Beperkt onderzoek kan nut van online ondersteuning bij angst en depressie niet aantonen

Soms helpt een positieve bril bij het omgaan met kleine en grotere stressmomenten zoals examens, afwijzing of ziekte. Voor een grote groep jongeren blijkt het erg moeilijk om op een positieve manier naar het leven te kijken. Zij worstelen met terugkerende negatieve gedachten, voelen zich waardeloos of kijken nergens meer naar uit. Deze jongeren hebben waarschijnlijk angst- of depressieve klachten en hebben een verhoogde kans om een angst- of depressieve stoornis te ontwikkelen. Leone de Voogd onderzocht of jongeren emotioneel weerbaarder gemaakt kunnen worden met een laagdrempelige interventie in de vorm van een online cognitieve training. De promotie was afgelopen woensdag 7 december.

De samenvatting van het onderzoek:

De resultaten van dit onderzoek bieden vooralsnog geen ondersteuning voor de inzet van
online cognitieve training ter preventie van angst en depressie. Er zijn echter diverse beperkingen aan het onderzoek. Ook heeft eerder onderzoek naar cognitieve training tegenstrijdige bevindingen opgeleverd, na in eerste instantie veelbelovende resultaten.
Het is dan ook te vroeg om het onderzoek naar de potentie van cognitieve training voor jongeren te staken.

Op basis van de theoretische achtergrond van cognitieve training, zou men verwachten dat een effect op symptomen of emotionele weerbaarheid alleen gezien wordt wanneer de beoogde cognitieve processen succesvol zijn aangepast. In onze studies waren niet alle trainingen even succesvol in het veranderen van cognitieve processen. De cognitieve effecten die wel zichtbaar waren, werden alleen gevonden op meettaken die erg leken op de trainingstaken en niet op andere maten van informatieverwerking. Om beter inzicht te krijgen in de mogelijkheden van cognitieve training, is het daarom belangrijk trainingstaken te ontwikkelen die effectiever zijn (tevens in een online omgeving) in het veranderen van de relevante cognitieve processen. Daarbij is niet alleen het meten van directe effecten van belang, maar ook het onderzoeken van de mate van generalisatie. Mogelijkheden tot verbetering van trainingstaken liggen bijvoorbeeld op het vlak van gerichte persoonlijke training, waarbij de training aangepast wordt aan specifieke individuele problemen (bijv. gepersonaliseerde stimuli) of individuele prestaties (bijv. wisselende moeilijkheidsgraad in training). Tevens kan gedacht worden aan meer of langere trainingssessies, of het herhalen van sessies na een periode zonder training. Ook lijkt het zinvol om meer aandacht te besteden aan een heldere uitleg van het doel van de training, of het ontwikkelen van leukere en uitdagendere taken (bijv. door middel van games), bij voorkeur in overleg met jongeren zelf.

Tot slot is meer onderzoek nodig naar de effecten van het combineren van verschillende typen cognitieve training of het toevoegen van cognitieve training aan reguliere interventies. Wanneer een betekenisvolle verandering in cognitieve processen bereikt kan worden, blijft de vraag bestaan of dit een substantieel effect heeft op emotionele weerbaarheid en symptomen van angst en depressie. Vele factoren spelen namelijk een rol bij deze stoornissen en de relatieve impact van cognitieve processen bij jongeren is nog niet volledig duidelijk. Daarom is verder onderzoek naar de voorspellende waarde van verschillende cognitieve processen en de optimale wijze om deze processen in kaart te brengen meer dan welkom.

Samenvattend kan cognitieve training in potentie van grote waarde zijn in de preventie van angst en depressie bij jongeren, mits trainingsprogramma’s ontwikkeld worden die tot robuuste veranderingen in cognitieve processen leiden. Tevens zullen de trainingen voldoende aantrekkelijk moeten zijn om jongeren in een vroeg stadium te motiveren tot deelname. Aangezien de huidige resultaten echter geen grotere veranderingen in het emotionele functioneren lieten zien in cognitieve trainingsgroepen dan in controlegroepen, is meer experimenteel onderzoek aan te bevelen voordat eventuele implementatie overwogen kan worden.

Bron: UVA (http://www.uva.nl/nieuws-agenda/agenda/alle-evenementen/content/promoties/201/12/angst-en-depressie-bij-jongeren-voorkomen-met-online-training.html)

ehealth 1 ehealth 1