart nog niet het gelijkblijvende suïcidecijfer in Nederland. Zijn de hoogrisicogroepen- en kenmerken niet in beeld? Jawel, bekend is dat psychische kwetsbaarheid, alcohol- en drugsgebruik en lichamelijke gesteldheid een rol kan spelen, homoseksuele geaardheid en eenzaamheid, ouderen met weinig sociale steun, mannen van Surinaamse afkomst als ook jonge allochtone vrouwen. Slaagt de preventie er dan onvoldoende in contact met hen te leggen? Of zijn er juist nog veel meer doden voorkomen en is de professionalisering een relatief succes te noemen?  

 

Inhaalslag 

113-woordvoerster Anke Wammes maakt de volgende analyse: “Het Nederlandse suïcidepreventiebeleid kreeg sinds 2009 met de nationale zelfmoordpreventielijn 113Online (nu 113 Zelfmoordpreventie) een publiek gezicht. Hiermee werd voor het eerst duidelijk hoe groot de verborgen hulpvraag in de bevolking is naar anonieme online en telefonische hulpverlening gericht op suïcidepreventie. Ook bij een zeer lage naamsbekendheid (0-2%) was er een structureel tekort aan capaciteit om aan de hulpvraag te voldoen. Dus de duur en intensiteit van de interventies waren beperkt, ook was er de invloed van de economische crisis en veranderingen in het zorgstelsel, waardoor het niet waarschijnlijk is dat 113 in haar eentje in de eerste 10 jaar veel invloed heeft kunnen uitoefenen op de populatiesterfte. Bovendien is het moeilijk om aan te tonen dat de cijfers anders zouden zijn als 113 er niet was geweest.” 

Er was dus sprake van een inhaalslag. En mogelijk worden de effecten van de 113-aanpak dan ook pas in de komende jaren zichtbaar. “Nu is er een naamsbekendheid van 40% onder de bevolking en zijn er in 2017 circa 50.000 crisisgesprekken gevoerd. Verder zijn er inmiddels duizenden mensen getraind als gatekeeper: in de spoorsector, het onderwijs, de schuldhulpverlening en in wijkteams.”  

Wammes wijst daarnaast op het belang dat niet alleen professionals “de strijd” tegen suïcide aangaan. “Iedereen kan gatekeeper zijn. Alles begint met het besef dat suïcide een onderwerp is waar we het met elkaar over moeten hebben: zorgprofessionals, gatekeepers maar ook als ’gewone’ burger kun je het bespreekbaar maken, dat is niet makkelijk maar wel belangrijk. Voor voetbaltrainers, voor vrienden, maar ook als dominee, leraar of buurvrouw. Stel de vraag: denk je weleens aan zelfmoord als je je zorgen maakt over iemand.” 

 

Het lijden aanvaardbaar maken 

De maatschappelijke tendens lijkt evenwel anders te zijn: kwetsbaarheid is een taboe en problemen worden juist geëxternaliseerd. Recent liet psychiater Damiaan Denys, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en hoogleraar aan de UvA, in NRC weten hoe gelukkig zijn de norm is geworden, waarbij ook hier een paradox speelt: “Hoe rijker het land, hoe gelukkiger de mensen en des te vaker ze psychische hulp zoeken. In Zwitserland en Scandinavië is dat hetzelfde. Alles gaat goed, gelukkig zijn is de norm. En als dat even niet lukt, zoekt men hulp. Dat komt doordat ze niet kunnen aanvaarden dat ze lijden. En ook niet dat de ander lijdt. Tegen iemand die het moeilijk heeft, zegt men: zoek hulp. Het lijden aanvaardbaar maken, lukt dus alleen met behulp van een professional. Vroeger bestond dat niet; je werd gedwongen zélf je lijden aanvaardbaar te maken.” 

Zijn visie is niet uniek. Psychiater Dirk de Wachter wees er al op in Borderline Times of hoogleraar psychologie Paul Verhaeghe in veel van zijn boeken: we zijn niet meer in staat om te gaan met gebreken en tekorten. Lijden wijst eveneens op het niet kunnen geven van zin en betekenis aan het leven; onze verhouding tot lijden is uiterst fragiel. Vandaar ook dat o.a. de Nieuwe GGZ-beweging of Machteld Hubers’ ‘positieve gezondheid’ zo’n belangrijke rol ziet weggelegd voor spiritualiteit en zingeving. Betekenisgeving, naast elementen als contact, verbinding, menselijkheid en identiteit als mens (en niet als patiënt), blijven essentieel om levensproblemen het hoofd te kunnen bieden.  

Gelukkig zijn, valt je toe. Het is de zoete vrucht van hard werken om op alle levensgebieden het een beetje op orde te hebben. Lijden is daar een integraal onderdeel van.  

Door het werk van o.a. 113 lijkt de kans groot dat het suïcidecijfer in de toekomst zal dalen. Maar in een maatschappij waar lijden niet mag bestaan, waar iedereen succesvol en alles leuk-lekker moet zijn, kunnen mensen al snel het gevoel krijgen te zijn mislukt en blijft er altijd een voedingsbodem voor suïcidaliteit.  

 

Stijn Ekkers is SPV, POH-GGZ en historicus Hij werkt bij de GGD Amsterdam en is als docent verbonden aan Avans+ 

 

---------------------------------------------------------------------------- 

Denk jij wel eens aan zelfdoding? Realiseer je dan dat erover praten helpt en dat er altijd hulp mogelijk is. 99% van de mensen die over suïcide denken weten zich uiteindelijk te redden met hulp van hun omgeving of een professional! 
Voor hulp kun je terecht bij de landelijke hulplijn: 0900-0113 of www.113.nl  (http://www.113.nl )

 

 

 

ad 1 ad 1