Zestig procent van dementerenden gebruikt potentieel ongewenste medicatie

Demente bejaarden lopen een grote kans op potentieel ongewenste medicatie, vooral psycholeptica en middelen bij zuurgerelateerde afwijkingen. Nederland scoort hoog in het gebruik van deze potentieel ongewenste medicatie. Dat schrijft het Farmaceutisch Weekblad.

Veel geneesmiddelen die veilig en effectief zijn bij jonge patiënten, kunnen ongeschikt zijn bij oudere patiënten. Dit kan komen doordat ze meerdere medicijnen gebruiken, meerdere kwalen hebben en fysiologische veranderingen, zoals een verminderde nierfunctie en een verandering van de lichaamssamenstelling.

Renom-Guiteras et al. verzamelden prospectief gegevens over 2004 demente bejaarden in Duitsland, Engeland, Estland, Finland, Frankrijk, Nederland, Spanje en Zweden. 39,3% verbleef in een verpleegtehuis. Voor degenen die zelfstandig woonden golden als criteria: minstens 65 jaar, formele diagnose dementie, score op de Standardised Mini Mental State Examination < 25 en minstens tweemaal per maand bezoek van een mantelzorger.

Getrainde interviewers verrichtten de eerste inventarisatie tussen november 2010 en april 2012. Na drie maanden ging men na of sprake was geweest van overlijden (6,6%), ziekenhuisopname (16,7%) of valgerelateerde verwonding (11,3%).

De medicatie werd getoetst aan de European Union(7)-PIM-lijst. Bij 60,0% van de onderzochte personen werd minstens één PIM gevonden, bij 26,4% twee of meer. In totaal ging het om 1995 PIM’s. Daarvan betroffen 529 (26,5%) psycholeptica (ATC N05) en 419 (21,0%) middelen bij zuurgerelateerde afwijkingen (ATC A02). De derde groep, cardiaca (ATC C01) bleef steken op 158 (7,9%). Op geneesmiddelniveau scoorden protonpompremmers gedurende meer dan acht weken het hoogst (19,1%), gevolgd door risperidon gedurende meer dan zes weken.

Twee of meer PIM’s waren significant geassocieerd met valgerelateerde verwonding (odds ratio [OR] 1,54; 95%-BI 1,04-2,30) en ziekenhuis-opname (OR 1,60; 95%-BI 1,13-2,27). Factoren met een significant effect op minstens twee potentieel ongewenste medicatie’s waren functiebeperkingen (OR 2,93), leeftijd > 80 (OR 1,51), meer comorbiditeit, milde cognitieve stoornis (ernstige valt dan nog relatief mee) en verblijf in instelling.

Wat betreft minstens één potentieel ongewenste medicatie staat Nederland op de tweede plaats (66,7% van de patiënten; op 1: Spanje 67,5%; 8: Estland 47,0%), bij twee of meer PIM’s zelfs bovenaan (39,2%; 2: Spanje 35,7%; 8: Zweden 15,2%). [Age Ageing. 2017 Sep 1; online.]

Bron: Pharmaceutisch Weekblad (https://www.pw.nl/nieuws/2017/dubieuze-medicatie-bij-60-dementen)

 

Vond je dit interessant? Misschien is een abonnement op het gratis maandelijkse e-magazine dan iets voor jou! Abonneren kan direct via het inschrijffomulier (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89775/pagina/abonneren.html), of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89779/pagina/e-magazine.html)

 


 

psychofarmaca 5 psychofarmaca 5