Depressieve jongeren krijgen vaak teveel of verkeerde antidepressiva

?Artsen houden zich slecht aan de Nederlandse richtlijn voor het voorschrijven van antidepressiva aan kinderen en tieners met een depressie. Minder dan een op de vijf jongeren krijgt bij aanvang van de medicatie het aanbevolen middel voorgeschreven. Ook is de voorgeschreven startdosering vaak hoger dan aanbevolen. Zo kreeg meer dan de helft van de tieners de startdosis van een volwassene voorgeschreven. Dit blijkt uit onderzoek van de afdeling Psychiatrie van het Universitair Medisch Centrum Groningen en de afdeling Farmacie van de Rijksuniversiteit Groningen. Een artikel over dit onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijk vakblad European Child & Adolescent Psychiatry.

In Nederland gebruiken ongeveer 10.000 jongeren tot 18 jaar antidepressiva. De Nederlandse richtlijn beveelt aan dat medicatie alleen voorgeschreven wordt aan jongeren die lijden aan een ernstige depressie. Daarbij geldt fluoxetine als aanbevolen startmiddel, aangezien dit het middel is met het beste bewijs voor effectiviteit bij jongeren en het risico op suïcidaliteit mogelijk minder groot is bij fluoxetine dan bij andere antidepressiva. Ook dient bij aanvang van de medicatie gestart te worden met een lage dosering.

Uit het Groningse prescriptie-database onderzoek (IADB.nl) blijkt dat minder dan twintig procent van de jongeren fluoxetine als startmedicatie kreeg voorgeschreven, zelfs na publicatie van  de richtlijn in 2009. Het meest voorgeschreven middel in de jaren 90 was paroxetine (22 procent). Dit percentage nam sterk af na 2003, toen de relatie met een verhoogd risico op suïcidaliteit bij jongeren bekend werd. Echter, deze voorschriften voor paroxetine zijn niet vervangen door fluoxetine, zoals conform de richtlijn zou moeten, maar door citalopram. In de periode 2010-2014 was dit het meest voorgeschreven middel aan jongeren tussen 6-17 jaar oud (40 procent), terwijl dit middel niet bewezen effectief is voor de behandeling van depressie bij kinderen en jongvolwassenen.
Hoewel kinderen relatief vaak de aanbevolen lage startdosis kregen voorgeschreven (58 procent), kreeg tien procent de volwassen startdosering die twee tot vier keer hoger is dan aanbevolen voor kinderen. Zestig procent van de tieners kreeg een volwassen startdosering voorgeschreven.

De onderzoekers deden ook enkele positieve bevindingen: hoewel in 1994-2003 de meerderheid van de antidepressivarecepten door huisartsen werd voorgeschreven, verschoof dit in de loop van de tijd - conform de richtlijn - naar medisch specialisten. Ook waren voorgeschreven onderhoudsdoses bijna altijd conform de richtlijn en werd de startdosering van sommige antidepressiva, in het bijzonder citalopram, in de loop van  de tijd lager.

Op basis van de resultaten concluderen de onderzoekers dat artsen meer bewust moeten worden gemaakt van het belang van het voorschrijven volgens de richtlijn en voorzichtig moeten zijn met het doseren van antidepressiva bij jongeren. Verder zou een beter inzicht in de redenen achter de voorkeur van artsen voor citalopram kunnen helpen om het voorschrijfgedrag conform de richtlijn te verbeteren.

Lees hier (http://link.springer.com/article/10.1007/s00787-016-0836-3/fulltext.html) het hele artikel

Bron: UMCG (https://www.umcg.nl/NL/UMCG/Nieuws/Persberichten/Paginas/Voorschrijfgedrag-artsen.aspx)