Misschien wordt het morgen beter… Werken in de GGZ is ondanks de bureaucratie tóch leuk.

Door: Jeannet Appelo

Hoe tevreden zijn werknemers in de GGZ eigenlijk over hun werk? Daarover wordt nogal verschillend gedacht. Op LinkedIn en Twitter vinden we talloze berichtjes, waaruit duidelijk wordt dat vooral de administratie en de bureaucratie een leegloop veroorzaken. (zie daarvoor ook het andere artikel in deze bijlage: ‘Varkenscyclus in de GGZ’). Vooral psychiaters zouden stelselmatig voor zichzelf beginnen, zodat ze hun eigen weg kunnen gaan.

 

Er hebben de laatste jaren verschillende onderzoeken naar de werktevredenheid in de GGZ plaatsgevonden. Klopt het, dat werknemers in de GGZ zo ontevreden zijn?

Het magazine intermediair houdt jaarlijks een onderzoek naar het arbeidsimago van organisaties. In 2017 kwam de GGZ daar niet heel slecht uit: in de top 50 van favoriete werkgevers (https://www.intermediair.nl/carriere/een-baan-vinden/bedrijven/Dit-is-de-Top-50-Favoriete-Werkgevers-van-2017?utm_referrer=) kwam de GGZ op een respectabele 13-de plaats uit, vóór bedrijven als Bol.com, TNO en Ikea, ná onder andere Phillips, de ING en Coolblue. Binnen de non-profit sector moest de GGZ als werkgever alleen de politie voor zich laten, de belastingdienst volgt na de GGZ als derde. Ondanks alles lijkt de GGZ dan ook nog steeds een gerespecteerde werkgever.
Die dertiende plaats betekent wel weer een lichte stijging na een dalende trend: de GGZ haalde in 2012 nog de tweede plek, om vervolgens af te zakken tot de 16-de plek n 2016. In het verdere verleden zette intermediair de GGZ zelfs op de 41-ste plek. Als favoriete werkgever gaat de GGZ dus vooruit.

Veranderingen zorgen voor afnemend werkplezier

De GGZ op een dertiende plaats als favoriete werkgever. Dat klink mooi. Een heel ander beeld schetst de SP in haar onderzoek in december 2015 (https://www.sp.nl/sites/default/files/personeelvanggzinstellingenaanhetwoord.pdf), naar de arbeidstevredenheid van werknemers in de GGZ.

Het onderzoek oogt wat tendentieus: “Wanneer de respondenten wordt gevraagd of zij vinden dat er voldoende gekwalificeerd personeel op de afdeling is, antwoordt 28 procent ‘soms wel, soms niet’ en bij ruim 13 procent is dit ‘meestal niet’ het geval. Niet verwonderlijk dat ruim vier op de tien respondenten ook aangeeft dat ‘soms wel, soms niet’ de vereiste kwaliteit van zorg kan worden geboden.” Niet vermeld wordt hoeveel respondenten vinden dat er wél voldoende gekwalificeerd personeel is. Is dat 59%? En vinden zes op de tien respondenten de kwaliteit van de zorg voldoende? Hoe dan ook, het onderzoek van de SP suggereert een sector in verval, waar de werkdruk bij 95% van de deelnemers is toegenomen en het werkplezier bij 62% is afgenomen. Helaas vermeldt het onderzoek niets over de grootte van die werkdruk en het werkplezier.
Toch signaleert het onderzoek ook lichtpuntjes, voor wie goed leest. Eén op de twintig heeft juist méér plezier in het werk. “Omdat ik meer ervaring heb opgedaan en mij zekerder voel over mijzelf. Ik zie mijzelf nog elke dag groeien”, zegt één deelnemer. Een ander zegt: “Het werken in de GGZ blijft ondanks veranderingen erg leuk om te doen.”

Natuurlijk signaleert de SP de nodige kritiek op de veranderingen. Bijvoorbeeld op het feit dat slechts enkele beroepen hoofdbehandelaar kunnen worden (“Mensen die vaak jarenlang ervaring hebben worden aan de kant gezet omdat ze geen academische achtergrond hebben”, en “Als SPV is de rol van regiebehandelaar op je lijf geschreven. Dit is een devaluering van het beroep”)

Ook de gevolgen van de extramuralisering verloopt niet probleemloos en in een onverantwoord tempo, vindt 72 procent van de ondervraagden. Slechts 2 procent is het daar mee oneens.

