Minister de Jonge (VWS) wil meer inzicht in Utrechtse wachttijden voor jeugdzorg

Het aantal jeugd-ggz-aanbieders in de regio Utrecht dat de cijfers over wachttijden openbaar heeft gemaakt is te laag. Dat schrijft de kersverse minister Hugo de Jonge van VWS op antwoord op vragen van SP-Kamerlid Nine Kooiman. Uit onderzoek van Mediquest bleek onlangs dat in de regio Utrecht bijna de helft van de aanbieders van jeugd-ggz geen inzicht geeft in de wachttijden en –lijsten. De Jonge vindt dat pecentage te laag en niet-passend bij de pas gemaakte bestuurlijke afspraken. Vooral vrijgevestigde aanbieders van jeugdzorg en –hulp publiceren hun wachttijden nergens, bleek uit het onderzoek van Mediquest. Bij aanbieders die er wel openheid over bieden, zowel de vrijgevestigde als de instellingen, kan de wachttijd oplopen van anderhalve week tot veertig weken. De behandelwachttijd is daarentegen niet langer dan de Treeknormen voorschrijven. De Jonge vindt dat inzicht in de wachttijden belangrijk is voor de zorg. De minister noemt wachttijden in de jeugd-ggz zijn volgens de minister van VWS een ‘veelkoppig en hardnekkig’ probleem.

De volledige Kamerbrief:

Vraag 1: Bent u ook zo geschrokken van de alarmerende berichtgeving dat jongeren die psychische problemen hebben soms wel 40 weken moeten wachten voordat ze eindelijk zorg en ondersteuning krijgen?
Antwoord: Het onderzoek van Mediquest laat als totaalbeeld zien dat van bijna de helft van de jeugd GGZ aanbieders in de regio Utrecht de wachttijden niet vindbaar zijn. Als deze wachttijden al gepubliceerd worden, blijkt dat de gemiddelde aanmeldwachttijd¹ twee keer zo lang is dan er in de tijd van de Zorgverzekeringswet als aanvaardbaar werd beschouwd (4 weken). Dit kan oplopen tot 40 weken. Maar er zijn ook aanbieders die er in slagen om binnen 1,5 week kinderen in zorg te nemen. Verder toont de analyse aan dat de gemiddelde behandelwachttijd ruim onder de landelijke treeknorm ligt. Mediquest wil met dit onderzoek gemeenten stimuleren om aanbieders te dwingen openbaarheid te geven van de wachttijden.
Een dergelijk goed en transparant inzicht van de wachttijden in de regio acht ik voor de jeugdigen, ouders, verwijzers en gemeenten van wezenlijk belang bij het maken van een passende keuze voor een aanbieder. Met gemeenten en jeugdhulpaanbieders zijn bestuurlijke afspraken gemaakt om wachttijden op regionaal niveau inzichtelijk te maken en afspraken hierover in de inkoopcontracten van 2018 te verwerken.

Vraag 2 Hoelang bent u al op de hoogte van deze problemen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord: Naar aanleiding van het interpellatiedebat op 3 oktober in de gemeente Zeist, heeft de wethouder jeugd toegezegd dat er uiterlijk begin november meer duidelijkheid komt over de wachttijden in de regio en of er op dit moment kinderen onverantwoord moeten wachten. De aanbieders in de regio hebben overigens niet aangegeven dat dit het geval is.
Vraag 3: Waarom laten de aanmeldwachttijden zo’n grote spreiding zien? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord: Mediquest heeft niet onderzocht wat de oorzaak van de spreiding is. Wat wel te zien is, is dat aanmeldwachttijden toegespitst op een bepaalde diagnosegroep (als eet- en angststoornissen) hoger zijn dan wachttijden die niet op diagnose groep worden gepubliceerd. Hoe dan ook, gemeenten en aanbieders zijn gehouden zich tot het uiterste in te spannen om tijdig passende jeugdhulp te bieden binnen professioneel aanvaardbare termijnen. En met voorrang jeugdhulp te bieden als er sprake is van acute problematiek.
Vraag 4: Vindt u het acceptabel dat deze wachttijden ernstige gevolgen hebben, zoals zwaardere en/of complexere zorg met hogere maatschappelijke kosten? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord: Gemeenten en (jeugd GGZ) aanbieders dienen zich tot het uiterste in te spannen om tijdige en passende hulp aan te bieden binnen professioneel aanvaardbare termijnen en met voorrang jeugdhulp te bieden als er sprake is van acute problematiek.

