Gebruik ADHD-medicatie nam tijdens COVID-19 pandemie fors toe

De hoeveelheid medicatie voor ADHD nam tijdens de COVID-19-pandemie fors toe, vooral bij jongvolwassenen en vrouwen. Dat blijkt uit de resultaten van een cross-sectioneel onderzoek  Het onderzoek is weliswaar uitgevoerd in de Verenigde Staten, maar de resultaten lijken in lijn te zijn met de Nederlandse cijfers (https://www.ggztotaal.nl/nw-29166-7-4320439/nieuws/in_2022_gebruikten_282000_mensen_adhd-medicatie_een_toename_van_8.html?page=0) en zijn daarom mogelijk interessant voor ons land.

Het onderzoek

Met behulp van de commerciële National Prescription Audit database, die meer dan 94% van de Amerikaanse poliklinische recepten voor geneesmiddelen vastlegt, werden Amerikaanse trends in voorschriften onderzocht, die werden afgegeven vóór (april 2018-maart 2020) en tijdens (april 2020-maart 2022) de COVID-19-pandemie.

De onderzoekers analyseerden de hoeveelheid voorgeschreven orale geneesmiddelen in vijf klassen (antidepressiva, benzodiazepinen, stimulantia, niet-stimulerende ADHD-medicatie en verschillende soorten opioïden, verstrekt aan patiënten die in de afgelopen 12 maanden geen soortgelijk middel gebruikten.

Na een aanvankelijke daling in het verstrekken van alle onderzochte geneesmiddelen, inclusief aanzienlijke dalingen voor ADHD-medicijnen en sommige opioïden, nam het aantal recepten tijdens de pandemie vooral toe voor C-II stimulantia (14%) en niet-stimulerende ADHD-medicatie (32%), vooral bij volwassenen van 20-39 jaar (respectievelijk 30% en 81%) en vrouwen (respectievelijk 25% en 59%).

Onder de voorschrijvers was de grootste stijging bij alle onderzochte medicatie te vinden bij de verpleegkundig specialisten, variërend van 7% voor benzodiazepinen tot 78% voor opioïden.

Over de gehele lijn veranderden trends in het voorschrijven voor antidepressiva en benzodiazepinen niet significant, evenmin voor de opioïden.

In de klasse van de stimulantia nam amfetamine-dextroamfetamine meer toe dan methylfenidaat, terwijl bij niet-stimulerende ADHD-medicijnen een toename was voor atomoxetine maar niet voor guanfacine.

Aanbevelingen en beperkingen

De toenames in het gebruik van ADHD-medicatie tijdens de pandemie onderstreept volgens de onderzoekers ”de noodzaak van krachtige beleidsmaatregelen om onvervulde behoeften aan te pakken, waarbij rekening wordt gehouden met zorgen over de volksgezondheids”. Volgens hen moet toekomstig onderzoek ”klinische ADHD-richtlijnontwikkeling” prioriteren om de geschiktheid van de behandeling te definiëren.

Het onderzoek kon geen causale verbanden vaststellen tussen patronen van geneesmiddelengebruik en de effecten van de pandemie. Verstrekte receptgegevens weerspiegelen volgens de onderzoekers mogelijk niet de vraag of medische behoefte tijdens periodes van medicijntekort.
De gegevens bevatten bovendien geen informatie over ras.

Het volledige (Engelstalige) artikel is hier te vinden: Grace Chai, PharmD, MPH, Office of Surveillance and Epidemiology, Center for Drug Evaluation and Research, US Food and Drug Administration, Silver Spring, Maryland. Het werd online gepubliceerd op 10 januari 2024, in JAMA Psychiatry. (https://jamanetwork.com/journals/jamapsychiatry/fullarticle/2813980)

Lees ook andere artikelen over ADHD (https://www.ggztotaal.nl/tp-29166-2/adhd) en ADHD-medicatie (https://www.ggztotaal.nl/tp-29166-2/ritalin)

-----------------------------------------------------------------------------------------

Vind je dit interessant? Misschien is een abonnement op de gratis nieuwsbrief dan iets voor jou! GGZ Totaal verschijnt tweemaal per maand en behandelt onderwerpen over alles wat met de ggz te maken heeft, onafhankelijk en niet vooringenomen.

Abonneren kan direct via het inschrijfformulier (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89775/pagina/abonneren.html), opgeven van je mailadres is voldoende. Of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89779/pagina/e-magazine.html).

psychofarmaca 7 psychofarmaca 7