Toename van onveilige situaties

Behalve de SP deed ook de CNV Zorg & Welzijn ruim een jaar geleden een onderzoek onder GGZ-medewerkers (https://medium.com/@CNVconnectief/veel-onvrede-en-frustratie-bij-ggz-medewerker-8ff3f06d74e3). Het aantal onveilige situaties in de GGZ was sinds een jaar fors toegenomen, concludeerden de onderzoekers. Dat vonden in ieder geval 60 % van de GGZ-medewerkers in de enquête, waarin bijna driehonderd medewerkers een noodkreet lieten horen. Boosdoeners zijn volgens hen minder personeel en te weinig bedden, terwijl de psychiatrische problematiek zwaarder is en administratieve lasten toenemen. De werksituatie in de GGZ krijgt in de enquête een krappe zes van de deelnemers.
Opmerkelijk: GGZ casemanager en CNV-bestuurslid Tjaard de Vries spreekt daarbij van een verdeeldheid binnen de GGZ die ook niet helpt. “Er heersen veel verschillende ideologische opvattingen over zorgverlening en hoe om te gaan met verwarde personen. Dit leidt tot onduidelijk beleid en komt de oplossing van dit probleem op korte termijn ook niet ten goede.”

Verpleegkundigen en verzorgenden: redelijk tevreden over hun loopbaanmogelijkheden

Het Nivel houdt eens in de twee jaar een onderzoek onder verpleegkundigen en verzorgenden (https://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/aantrekkelijkheid-werken-zorg-2015.pdf) over de aantrekkelijkheid van werken in de zorg. In 2015 werd het laatste onderzoek gehouden, de resultaten over 2017 worden in april verwacht.
Het Nivel concludeert dan onder andere dat ‘minder administratieve taken’ vaker genoemd worden dan in de voorgaande jaren als maatregel om het werk aantrekkelijker te maken. Dit geldt vooral voor verpleegkundigen in de GGZ en verzorgenden in de intramurale ouderenzorg.
Maar het Nivel concludeert meer. Verpleegkundigen en verzorgenden in de GGZ zijn redelijk tevreden over hun loopbaanmogelijkheden: bijna 30% is daar tevreden over, de helft is neutraal. Dat lijkt beter dan in de rest van de zorg. Ook scholingsactiviteiten worden in de zorg relatief vaak vergoed, in ieder geval vaker dan in de rest van de zorg.
Wel heeft 15% van de medewerkers het te druk, maar dat is (iets) minder dan gemiddeld in de zorg als geheel. 47% zegt het ‘gewoon’ druk te hebben (tegenover 54% gemiddeld in de zorg); 38% heeft het zelfs rustig, waar in de gehele zorg ‘slechts’ 31% het rustig heeft. Kortom: verpleegkundigen en verzorgenden in de GGZ hebben het druk, maar nog niet zo druk als hun collega’s in de rest van de zorg.
Vlak voor de deadline van dit artikel verscheen ook nog de uitslag van de enquête van V&VN: #meerzorgminderpapier (https://www.venvn.nl/Portals/1/Nieuws/2018 Documenten/Meer Zorg, Minder Papier - Resultaten enqu%C3%AAte.pdf?ver=2018-02-01-173101-097), onder verpleegkundigen en verzorgenden. De enquête ging expliciet over onnodige registratie. Tijdsverantwoording, de ROM en dubbele registraties werden gezien als de drie grootste tijdverspillers. Opvallend is dat niet alleen de verzekeraars de schuld krijgen van de administratielast, maar ook de werkgevers, dus de sector zelf.

Psychiaters: geen actie ondernemen en zaken op hun beloop laten

In het tijdschrift voor psychiatrie van juli 2011 publiceerden Koerselmans e.a. een artikel over de http://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/assets/articles/10-69_Koerselman_OA_web_2_.pdf (http://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/assets/articles/10-69_Koerselman_OA_web_2_.pdf). Met enig voorbehoud durven de auteurs wel een aantal conclusies te trekken.
Hun eerste conclusie is dat de onderzochte psychiaters een “haast specifiek te noemen combinatie laten zien van een relatief hoge tevredenheid over het werk met het ervaren van forse werkstress.”
Meteen daarna stellen zij, dat “die tevredenheid specifiek wordt geschaad door stressbronnen in de organisatorische en administratieve sfeer en niet zozeer door andere factoren, zoals moeilijke patiënten of suïcides”. Een conclusie met voorspellende waarde, gezien het aantal psychiaters dat de GGZ nu, zeven jaar later, lijkt te verlaten. De auteurs waarschuwen dan ook, dat het de vraag is hoe lang de hoge arbeidstevredenheid blijft bestaan en adviseren daarom de werkstress te verminderen. “Dat psychiaters in dienstverband minder tevreden zijn over hun werk dan vrij gevestigden, is in dat verband een relevante bevinding”, schrijven ze iets verderop.
Voor psychiaters die dit lezen en denken ‘zie je wel’, hebben de auteurs nog een prikkelende toevoeging. Over het verminderen van de werkstress schrijven ze: “Het is zeer de vraag of we dat alleen aan de psychiaters zelf kunnen overlaten, (….) omdat psychiaters geneigd zijn om stressfactoren met passieve copingstrategieën tegemoet te treden: er niet over praten, geen actie ondernemen en zaken op hun beloop laten in de hoop dat het wel beter zal worden.”
Waarvan acte.