Vraag 5: Hoe is het mogelijk dat slechts 50% van de instellingen haar cijfers openbaar gemaakt heeft? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord: Ik vind dat percentage ook te laag. Er zijn bestuurlijke afspraken gemaakt met gemeenten en jeugdhulpaanbieders om wachttijden op regionaal niveau inzichtelijk te maken en afspraken hierover in de inkoopcontracten van 2018 te verwerken. In een recent bestuurlijk overleg met de gemeenten en branches van september jl., is het belang van transparantie in de wachttijden en de hierover eerder gemaakte afspraken nog een keer benadrukt.
Uit het onderzoek van Mediquest blijkt dat op dit moment nog niet alle cijfers openbaar zijn, in elk geval in de regio Utrecht. Dit betreffen zowel wachttijden voor vrijgevestigden als instellingen. Vooral vrijgevestigden publiceren geen wachttijden. De regio is wel bezig om dit beter in kaart te brengen. Zuid-Oost Utrecht is met enkele andere Utrechtse jeugdregio’s bezig om op bovenregionale schaal aan wachttijdmonitoring te gaan doen en deze informatie digitaal toegankelijk te maken.

Vraag 6: Hoe staat het met de uitvoering van de aangenomen motie-Raemakers/Kooiman over instellingen die gegevens over wachtlijsten en wachttijden gaan publiceren? 2) Kunt u uw antwoord toelichten? Bent u bereid deze cijfers naar de Kamer te sturen?
6. Het onderzoek van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) naar wachttijden, dat uw Kamer bij brief van 2 juni 2017 heeft ontvangen, laat zien dat wachttijden in de jeugdhulp een veelkoppig en hardnekkig vraagstuk is. Niettemin zijn gemeenten en aanbieders gehouden zich tot het uiterste in te spannen om tijdig passende jeugdhulp te bieden binnen professioneel aanvaardbare termijnen. Gemeenten maken dit jaar afspraken over transparante wachttijden en -bemiddeling op het regionale niveau. Deze moeten vanaf 1 januari 2018 impact hebben.

Vraag 7: Bent u bereid een breder onderzoek te verrichten naar deze problemen over andere regio’s dan de regio Utrecht waar de bevindingen uit het onderzoek betrekking op hebben? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7: In het bestuurlijk overleg met gemeenten en branches van september jl. is afgesproken dat eind 2017 in kaart wordt gebracht in welke regio’s goede afspraken zijn gemaakt (en welke regio’s nog achterlopen) over hoe de zorgvraag zich ontwikkelt en hoe hierop wordt ingespeeld met capaciteit. Ook loopt hierin mee de stand van zaken rondom de inrichting van regionale expertteams per jeugdregio.
Deze teams van deskundigen kunnen in complexe situaties, waarin de reguliere hulpverlening er niet uitkomt of dreigt te komen een bindend advies uitbrengen voor het vinden van passende hulp voor jongeren met complexe psychische problemen.
Gezien de bovenstaande afspraken en de door het NJI geschetste problematiek voor het bijhouden van betrouwbare wachttijden, acht ik het door u genoemde bredere onderzoek niet nodig.

Vraag 8: Welke spoedmaatregelen zet u in om te zorgen dat deze jongeren zo snel mogelijk geholpen worden? Kunt u de Kamer hierover spoedig informeren?
Antwoord: Zie mijn antwoorden op de vragen 1 en 2.

Vraag 9: Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het algemeen overleg Suïcidepreventie op 2 november 2017? 9.
Antwoord: Gegeven de kabinetswissel is het helaas niet gelukt de antwoorden voor 2 november te versturen.

Bron: Rijksoverheid (https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-volksgezondheid-welzijn-en-sport/documenten/kamerstukken/2017/11/06/beantwoording-kamervragen-over-jongeren-met-psychische-problemen)

 

Vond je dit interessant? Misschien is een abonnement op het gratis maandelijkse e-magazine dan iets voor jou! Abonneren kan direct via het inschrijffomulier (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89775/pagina/abonneren.html), of kijk eerst naar de artikelen in de vorige magazines (http://www.ggztotaal.nl/pg-29166-7-89779/pagina/e-magazine.html)

Hugo de Jonge Hugo de Jonge