Robert Broeils: De medicijnjongen - mijn moeder had Münchhausen-by-proxy

Recensie door Johan Atsma

Münchhausen-by-proxy is in 1976 geïntroduceerd als naam voor het verschijnsel waarbij ouders, meestal de moeder, ziekteverschijnselen verzinnen of overdrijven bij hun kind en daarmee vervolgens aankloppen bij de dokter. Het is moeilijk voorstelbaar en ook lastig te diagnosticeren.

 ‘De medicijnjongen’ van Robert Broeils (1968) is het relaas van een slachtoffer. Broeils beschrijft puntig in een wat onbeholpen stijl en soms van de hak op de tak, zijn opgroeien als ziekelijk kind dat meer artsen, spreekkamers, ziekenhuizen en behandeltafels ziet dan goed voor hem is. Diverse onbegrepen klachten die moeder aan haar zoon koppelt, passeren de revue, diverse medische ingrepen vinden plaats, veel dokters besluiten na aandringen van moeder tot nog maar weer een onderzoek of kijkoperatie. Medicijnen worden ruimschoots verstrekt en zelfverzonnen diëten zijn aan de orde van de dag. Ondertussen snapt de kleine Broeils er zelf helemaal niks van. Hij heeft wel eens last van zijn maag, hij eet op aandringen van moeder met enige regelmaat bouillon blokjes, er wordt hem veel lekker eten ontzegd. Hij heeft ook wel eens hoofdpijn in een thuissituatie waarin een agressieve stiefvader hem regelmatig onheus bejegent. Ondertussen boezemt de medicijnwereld hem in toenemende mate angst in door de soms ingrijpende onderzoeken en bijbehorende handelingen. Tegelijkertijd ervaart hij regelmatig dat hij eigenlijk veel meer aan kan dan er volgens zijn ouders mogelijk zou moeten zijn.

“Hij kon uren in de hut blijven en hij vond het erg moeilijk om weer naar huis te gaan, waar de medicijnen op hem stonden te wachten. Thuiskomen was gewoon niet leuk. Het park met de omliggende weilanden wel. Daar voelde hij zich vrij en had hij de controle. Niemand die hem daar vertelde wat hij moet doen of laten. Niemand die hem medicijnen opdrong. Niemand die bruut naar hem brulde. En niemand die hem zomaar kon meenemen naar een ziekenhuis. Dan moesten ze hem eerst maar eens zien te vinden!”

Rond zijn twaalfde wekt moeder bij de hulpverleners de indruk dat Robert levensmoe is en naar Jezus zegt te willen. Robert zelf weet van de prins geen kwaad. Direct gevolg is dat hij bij een kinderpsycholoog beland die hem ook zonder moeder erbij wil spreken. Hij krijgt daar de ruimte om dingen wel of niet te zeggen en dat ervaart hij als een bevrijding. Het leidt er uiteindelijk toe dat hij zelf de strijd aangaat met zijn moeder en in een consult bij alweer een dokter weigert door te gaan met het gebruiken van medicijnen en diëten. Uiteindelijk verlaat hij op zijn zeventiende het huis en gaat zelfstandig wonen, eerst nog bij een zuster, later op zichzelf. Gaandeweg is er ruimte om terug te kijken. Dat levert een depressie maar ook inzicht op. Het schrijven van dit boek is daar een direct gevolg van. In het nawoord geeft Broeils een opsomming van de vele gevolgen die hij ondervindt van zijn merkwaardige jeugd, is er een algemene toelichting op het Münchhausen-by-proxy-syndroom door een kinderpsychiater en een prachtige epiloog van Broeils zelf over taal en werkelijkheid.

“Ik ben nooit echt ziek geweest! Moeder had een bepaald soort steun en vooral aandacht nodig die ze onvoldoende vanuit haar directe omgeving kreeg. Daarom moest haar eigen zoon maar ziek zijn of worden gemaakt, zodat ze die aandacht alsnog kreeg van de specifieke groep mensen waar ze zoveel respect voor had (medici). Ze gebruikte woorden die iets moesten aangeven wat er in werkelijkheid helemaal niet was en waarin ze andere mensen kon laten geloven. Het werd een ‘subjectieve werkelijkheid’ die voor mij de ‘werkelijke werkelijkheid’ was.

Als woorden je pijn hebben gedaan, je geestelijk en lichamelijk hebben beschadigd, omdat ze gebruikt zijn als leugens, raak je het vertrouwen in woorden kwijt. Je gaat de werkelijkheid beter zien. Je ziet datgene wat niet door mensen veranderd kan worden. Het is geen kwestie van ‘geloven’ maar van je neerleggen bij wat er is en overblijft na het wegnemen van woorden. Er zit dus veel verscholen in en achter woorden en taal. Het is maar zelden de werkelijkheid!”

Opnieuw een bijzonder boek van uitgeverij Tobi Vroegh, die zoveel ruimte geeft aan ervaringsdeskundigen om hun eigen, hoogst persoonlijke relaas te doen. Kijk je door de in dit geval wat onbeholpen vorm heen dat tref je een onvoorstelbare, tot nadenken stemmende werkelijkheid aan.

 

Robert Broeils, De medicijnjongen - mijn moeder had Münchhausen-by-proxy.
Uitgeverij Tobi Vroegh, 159 pagina’s; € 15,-, ISBN 978 90 78761 64 8

 

munchhausen munchhausen