Over de effecten van beleidsvervreemding op werktevredenheid

In juni van het vorige jaar leverde Marije Okkersen haar masterthese af, getiteld: “Wanneer beleid het probleem lijkt te worden (https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/354431), over de effecten van beleidsvervreemding op werktevredenheid”. Aan de hand van de invoering van de Routine Outcome Monitoring (ROM), laat ze het gevaar zien van beleidsvervreemding. Ze stelt: “Naast de weerstand en ophef die is ontstaan over ROM, heeft dit onderzoek laten zien dat beleidsmakers serieus rekening dienen te houden met het feit dat vervreemding van ROM negatieve gevolgen heeft voor zorgprofessionals. Hoewel dit beleidsinstrument pas vanaf 1 januari 2017 verplicht is gesteld, laat dit onderzoek binnen een half jaar na verplichtstelling al zien dat beleidsvervreemding zorgt voor een afname van werktevredenheid. Een afname van werktevredenheid heeft niet alleen gevolgen voor de professional zelf, maar ook de organisatie waar hij werkt en – bij een afname van werktevredenheid bij grote groepen mensen – voor de hele maatschappij.”

Beleidsvervreemding…. een woord dat wel past na de grote fusiegolven van de afgelopen jaren.

Is het tij nog te keren?

De boodschap lijkt duidelijk: de GGZ is een plezierige sector om in te werken, maar de administratie en de bureaucratie maken het er niet leuker op en zorgen voor onnodig veel werkdruk. Toegenomen onveiligheid is daarbij een extra belastende factor. Gaat dat verbeteren?

In ieder geval zijn er de nodige initiatieven om hier verandering in aan te brengen. De inspectie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (http://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3678857/nieuws/werkbelasting_ggz_krijgt_in_2018_meer_aandacht_van_inspectie_sociale_zaken_en_werkgelegenheid.html?page=1) heeft al aangekondigd in 2018 meer aandacht te geven aan de werkbelasting in de GGZ. Daar zal ongetwijfeld de (onveiligheid) en de bureaucratie aan de orde komen.
Onlangs startten zorgprofessionals uit zeven verschillende beroepsgroepen de zogenaamde schrapweken (http://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-3680537/nieuws/schrapweken_moeten_bureaucratie_in_zorg_drastisch_verminderen.html?page=1). Ondersteund door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gaan zij - samen met verzekeraars, beroepsverenigingen en toezichthouders - vaststellen welke regels binnen hun vakgebied geschrapt kunnen worden en wat er nodig is om dat te realiseren. Die schrapweken vinden plaats in de eerste twee maanden van dit jaar, in maart moeten de resultaten bekend zijn.
En in november al startte GGZ Nederland de campagne Minder Regelgekte, Meer Zorg. De campagne was vooral bedoeld om aandacht te vragen voor een groeiend probleem en leverde liefst 162.000 handtekeningen op.
Dat het allemaal niet zonder slag of stoot zal gaan, bewijst een eerder project van (onder andere) het ministerie. De minister en de bestuurders van de branche- en beroepsverenigingen hadden eind 2016 al een aantal speerpunten geformuleerd om de administratieve last in de GGZ terug te dringen. Het resultaat in april 2017: er hoeft door de huisarts geen verwijsbrief meer te worden geschreven bij een ‘doorstroom’ van de B-GGZ naar de S-GGZ.
Er is nog veel werk te doen.

 

Dit artikel verscheen in de GGZTotaal van februari 2018. Voor de oorspronkelijke PDF klik hier (https://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-117345/pagina/0218_misschien_wordt_het_morgen_beter.html).

morgen beter morgen beter