Effectiviteit antidepressiva overschat door subjectief onderzoek

Door: Koosje de Beer

Antidepressiva werken minder goed dan de wetenschappelijke literatuur ons doet geloven. Dit ontdekte Ymkje Anna de Vries in haar promotieonderzoek. “In werkelijkheid zijn 50 tot 70 procent van de medische studies positief over het effect van antidepressiva. In de literatuur is dit 95 procent”, stelt zij. Volgens de postdoc steekt de farmaceutische industrie er veel tijd in om dit positieve beeld te scheppen en weert de sector kritische studies. “Meer onafhankelijk onderzoek is echt nodig.”

De gevolgen van deze vooringenomenheid in de wetenschap - Ymkje Anna de Vries spreekt in haar onderzoek over ‘bias’ -, heeft verstrekkende gevolgen voor patiënten. “Zorgverleners hebben hierdoor een positiever beeld van antidepressiva dan de werkelijkheid rechtvaardigt. We zien dan ook dat zij deze medicatie op grote schaal voorschrijven, terwijl het effect relatief klein is”, uit zij haar zorg. “Dat is achter de schermen precies wat de farmaceutische industrie graag wil. Uit rechtszaken die zijn gevoerd in de Verenigde Staten kwam uit bedrijfsdocumenten klip-en-klaar naar voren dat marketeers meekijken met onderzoekers. Zo kunnen zij invloed uitoefenen op de wijze waarop resultaten de wereld ingebracht worden.”

Bias

Ongeveer één op de vijf mensen krijgt te maken met een depressie of angststoornis. De meest gangbare behandelingen hiervoor zijn antidepressiva en psychotherapie. Er is veel onderzoek gedaan naar het effect van deze behandelingen. In sommige onderzoeken blijkt het effect van deze behandelingen niet zo groot, terwijl andere onderzoeken een positief effect vinden. In haar proefschrift toont De Vries aan dat negatieve studies minder vaak gepubliceerd worden dan positieve studies en dat negatieve gebeurtenissen vaak weggelaten worden uit publicaties. Bovendien komt uit haar onderzoek naar voren dat wetenschappers tegenvallende resultaten soms optimistischer omschrijven dan ze eigenlijk zijn. Verder blijken onderzoekers drie keer vaker studies te citeren met gunstige resultaten dan onderzoek met minder gunstige uitkomsten.
Deze bias in de wetenschap kan verstrekkende gevolgen hebben voor patiënten volgens de postdoc. “Er komen bijvoorbeeld in deze studies zelfmoordpogingen voor, die mogelijk aan de behandeling gerelateerd kunnen zijn, maar die in de gepubliceerde artikelen vaak niet duidelijk omschreven worden. Het is belangrijk dat wetenschappers hier onbevooroordeeld onderzoek naar kunnen doen en dat ook deze studies worden gepubliceerd.”

Antipsychotica

Hoewel niet in dezelfde mate, is er ook sprake van een zekere vooringenomenheid in de wetenschap als het gaat om andere psychofarmaca, zoals antipsychotica, zegt De Vries, nu werkzaam als postdoctoraal onderzoeker bij de afdeling psychiatrie van het UMC Groningen en de onderzoeksgroep ontwikkelingspsychologie van de Rijksuniversiteit Groningen. “Ik heb het zelf niet onderzocht, maar uit de literatuur is bekend dat de meeste onderzoeken met antipsychotica wel worden gepubliceerd. Waarschijnlijk komt dit omdat deze medicatie - in ieder geval op korte termijn - effectiever is dan antidepressiva . Ook werken antipsychotica meestal beter dan placebo. Niettemin is ook hier sprake van een bias. Zo merken we dat nieuwe antipsychotica het in recente studies soms slechter doen dan geneesmiddelen die langer op de markt zijn, maar dit verschil zie ik niet duidelijk naar voren komen in de literatuur.”

Vakbladen

Het belang dat de farmaceutische industrie heeft bij het sturen op resultaten is duidelijk, maar ook de wetenschappelijke vakbladen lijken niet snel geneigd om hun eigen publicaties terug te trekken of te corrigeren. De Vries geeft als voorbeeld een betwiste studie met kinderen, waarover al tien jaar een discussie wordt gevoerd om deze terug te trekken. Zonder resultaat. Ook op haar eigen onderzoek heeft ze weinig reacties gekregen van wetenschappelijke redacties. Toch ziet de promovendus wel positieve ontwikkelingen. “Tegenwoordig worden alle nieuwe studies geregistreerd. Hierdoor is het gemakkelijker om te achterhalen welke studies wel en welke niet in de vakbladen verschijnen. Ook de kwaliteit van de meetanalyses stijgt. Onderzoekers doen meer hun best om hierbij ook de niet-gepubliceerde studies te betrekken.” Daarnaast heeft ze in haar onderzoek kunnen constateren dat over antidepressiva die zeer recent zijn goedgekeurd de meeste studies wel zijn gepubliceerd. Dit gezegd hebbende, blijft het zaak om op te letten, meent De Vries. “Een bias kan ook veroorzaakt worden door subtielere onregelmatigheden. Zijn de negatieve studies bijvoorbeeld even gemakkelijk te vinden als positieve studies? Of staan deze alleen in de minder bekende bladen? Kortom: we moeten alert blijven.”

Registered reports

Het liefst zou zij daarom zien dat onderzoekers binnen de medische wetenschap gaan werken met registered reports. Dit is een nieuwe publicatievorm die binnen het vakgebied Psychologie steeds meer ingang vindt. In deze rapporten wordt de onderzoekswerkwijze van te voren vastgelegd en spreken onderzoekers en redacties af dat het vakblad de publicatie, ongeacht de uitkomst, accepteert. “Binnen de geneeskunde hebben we deze werkwijze nog niet geadopteerd, maar het zou goed zijn als we dit doen”, aldus de postdoc. “Juist klinische studies zijn hier uitermate geschikt voor. Daarbij zouden wetenschappers meer dan nu het geval is met gepersonaliseerde patiëntgegevens moeten werken. Specifiekere gegevens zijn nodig om nog beter te voorspellen welke behandeling voor een patiënt effectief zal zijn.”

Tot slot pleit De Vries voor een grotere rol van de overheid in het medisch onderzoek. Meer zogenoemd ‘eerste geldstroomonderzoek’ zou goed zijn voor het vermijden van bias en voor de kwaliteit van de studies, is haar stellige overtuiging. “Te veel onderzoeksvragen worden nu gedicteerd door de farmaceutische industrie. Zo zien fabrikanten graag een wetenschappelijke vergelijking tussen een placebo en een antidepressivum en zijn ze minder geïnteresseerd in een vergelijking tussen antidepressiva onderling. Die laatste studies zijn er dan ook niet zoveel, terwijl juist deze vergelijkingen interessant zijn voor de gebruiker. Patiënten hebben volgens mij geen behoefte aan nog meer nieuwe antidepressiva die beter zijn dan placebo, maar wel aan antidepressiva die beter zijn dan andere antidepressiva.” 

effectiviteit antidepressiva effectiviteit antidepressiva