Stoppen met antidepressiva blijkt moeizaam traject

Het gebruik van antidepressiva is de afgelopen decennia fors toegenomen, met name doordat mensen het langer gebruiken. In sommige gevallen is er sprake van overbehandeling (slikken terwijl het niet langer nodig is) en in andere gevallen van onderbehandeling (langdurig gebruik zonder dat dit voldoende effect heeft).

Het veranderen van het beleid bij overbehandeling gaat moeizaam, zo blijkt uit  onderzoek van Rhona Hoven-Eveleigh, waarop zij morgen hoopt te promoveren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Zowel huisartsen als patiënten waren huiverig om te stoppen, bleek tijdens het onderzoek. Als er een stoppoging ondernomen werd, bleek het stoppen moeilijk om vol te houden. Slechts enkele patiënten waren daadwerkelijk gestopt aan het einde van het onderzoek. Angst voor terugval bleek een belangrijk thema. Wanneer er sprake was van onderbehandeling bleek de bereidwilligheid om mee te gaan in het gegeven behandeladvies ook klein. Patiënten hadden moeite om de behandeling te veranderen en een volgende stap te nemen naar een mogelijke remissie. 

Volgens Eveleigh moet het langdurig voorschrijven van antidepressiva heroverwogen worden. Naast de discussie over de effectiviteit van antidepressiva, geven patiënten de voorkeur aan psychologische therapie boven medicatie. Als toch antidepressiva wordt voorgeschreven, zou het continueren telkens opnieuw kritisch beoordelend moeten worden, meent de promovenda.

Rhona Hoven – Eveleigh, (Canada, 1982) studeerde Geneeskunde in Nijmegen en behaalde in 2008 haar artsexamen. Bovenstaand onderzoek voerde ze uit op de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc, binnen het onderzoeksinstituut RIHS. Naast haar promotieonderzoek was zij in opleiding tot specialist ouderengeneeskunde, welke zij momenteel afrondt.

Bron: Radboud Universiteit (http://www.ru.nl/phd/vm/promoties/@998210/inappropriate-long/)